Direct naar artikelinhoud

‘Huidig coronabeleid is enorme schade aan economie, horeca, cultuur en zorg niet waard’

Nederland moet radicaal anders na gaan denken over zijn corona-aanpak, stellen hoogleraren Rudi Westendorp en Marli Huijer. Ze pleiten voor een nationaal corona-akkoord, waarin het redden van levens niet meer de enige belangrijke doelstelling is. ‘We moeten weer leren accepteren dat de dood bij het leven hoort.’

en
‘Huidig coronabeleid is enorme schade aan economie, horeca, cultuur en zorg niet waard’
Beeld Hollandse Hoogte / Ramon van Flymen

Rudi Westendorp liep eventjes te ‘huppelen’ toen hij dit voorjaar een interview met Marli Huijer las. Huijer, oud-huisarts, hoogleraar publieksfilosofie en voormalig Denker des Vaderlands, sprak zich toen als een van de weinige wetenschappers uit voor het heroverwegen van de lockdownmaatregelen waarin Nederland zich had gestort. 

Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde en sinds zes jaar woonachtig in Denemarken, was blij met de hartenkreet van Huijer, die ervoor pleitte om goed te bespreken hoeveel we als samenleving op willen offeren om de levens te redden die corona kost.

Westendorp is dat volmondig met haar eens. Corona kan nog jaren bij ons blijven, stelt hij, en als het niet corona is, dan wacht ons op termijn wel weer een andere pandemie. Na Sars en Mers is Covid-19 immers al het derde opgedoken coronavirus in relatief kort tijdsbestek. “Het is onvermijdelijk. Er zijn steeds meer mensen, die steeds meer reizen. Die wisselen virussen en bacteriën uit met een snelheid die niet meer verenigbaar is met de biologie van ons lijf.”

Hij waarschuwt dat we van een vaccin geen wonderen moeten verwachten. “Als het al snel komt — naar een hiv-vaccin zoeken we al sinds de jaren 80. Er is veel scepsis, niet iedereen zal een vaccinatie willen. Een vaccin zal bovendien niet iedereen beschermen.”

Moet de vraag op tafel of we nog wel iedereen die ziek wordt kunnen helpen?

Westendorp: “Nu zijn het vooral mensen op hoge leeftijd of een zwakke gezondheid die dodelijk worden getroffen. Elke overledene aan corona overlijdt gemiddeld enkele jaren te vroeg. Je wil niet dat dat jezelf overkomt, en ik zou ook niet willen dat mijn moeder aan corona overlijdt. Maar verantwoordt wat we nu doen de enorme schade die wordt toegebracht aan onze economie, de horeca, culturele sector, zoveel andere medische zorg die wordt uitgesteld? Nee.”

Huijer: “De bevolking groeit en mensen worden steeds ouder. Door hun verminderde weerstand kan een virus onder ouderen heel hard toeslaan. Als oudere moet je beseffen dat het niet in het gemeenschappelijke belang is om alles uit de kast te halen om jou als individu te redden, tegen maximale kosten. We zijn niet meer gewend om met zo’n acute vorm van sterven om te gaan. Mensen die kanker of hart- en vaatziekten krijgen leven vaak nog jaren. Jonge mensen zijn niet meer gewend iemand te zien sterven. De levensverwachting is sinds de jaren 50 met tien jaar toegenomen. Maar aan die groei zitten grenzen. We kunnen er niet omheen dat het ook wel eens een paar decennia wat minder kan zijn. We moeten weer leren accepteren dat de dood bij het leven hoort.”

Het is toch heel sociaal van ons, dat we alles uit de kast willen halen om levens te redden?

Westendorp: “Dat is heel humaan, maar het is ook doorgeschoten zelfbeschikkingsrecht. Er wordt te weinig nagedacht over waar we het voor doen, en tegen welke kosten. Ook voor jou als persoon. Alsof medisch ingrijpen altijd meer kwaliteit van leven geeft.”

De meeste coronaslachtoffers kwamen niet eens in het ziekenhuis: zes op de tien overleden in een verpleeghuis.

