Direct naar artikelinhoud
analysereactie op terreur

Ineens is Macron in veel islamitische ogen een soort Wilders

De Mohammed-cartoons van Charlie Hebdo zijn in Frankrijk symbool geworden voor vrije meningsuiting, maar Macrons verdediging van dat recht is in islamitische kringen verkeerd gevallen. Wat kan hij nog goed doen? 

Een Palestijnse vrouw loopt afgelopen woensdag langs een anti-Franse muurschildering met president Macron in Gaza-stad.Beeld Getty

Kleine kans dat Emmanuel Macron wakker heeft gelegen van de beledigingen die hem de afgelopen dagen ten deel zijn gevallen in de islamitische wereld. Als iemand het gewend is te worden beschimpt, is hij het. Macron met duivelsoren, zoals een Pakistaanse krant hem afbeeldde, is een beeld dat naadloos in de iconografie van de gele hesjes zou hebben gepast.

En toch. Wie in 2017 voorspeld zou hebben dat Macron door een aanzienlijk deel van de wereld zou gaan worden gezien als islamofobe hardliner die erop uit is alle moslims op hun ziel te trappen, zou voor gek zijn verklaard. Destijds luidde de algemene opvatting dat de mondiale opmars van het rechts-populisme voorlopig was gestuit door een jonge progressief-liberale Fransman.

Drieënhalf jaar later wordt Macron in één adem genoemd met de leider van de PVV. ‘Macron en Wilders, de twee gezichten van haat en racisme in Europa’, kopte de Engelstalige Turkse krant Daily Sabah. Hoe kan het dat de Franse president ineens wordt gezien als de grote boeman van de moslims?

Rechtser dan verwacht

Een eerste constatering is dat Macron zich heeft ontpopt tot een aanmerkelijk rechtsere president dan op grond van zijn verkiezingscampagne mocht worden verwacht. Dat geldt ook voor zijn ideeën over een adequate bestrijding van de radicale islam. ‘Als we over de islam debatteren, halen we vaak alles door elkaar’, zei hij in 2016 nog. ‘Dat debat iedere keer nieuw leven inblazen als er een aanslag is, is gekkenwerk.’

Dat diezelfde Macron na de moord op Samuel Paty tamelijk rücksichtslos opdracht gaf tot de ontmanteling van een aantal islamitische stichtingen, heeft bij Franse moslims tot opgetrokken wenkbrauwen geleid. De regering kondigde bovendien ‘controlebezoeken’ aan bij vijftig islamitische organisaties. In veel gevallen is onduidelijk wat die precies verkeerd hebben gedaan. Volgens zijn critici maakt Macron zo ook vredelievende moslims verdacht, een valkuil waar hij als presidentskandidaat juist voor waarschuwde.

De harde maatregelen - de Angelsaksische pers sprak al snel van een ‘crackdown’ - zijn niet de enige aanleiding voor de anti-Macron-propaganda uit islamitische hoek. Begin oktober zei Macron dat ‘de islam overal in crisis verkeert’. Hij bedoelde daarmee dat het fundamentalisme overal aan terrein wint, maar door veel moslims werd zijn uitspraak als een affront gezien. Zijn wil om ‘een islam van de verlichting’ te creëren, een progressief-liberale interpretatie van de islam die verenigbaar is met de Franse waarden, vinden critici paternalistisch.

Koloniaal verleden

In dezelfde toespraak gaf Macron toe dat Frankrijk ‘zijn eigen separatisme heeft gecreëerd’. ‘We hebben de educatieve en economische moeilijkheden in sommige wijken geconcentreerd en dat weten we heel goed.’ Hij erkende ook dat het koloniale verleden van Frankrijk een rol speelt. ‘De trauma’s zijn nog altijd niet  opgelost’, zei de president. Maar na de aanslag op Paty en de klopjacht op het islamisme die daarop volgde, sneeuwde die hand in eigen boezem onder.

De langste lont in het kruitvat was, niet voor het eerst, de publicatie van Mohammed-spotprenten door Charlie Hebdo. Het hard-satirische blad besloot die opnieuw af te drukken om de rechtszaak over de aanslag op de redactie in 2015 onder de aandacht te brengen. Dat leidde tot een steekpartij bij het oude redactiegebouw van Charlie Hebdo. Niet veel later werd Samuel Paty onthoofd nadat hij die spotprenten aan zijn klas had laten zien. Macron zag zich genoodzaakt het ‘recht op blasfemie’ compromisloos te verdedigen. ‘We zullen spotprenten en tekeningen niet opgeven’, zei de president.

In grote delen van de islamitische wereld werd hij daarop in de beeldvorming gelijkgesteld aan Wilders. Dat is een denkfout. In tegenstelling tot Wilders heeft Macron voor zover bekend nooit een wedstrijd voor Mohammedcartoons uitgeroepen, of trots met zo’n cartoon geposeerd. We hebben geen flauw idee wat Macron eigenlijk van zulke spotprenten vindt. Hoogstwaarschijnlijk zit hij er zeer mee in zijn maag.

Onmogelijke spagaat

De cartoons hebben de president in een haast onmogelijke spagaat gedwongen. Een groot deel van de moslimbevolking ziet ze als nodeloze provocatie. Maar in de Franse maatschappij, die lang werd gedomineerd door het katholicisme, geldt het bespotten van religie als essentieel voor de individuele vrijheid. Wat in Franse ogen een noodzakelijke ridiculisering van religieuze macht is, ervaren veel moslims als naar beneden trappen.

Sinds de aanslag op Charlie Hebdo zijn de Mohammed-cartoons voor Frankrijk uitgegroeid tot een bijkans heilig geloofsartikel. In 2006 zei toenmalig president Jacques Chirac nog dat ‘alles wat de overtuigingen van een ander kan schaden, in het bijzonder religieuze overtuigingen, moet worden voorkomen.’ Dat is nu ondenkbaar. De voorzitter van een islamitische koepelvereniging kreeg deze week een karrenvracht kritiek over zich heen voor het uiten van hetzelfde standpunt.

‘We zitten gevangen met die cartoons’, zei de Franse oud-ambassadeur Gérard Araud in The Washington Post. ‘We kunnen ze niet laten vallen, of in het openbaar zeggen dat we ze vulgair vinden, omdat er mensen voor zijn gestorven en er nog steeds mensen voor sterven. We moeten voor ze vechten, ongeacht wat we ervan denken.’

Lees verder over de aanslagen in Frankrijk:

Volkskrant-commentator Arnout Brouwers vindt de kritiek op Macrons assertieve optreden na de aanslagen onterecht

‘Zelfgeradicaliseerde’ doe-het-zelfterroristen, schreef correspondent Daan Kool na de aanslag op Samuel Paty en in Nice, stellen Frankrijk voor onmogelijke opgave

De onthoofding van Samuel Paty is efficiënt, betoogt columnist Kustaw Bessems. ‘We weten allemaal weer welke lijn we niet over kunnen’

Moment voor Paty

Het kabinet roept scholen en leraren op maandag, net als in Frankrijk, stil te staan bij de moord op de Franse leraar Samuel Paty. Onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven vragen dat op verzoek van hun Franse collegaminister in een brief aan vakbonden en koepelorganisaties. ‘Op welke manier dan ook het beste past, laten we ons solidair tonen.’  De vlag kan halfstok, leraren kunnen met elkaar en/of met leerlingen in gesprek gaan, of er kan een minuut stilte worden gehouden, stellen de ministers voor. Paty  werd op 16 oktober onthoofd door een 18-jarige Tsjetsjeense moslimextremist.