"Ik kan wel gaan huilen, maar daar word ik ook niet beter van", baalde de de 24-jarige Visser bij de NOS. "Ik ben een beetje verbaasd en sprakeloos."
Visser moest zich tevredenstellen met een tijd van 4.09,55. Daarmee was de regerend Europees kampioene op de 3 kilometer bijna acht seconden langzamer dan Irene Schouten, die met 4.01,93 het goud voor zich opeiste.
"Ik wist dat ik nog niet echt in vorm was, maar ik zag niet aankomen dat het zo slecht zou gaan", vertelde ze. "Afgelopen week ging het best goed, dus ik had er wel vertrouwen in. Dit komt voor mij als een verrassing en we moeten even goed evalueren."
Zondag krijgt Visser de kans om zich te revancheren. Dan verdedigt de regerend olympisch kampioene haar nationale titel op de 5.000 meter.
Irene Schouten viert haar nationale titel op de 3.000 meter. (Foto: ANP)
Schouten dacht dat tijd niet voldoende zou zijn
Voor Schouten kwam het goud op de 3.000 meter enigszins als een verrassing. "Ik had het gevoel dat ik niet alles uit mijn rit had gehaald. Daarom dacht ik dat mijn tijd niet voldoende zou zijn voor de titel", liet ze weten. "Gelukkig bleek dat wel het geval."
De 28-jarige Noord-Hollandse, die nummer twee Reina Anema ruim twee seconden achter zich hield, combineert het langebaanschaatsen normaal gesproken met het marathonschaatsen. Door de coronacrisis heeft ze dit seizoen nog geen marathons kunnen rijden.
"Misschien behoud ik daardoor nu wat beter mijn techniek op de langebaan. Ik heb er in elk geval hard voor gewerkt tijdens mijn trainingen en dat heeft geholpen", aldus Schouten. "Ik hoop dat ik later in het seizoen nog wat sneller kan."