Bron: Pxfuel
Opinie -

De onthoofding in Frankrijk en de kinderen van de haat

zaterdag 24 oktober 2020 12:13
Spread the love

 

Op 16 oktober 2020 werd in Parijs een leraar vermoord, onthoofd. De daad is beangstigend en verschrikkelijk, de woorden om het te beschrijven zijn het evenzeer. Een moord gepleegd met een mes, met blote handen, niet zomaar op een passant, maar op een leraar, raakt opzettelijk onze verbeelding, meer nog dan een moord gepleegd vanop een afstand, met een geweer of met een drone. Ze roept een beeld van het verleden op, van barbaarse en primitieve tijden, waarvan we dachten dat ze lang voorbij waren.

Toch ontdekken we deze gruwel niet voor het eerst. We zagen het in Syrië, we zagen het in Groot-Brittannië. De moord op de Franse leraar brachten me de beelden van de Woolwich attack bij Londen in herinnering. Op 22 mei 2013 vermoordden twee jonge mannen, Michael Adebolajo (28) en Michael Adebowale (22) van Nigeriaanse origine, er de soldaat Lee Rigby (25) met een slagersmes en probeerden ze hem vervolgens te onthoofden. Als wraak voor de oorlog tegen de moslims in Irak, verklaarden ze.

Tony Blair, de voormalige Britse eerste minister, een van de aanstichters van de oorlog tegen Irak, verklaarde toen dat de aanval geen geïsoleerde uitdrukking was van twee gekke individuen, maar deel uitmaakte van, ik citeer, “een breder probleem binnen de islam”. In de week die volgde op de moord werden 193 islamofobe incidenten gemeld, waaronder aanvallen op 10 moskeeën.

Anderhalf jaar later, op 14 januari 2015, hakte de witte racist Zack Davies (26) met een machete en een hamer in op dokter Sarandev Bhambra, een Sikh, in een Tesco supermarkt in Wales. Als wraak voor de moord op soldaat Lee Rigby, zo verklaarde hij op zijn proces. De keten van wraak en weerwraak is zonder eind. De gelijkenis met wat in Frankrijk gebeurde is treffend. Alleen zal de dader in Frankrijk, in tegenstelling tot de drie voornoemde daders in Groot-Brittannië, geen verklaring meer afleggen. In Frankrijk geen belegering meer van een dader tot die zich overgeeft, maar toepassing van de doodstraf op straat. Iets wat overigens opnieuw aan allerlei complottheorieën voedsel zal geven.

In een maatschappij als de onze die alles toespitst op het individu volstaat het de daders te brandmerken als monsters die zich onder ons verscholen, en die plotseling, uit het niets, opdoken. Het zou volstaan om nog beter en meer mensen te ficheren, hen bij een terroristische aanslag fysiek te liquideren of levenslang op te sluiten. De schok die de wreedheid van de jonge daders teweegbrengt kan ons elke zin voor redelijkheid en verhoudingen uit het oog doen verliezen. Het gaat er hierbij niet om moordpartijen van de ene kant te vergelijken met die van de andere kant en deze zo te vergoelijken. Waar het wel om gaat is onze verantwoordelijkheid als maatschappij en samenleving voor de spiegel te houden, als we dergelijke drama’s zoveel mogelijk willen voorkomen.

De mensen, en op de eerste plaats de jongeren, zijn een product van hun tijd, hun omgeving, hun samenleving. Zo was mijn generatie van mei ’68, of toch het geradicaliseerde linkse deel ervan, een product van haar tijd. We hebben er geen verdienste aan. We werden meegenomen in de golf van revolutionair protest en verzet, die toen door de wereld raasde.

De jongeren van vandaag zijn net zo producten en echo’s van de huidige tijd. In die zin is de moord op de leraar een teken, een signaal over de barbaarse wereld die de jongeren van vandaag van ons hebben geërfd. Ook al omdat de generatie die hen voorafging zijn dromen en idealen over een nieuwe wereld, net als zijn verzet tegen de eindeloze oorlogen, heeft opgeborgen om zich in te passen in het systeem dat we ooit zo verfoeiden.

