Direct naar artikelinhoud
COLUMN

Integratie maakt van radicale moslims echt geen keurige burgers

Integratie maakt van radicale moslims echt geen keurige burgers

Op 2 november is het Allerzielen. In heel Frankrijk staan de potchrysanten in de supermarkt te wachten, tot ze mogen herdenken op de begraafplaats. Op 2 november, maandag, gaan ook de scholen weer open na de herfstvakantie. In heel Frankrijk zal in de lerarenkamers angst en beven heersen. Want het is de eerste dag dat de geschiedenisleraren het lot van hun vermoorde collega Paty in de klas zullen moeten bespreken.

President Macron noemde Paty een stille held van de Republiek. Tijdens de plechtigheid op de Sorbonne vertelde de president hoe leraren de waarden van de Republiek aan kinderen overdragen. Dat zullen de collega’s nu moeten doen. Paty werd onthalsd door een moslim van Tsjetsjeense komaf, omdat hij een Mohammed-cartoon liet zien in een les over vrijheid van meningsuiting.

De Franse president Macron noemde de vermoorde leraar Samuel Paty een stille held van de Republiek.Beeld AP

Ook op 2 november, zestien jaar geleden, werd de hals van Theo van Gogh afgesneden. Mohammed B. had precies hetzelfde oogmerk als de Tsjetsjeense jongeman: de belediging van Mohammed wreken. De terugblik is nog altijd beschamend. De koningin ging troostend op bezoek bij een Marokkaans jeugdhonk, niet bij de familie Van Gogh. Daarna sprak minister Donner zich vierkant uit, niet voor de vrijheid van meningsuiting, maar voor het nieuw leven inblazen van de wet op de godslastering.

Op 2 november, zestien jaar geleden, werd de hals van Theo van Gogh afgesneden.Beeld ANP

Dat doen de Fransen bepaald beter. President Macron verklaarde dat karikaturen bij Frankrijk horen. Een vriend van Paty las een tekst van de socialistische voorman Jean Jaurès, over de ziel van de kinderen en hoe ze door onderwijs boven zichzelf uitstijgen. In Frankrijk maakt het onderwijs burgers, en ook dat is in Nederland aanzienlijk drabbiger. In Frankrijk hebben ze ook geen ministers als Sigrid Kaag, die het woord islam niet in de mond durven nemen als ze hun treurnis uitspreken.

In Frankrijk hebben ze geen ministers als Sigrid Kaag, die het woord islam niet in de mond durven nemen als ze hun treurnis uitspreken.Beeld ANP

Wat Frankrijk en Nederland wel delen, zijn de verhalen van angstige leraren. Lise, die ‘letteren’ geeft in de ‘moeilijke voorstad’ Les Ulis, vertelt in Le Figaro dat ze het niet meer kan opbrengen. Sinds tien jaar doet deze lerares ‘aan zelfcensuur over alles dat met de Bijbel of de Koran van doen heeft. Ik heb absoluut geen zin meer om uit te leggen dat we die of die religieuze tekst uit literair oogpunt gaan bestuderen. Een blabla van drie kwartier gaat hun mentaliteit niet veranderen.’

Het is een even ware als treurigstemmende vaststelling. Ik ken Conflans-Sainte-Honorine, de plek des onheils. Ik woonde vijf jaar aan de overkant van de Seine. Het is een aardig plaatsje, met een bescheiden boulevard langs de rivier. Impressionisten hebben er hun best op gedaan. Conflans stond niet bekend als een probleem-banlieue. Deze week heeft iedereen op radio en televisie zijn gewichtige teksten uitgesproken; Macron dat ‘ze nooit zullen overwinnen’, de befaamde historicus Michel Wieviorka dat ‘we nu echt de banlieues moeten opknappen’. Daarna zal de Seine nog altijd voorbij Conflans-Sainte-Honorine stromen.

Dat klinkt cynisch, maar we hebben het al zo vaak gezien. Toulouse, Charlie Hebdo, de kosjere supermarkt, Nice, Bataclan. Bij elkaar meer dan 250 slachtoffers. En de debatten zijn ook meteen weer losgebarsten, met de routine van de wanhoop. Op rechts wil men ‘keihard optreden’, Macron incluis trouwens, die zei dat het nu ‘tijd is voor daden’. Er is een radicale moskee gesloten in de voorstad Pantin. Daarna kon je op de radio alweer een demonstratie tegen ‘islamofobie’ beluisteren. Marine Le Pen deed haar duit in het zakje, over uitzetten, nationaliteit afnemen, waarna de minister van Justitie in de Assemblee verklaarde dat zo’n traject vermoedelijk een ‘wetgevende kruisweg’ zou opleveren. Bekende berichten, gemengde gevoelens.

Aan de linkerkant is het zeker niet beter. Daar staat men met de mond vol tanden. Le Monde schampert in de nieuwskolommen over het opgewonden activisme van rechts, dat in allerlei opzichten zal stuiten op de constitutie. Zelf heeft links niets te bieden, afgezien van het obligate bestrijden van racisme.

Maar wat alle politici en alle commentatoren in Frankrijk delen, links of rechts, is de gietijzeren overtuiging dat de strijd tegen de radicale islam zal eindigen in de maakbare moslim, die zal worden gekneed in de idealen van de Republiek. Na alle aanslagen en alle tegenmaatregelen van de staat, keihard of keurig constitutioneel, wacht het toverwoord: integratie. Ook radicale moslims worden uiteindelijk republikeinen.

Het is een illusie. Franse ongelovigen, en net zo goed Nederlandse, kunnen zich domweg geen voorstelling maken van de mobiliserende kracht van religie, en al helemaal niet van de politieke islam die moord propageert om in aanmerking te komen voor het koninkrijk Gods. De realiteit werd verwoord door lerares Lise. ‘Als je in de nieuwe klas voor het eerst een kleine Oussama ziet verschijnen, dan weet je meteen met welk type moslimfamilie je te maken hebt – geradicaliseerden.’

Want de bittere ervaring van de afgelopen decennia leert dat het niet beter wordt. Sinds 2017 registreert het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken gemiddeld bijna één aanslag per maand. 40 procent van de moslimjongeren slaat de sharia hoger aan dan de Grondwet. Ook bij ons zijn er recentelijk (pogingen tot) aanslagen geweest, al vergeten we dat liever. Radicale moslims maken zich helemaal niet op om keurige burgers te worden. Integendeel. Ik vrees dat we onder ogen moeten zien wat de prijs is van de open, multiculturele samenleving: af en toe een moord, of op zijn Donners je mond houden. 

Lees ook

‘De onthoofding van Samuel Paty is efficiënt terrorisme’, schrijft columnist Kustaw Bessems, ‘want we weten allemaal weer waar de lijn loopt die we niet over kunnen. Omdat wij anders ook ‘een hond’ zijn ‘die het heeft aangedurfd om de profeet te beledigen’.’