Westendorp. “Daar ben ik trots op. Doordat we in Nederland openlijk praten over het levenseinde worden veel kwetsbare ouderen niet meer aan de beademing gelegd. Dat heeft Italiaanse toestanden voorkomen, met overgelopen ic’s. Maar ook met andere groepen moeten we een eerlijk gesprek aangaan. Er zijn mensen van 43 jaar met een gemankeerd lichaam, omdat ze al jaren ziek zijn. Zij staan misschien nog volop in het leven, maar biologisch gezien aan het einde daarvan. Dan moet je accepteren dat er geen reële behandelingsmogelijkheden meer zijn. Bij de familie zie ik het soms nog misgaan: die vindt dat moeder gered moet worden. Ouderen zijn zelf vaak wijzer. Zij komen nog uit een andere tijd, toen de levensverwachting lager lag en het leven maar beperkt maakbaar was. Daar zit misschien wel de pijn die Nederland nu voelt: we denken dat wij kunnen bepalen hoe het leven in elkaar zit. Alsof er geen dood meer mag zijn! Alsof er geen economische crisis meer mag zijn! En als die dan toch optreedt, moet er iemand hangen.”

Huijer: “Er zijn veel artsen die met liefde steeds weer alles uit de kast halen. Dat is zo’n menselijke respons. Maar al die goede bedoelingen leiden er niet altijd toe dat ook het goede gedaan wordt. Als er met een van mijn kinderen iets aan de hand is, komt ook in mij een tijger naar boven die ze wil beschermen. Maar daar heb ik mijn denkvermogen voor gekregen. Het individuele belang van mijn kinderen kan strijdig zijn met het collectieve belang.”

Westendorp: “Ik verwijt niemand — het kabinet niet, de ic-artsen niet — dat we in de hulpstand zijn gesprongen. Maar kunnen we onderhand niet eens met elkaar gaan praten over welk doel we willen bereiken tegen welke prijs?”

Waarom gebeurt dat niet?

Westendorp: “Onze individualistische cultuur. We redeneren vanuit het ik. Premier Mark Rutte ziet de samenleving als een optelsom van die individuele belangen. Ouderen vinden dat ze beschermd moeten worden. Jongeren dat ze de vrijheid hebben om te doen wat ze willen zolang het anderen niet schaadt. We worden niet aangesproken vanuit het idee dat we verantwoordelijk zijn voor de samenleving als geheel.”

Dat is in Denemarken anders. De cultuurshock was voor Westendorp groot toen hij zich zes jaar geleden in Kopenhagen vestigde. Gewend als hij was aan het denken vanuit het ik kreeg hij al snel door dat de Denen hem te ‘lawaaiig en eigenzinnig vonden’. 

“Ik kwam erachter dat ik als Nederlander niet echt oog had voor de omgeving waarin ik verkeerde. Met die houding kwam ik er in Denemarken echt niet.”

Denemarken heeft op dit moment veel minder last van de tweede golf. Sterker nog: alles is open, ook de horeca, en de ziekenhuizen kunnen het coronaprobleem makkelijk de baas. Westendorp was tijdens de eerste golf lid van het Deense Outbreak Management Team, maar heeft zijn plaats inmiddels afgestaan aan gedragskundigen, die adviseren hoe het Scandinavische land deze herfst en winter uit de problemen kan blijven.

Huijer: “Het valt me op dat in Denemarken altijd heel veel gedelibereerd wordt. Ik kan me voorstellen dat die traditie — de samenleving betrekken bij actuele problemen — ervoor zorgt dat mensen veel meer geneigd zijn om ook vanuit de ander te denken in plaats van alleen aan zichzelf. In Nederland hebben we een individualistische, neoliberale, meer competitieve cultuur. Dat is gunstig voor onze prestaties op het gebied van bijvoorbeeld sport of cultuur, maar in het geval van een gezamenlijk probleem als een virus is het helemaal niet zo gunstig. Als je niet gewend bent om je te verplaatsen in het standpunt of denken van een ander, ben je waarschijnlijk ook niet zo bereid om die ander te beschermen.”

Zwaktebod

Westendorp en Huijer constateren dat in Nederland — nu het aanspreken van het individu op zijn verantwoordelijkheid steeds minder goed blijkt te werken — de neiging bestaat om over te schakelen op meer autoritair beleid. Wie niet horen wil moet maar voelen. Huijer vindt het een ‘zwaktebod’.

Zij en Westendorp stellen dat een belangrijke stap wordt overgeslagen: de bevolking in gesprek laten gaan over de weg die het land in moet slaan. “Ik denk dat er een corona-akkoord moet komen,” zegt Westendorp. “Jongeren hebben een probleem, ouderen hebben een probleem. Waarom zou je ze dan niet met elkaar in gesprek laten gaan?” Huijer: “Zet de dansleraar, de directeur van het Concertgebouw, Famke Louise, Klaas Knot van de Nederlandsche Bank en anderen met elkaar om de tafel. In Nederland zie je voortdurend peilingen en meningen. Maar een mening is iets heel anders dan de breed gedragen uitkomst van een goed gesprek.”