Kyle Rittenhouse (17) en Abdoullakh Anzorov (18)

Ik schreef juist een klein essay over de moord op George Floyd in de VS en de banden tussen het terrorisme, extreemrechts en de politie in de Verenigde Staten. Toen ik het nieuws hoorde van de moord op de leraar in Parijs, trof me de parallel tussen twee jonge moordenaars, de ene in de Verenigde Staten, de andere in Frankrijk. Sommigen zullen zeggen dat dit ver gezocht is of dat de VS geen plaats hebben in dit debat. Omdat de Amerikanen nu eenmaal barbaren zouden zijn als het gaat over wapens, geweld, gevangenissen of Guantanamo. Maar misschien moeten we precies beginnen met onze blik op de wereld te richten, en ons niet blind te staren op zogenaamde nationale eigenheden en superioriteit, zoals dat nu in Frankrijk gebeurt.

De jonge man in de Verenigde Staten heet Kyle Rittenhouse. Hij is 17 jaar oud. Hij is gefascineerd door Trump.  Twee maand geleden, op 25 augustus, pleegde hij twee moorden. Twee dagen eerder bekeek hij de beelden van Mark en Patricia McCloskey die eregasten waren op de Republikeinse Nationale Conventie. Het echtpaar had nationale bekendheid verworven toen ze, hij met een aanvalsgeweer, zij met een pistool, dreigend voor de deur van hun villa stonden op het moment dat een demonstratie van Black Lives Matter voorbijtrok. Op de Conventie deed het echtpaar een oproep om hun voorbeeld na te volgen: “Als men ons bedreigt, moeten we ons verdedigen”.  “Als ze dat niet hadden gedaan,” tweette Trump, “dan zouden ze in het beste geval zijn geslagen, hun huis zou geplunderd zijn en wellicht in brand gestoken”.

De volgende dag lanceerde de Kenosha Guard, een lokale extreemrechtse militie, een “Call to arms” op Facebook.  De groep riep “de gewapende Patriotten op om op straat te komen om de stad te verdedigen tegen de misdadigers van Black Lives Matter”. Dat was het klimaat dat Kyle deed besluiten om naar Kenosha te trekken, vanuit zijn huis in Antiochië, Illinois, een half uur rijden verderop. Hij was gewapend met zijn Smith en Wesson AR-15 geweer, met 30 patronen. Daarmee schoot hij twee demonstranten in koelen bloede dood.

De jonge man in Frankrijk heet Abdullakh Anzorov. Hij is 18 jaar oud. Hij is van Tsjetsjeense afkomst en werd geboren in Moskou in 2002. Sinds zijn zes jaar woont hij in Frankrijk. Net als Kyle woont hij niet op de plek waar hij zijn daad gaat plegen. Hij woont in Evreux, zo’n honderd kilometer van de gemeente Conflans-Sainte-Honorine waar de tragedie plaatsvond. Op Twitter zou hij al enkele boodschappen geplaatst hebben om de jihad te promoten tegen China en in Afghanistan.

Net zoals Kyle een hele verplaatsing heeft moeten doen, zo moet ook Abdoullakh een weg afleggen naar de school, waar hij aan een aantal studenten vraagt om hem de leraar aan te wijzen naar wie hij op zoek is. Hij zou zelfs leerlingen betaald hebben voor die informatie. Hij kent die leraar niet. Hij kent hem alleen via sociale media waar hij de protesten heeft gelezen, de vragen om zijn ontslag omdat hij de cartoons van de profeet Mohamed in de klas heeft getoond. De vernedering moet gewroken worden. Abdoullakh beantwoordt de oproep: “Ik heb een van je honden uit de hel geëxecuteerd die het heeft aangedurfd Mohammed te vernederen”, schreef hij op sociale media. Enkele uren later schiet de politie hem dood.

Ik kan zo nog doorgaan met vergelijkingen, zoals die tussen Patrick Crusius (21), die eenentwintig mensen heeft doodgeschoten in een supermarkt in El Paso, en Mohammed Merah (23), die zeven mensen heeft omgebracht in Toulouse en Mantauban.

Twintig jaar oorlog, twintig jaar haat

Deze jonge mensen zijn allemaal even oud als de oorlog die twintig jaar geleden wereldwijd werd ontketend als wraak voor de aanslagen van 11 september 2001 in New York. Die aanslagen waren op hun beurt een antwoord op de eerste Golfoorlog, begonnen in 1991 tegen de Arabische wereld, tegen Irak. Het was de start van een honderdjarige oorlog tegen landen uit het Zuiden, voorlopig vooral de Arabische en moslimlanden.