Die breed gedragen uitkomst, het Nationaal Corona-akkoord dus, moet vervolgens nog wél uitgevoerd worden. Westendorp: “Typisch Nederlands, dat het daar dan weer misgaat. De inkt is nog niet droog, of iemand roept weer van: ja, jullie hebben dat dan wel besloten, maar ík was het er niet mee eens. Dan kom je weer uit bij ons doorgeschoten zelfbeschikkingsrecht. We moeten echt leren om meer vanuit het wij te gaan denken.”

Zo’n corona-akkoord zal ook moeten gaan over hoe de generaties meer uit elkaar gehouden kunnen worden. In Nederland passen veel meer grootouders op hun kleinkinderen dan in Denemarken, dat uitstekende kinderopvang heeft. Hoe gaan we dat oplossen?

Huijer: “Kleine kinderen zijn niet dusdanig besmettelijk dat zij een grote risicofactor zijn. Bij 15 tot 30-jarigen ligt dat anders, daar gaat het virus heel erg rond. Ingenieurs, kunstenaars en studenten kunnen allerlei creatieve ideeën bedenken om die groep te scheiden van ouderen. Denk aan concerten en bioscoopvoorstellingen voor mensen onder de 40. Ouderen zijn heel bang dat zij de paria’s worden, maar je kunt het ook omkeren: iedereen die heeft gefeest krijgt een stickertje op: blijf even bij mij uit de buurt.”

Westendorp: “In december was ik bij collega’s in Londen, een smeltkroes. Een dame met een hoofddoekje weigerde me een hand te geven. Ik was boos! Tot ik me realiseerde dat deze afwijzing ooit ontstaan is in een cultuur waar het schudden van handen vaak tot besmettingen leidde. Waarom zouden wij als nieuw begroetingsritueel voortaan niet samen onze handen wassen?”

Gaat corona onze samenleving structureel veranderen? Gaan we in de toekomst bijvoorbeeld minder reizen? Minder sociale contacten hebben?

Westendorp: “De tijd dat duizend artsen op een congres in Milaan bij elkaar komen om de volgende dag weer aan het werk te gaan in hun eigen ziekenhuis is voorbij. Gaan shoppen in Parijs, doorvliegen naar Ischgl voor een weekje wintersport en van de après-skibar meteen door naar het Brabantse carnaval: dat zijn de patronen waardoor het virus toeslaat. Corona is een soa: een sociaal overdraagbare aandoening. Als je het sociaal verkeer helemaal stillegt, vermenigvuldigt het virus zich niet meer. Maar dat is ontzettend ingrijpend, dat wil niemand.”

Dus moeten we onszelf matigen, vindt Westendorp. Zoals aids in de jaren 80 een einde maakte aan de vrije seks, zo zal corona volgens hem een einde maken aan onze ‘sociale promiscuïteit’. Het vrije sociale verkeer, waarin we in hoog tempo in wisselende groepen samenkomen, is volgens hem voorgoed voorbij.

Huijer: “Daar ben ik het niet mee eens. In een stad als Amsterdam wordt - zelfs ondanks corona - nog altijd ongelooflijk veel gevreeën. Mensen zijn totaal niet monogaam. Maar ze doen het vaak met condoom. Die kleine ingreep heeft ervoor gezorgd dat het virus zich niet zo makkelijk meer kan verspreiden; aan het gedrag is niet veel veranderd. Ik vind het veel te ver gaan om het hele sociale verkeer aan banden te leggen. Laat mensen die risico hebben genomen een maskertje opzetten om te voorkomen dat zij anderen besmetten.”

Westendorp: “Akkoord, maar dan moeten we wel gaan nadenken over een ‘sociaal condoom’. In Japan waag je het niet om geen mondkapje te dragen als je snotterig bent. Denen blijven thuis om anderen niet te besmetten. Naar zulke gebruiken moeten we in Nederland ook toe. Corona zal niet verdwijnen. Net als aids, dat is er ook nog steeds. Maar met kleine ingrepen in de sociale omgang zouden we de risico’s beheersbaar kunnen maken.”

Prof. dr. Rudi Westendorp (61) is internist en hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen. Tot de zomer was hij lid van het Deense Outbreak Management Team. Van 2008 tot 2015 was hij directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing. Hij schreef verschillende populair-wetenschappelijke boeken over gezond oud worden.

Prof. dr. Marli Huijer (65) is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze is opgeleid als huisarts, promoveerde daarna in de filosofie en was onder andere docent medische ethiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Van 2015 tot 2017 bekleedde zij de rol van Denker des Vaderlands.