We herinneren ons de woorden van Bush en Blair: “Wie is niet met ons is tegen ons”, “De regels van het spel zijn voorgoed veranderd”. Wat betekende dat geweld de manier werd om politieke, sociale of religieuze problemen op te lossen. Wat betekende dat het legitiem is om oorlog te voeren. Om wraak te nemen. Om de andere te haten. Oog om oog, tand om tand.

Deze jongeren hebben nooit iets anders gekend, nooit iets anders gehoord. Ze zijn kinderen van twintig jaar onafgebroken oorlogszuchtige, racistische en islamofobe uitspraken. Kinderen van twintig jaar oproepen tot vergelding en wraak voor de slachtingen en vernederingen die de onderdrukte volkeren en landen moesten ondergaan.

Binnen dat klimaat heeft de vrijheid van meningsuiting een oorlogsbetekenis en een wrange bijsmaak: iemand als Julian Assange zit in de gevangenis in Londen en riskeert 175 jaar gevangenis in de VS voor de publicatie van documenten tégen de oorlog. Militanten van BDS moeten zich met de regelmaat van de klok voor de rechtbank verantwoorden voor hun publicaties tegen de apartheidsstaat Israël. De wansmakelijke karikaturen van Charlie Hebdo worden uitgeroepen tot handelsmerk van de Franse Republiek. Iets wat zowat gelijk staat met het uitroepen van Trump tot symbool van de Westerse beschaving.

Kinderen kijken ons ongelovig aan. Recht op karikaturen wordt gelijkgeschakeld met opvoeding in de waarden van de Republiek: vergeet het tekort aan leerkrachten, vergeet de schokkende ongelijkheid in het onderwijs of het al even schrijnende gebrek aan omkadering en middelen voor de scholen voor de kinderen van het volk, vergeet de achtergestelde buurten en wijken waar de kinderen geacht worden te leren.

Ten oorlog!

Op 2 oktober, veertien dagen voor de moord, had de Franse president Macron op een persconferentie onder het thema “De Republiek in daden”, radicale maatregelen aangekondigd om “het islamitisch separatisme”, dat zich onttrekt aan de waarden van de republiek, aan banden te leggen. Vanaf nu gaat het niet meer om een oorlog tegen het terrorisme, maar om oorlog tegen het politiek islamisme.

Na de moord is nog een versnelling hoger geschakeld: er wordt een ware oorlogsmachine in gang gezet om de moord op de leraar te wreken. Stigmatisering van de Tsjetsjeense gemeenschap door de enen. Unanimiteit om “de politieke islam” aan banden te leggen. Huiszoekingen en de aankondiging dat vzw’s en andere organisaties zullen ontbonden worden, zoals het Collectif contre l’islamophobie en France (CCIF). Sluiting van radicale moskeeën. Aankondiging van uitwijzingen. Verstrenging van het verbod op het dragen van de hoofddoek.

Linkse politici en verdedigers van de mensenrechten moeten zich beginnen te verontschuldigen voor deelname aan marsen tegen islamofobie, op gevaar af betiteld te worden als islamo-gauchisten, de judeo-bolshewieken van de jaren 30. Als het nodig is, zeggen sommigen, moet de grondwet veranderd worden om al die maatregelen erdoor te krijgen. Dat alles overgoten met een onafgebroken discours over de verdediging van onze waarden, onze beschaving, onze vrijheid van meningsuiting. Tegen de barbarij van de minderheden die deze waarden verwerpen.

Breivik en Anzorov: twee maten, twee gewichten

Ik zal nooit de stilte vergeten die in Europa heerste na de afslachting van 77 mensen, waaronder tientallen jongeren, door Anders B.Breivik in Oslo en op het eiland Utoya op 21 juli 2011. Natuurlijk was de ontstentenis groot en keurde iedereen – van links tot rechts – af wat er gebeurd was. Maar geen massamanifestaties, geen stigmatisering, geen razzia’s, geen organisaties verboden, geen uithalen naar “de barbarij van de meerderheid”, geen verbod op publicatie of vertaling van het manifest van Breivik.

Wat me toen het meeste trof was de Europese eensgezindheid, het in alle toonaarden ontkennen van elke politieke verantwoordelijkheid van rechts of extreemrechts voor de waanzin die er in Noorwegen had plaatsgevonden. Moord en vrije meningsuiting waren immers twee verschillende dingen. Dit keer is het anders. Dit keer lijkt het erop alsof we afstevenen op een burgeroorlog. De bevolking kan maar één indruk krijgen: het moslimterrorisme is de vijand onder ons. Extreemrechts hoeft niets te doen, niets te zeggen, ze moeten alleen maar de vruchten te plukken van het huidig klimaat.

Waar zijn onze waarden wanneer het gaat om de doorbraak van legaal extreemrechts in vrijwel alle Europese landen? Waar is de opvoeding over onze waarden en onze beschaving als reactie op de reeks extreemrechtse moorden in Europa?

Na de 10 moorden, de 15 bankovervallen en de 2 bomaanslagen tussen 2000 en 2011 gepleegd door de NSU, de Duitse fascistische groep van Beate Zschäpe. Na de moord op het Britse parlementslid Jo Cox in 2016 door de witte racist Thomas Mair. Na de schietpartij door Luca Traini, 28, kandidaat van de Lega Norte voor de gemeenteraadsverkiezingen, die in februari 2018 in de straten van Macerata zijn twee semi-automatische pistolen leegschoot op zes Afrikaanse migranten die toevallig zijn pad kruisten. Na de moord op de Duitse politicus Walter Lübcke in juni 2019 door de fascist Stephan Ernst, door hem en een deel van de pers omschreven als een “verdediger van de migranten”.

Na de aanval door Philip Manshaus, de racistische terrorist uit Oslo, op de Baerum-moskee in augustus 2019. Na de moorden van Stephan Balliet, 27, een man uit Halle in Duitsland, die, op 9 october 2019, omdat hij niet binnengeraakte in een synagoge om er een aanslag te plegen, dan maar een vrouw neerschoot die het ongeluk had om daar te passeren, en een man in een kebabrestaurant. Na de moorden door Tobias Rathjen die op 19 februari van dit jaar in Hesse, elf mensen doodschoot in twee chicha-bars in het stadscentrum voor hij zelfmoord pleegde. En dan spreken we hier nog niet over al de aanvallen en brandstichtingen tegen asielcentra die niet gekwalificeerd worden als terrorisme, maar als haatmisdrijven.

Bij Europol blijven alle pijlen gericht op het islamitisch jihadisme. Maar voor het eerst kon men in het terrorismerapport van Europol over 2019 de toenemende ongerustheid voelen over het rechts- extremisme. “In 2019 bereikte een golf van rechtse gewelddadige incidenten, waaronder de verschrikkelijke aanslagen in Christchurch (Nieuw-Zeeland) en aanslagen in de VS, ook Europa. Met aanslagen in Duitsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk, een mislukte aanslag in Litouwen en een verijdeld terreurplan in Polen … Hoewel veel extreemrechtse groeperingen in de EU geen geweld gebruiken, dragen ze bij tot een klimaat van angst en vijandigheid tegen minderheidsgroepen. Dit klimaat, gebaseerd op xenofobie, haat tegen Joden en moslims en anti-vreemdelingengevoelens, kan voor sommige geradicaliseerde individuen de drempel verlagen om geweld te gebruiken tegen mensen en eigendommen van minderheidsgroepen, zoals we de afgelopen maanden maar al te vaak hebben gezien. Net als jihadisten zijn gewelddadige, rechtse alleenstaande daders ingebed in bredere online-gemeenschappen die haat prediken en bepaalde groepen van onze diverse samenlevingen ontmenselijken”. Het rapport is meer dan lezenswaard. Allemaal met dien verstande dat in de meeste gevallen rechts terrorisme niet ondergebracht wordt onder terrorisme maar onder haatmisdrijven.

Dat het gaat om een wereldwijde explosie van wit, rechts terrorisme ontgaat niemand. De zeer officiële organisatie Center for Strategic & Internationals Studies (CSIS), die zich ‘de nummer één onder de think thanks in de wereld van defensie en nationale veiligheid’ noemt, verklaart zich al jaren ongerust. In 2018 kon je op haar website lezen: ‘Het aantal terroristische aanvallen begaan door extreemrechtse daders is in de loop van het voorbije decennium toegenomen, en het is meer dan verviervoudigd tussen 2016 en 2017 … Ook in Europa zijn de aanvallen door extreemrechts gestegen, met 43 procent tussen 2016 en 2017 … Het aantal extreemrechtse aanvallen is sinds 2014 hoger dan dat van de aanvallen door extremistische islamisten.’

Op 17 juni 2020 publiceerde het CSIS een nieuw rapport, nog verontrustender: ‘Tussen 1994 en 2020 zijn er 893 aanslagen en terroristische complotten geweest in de VS. In dat gehele aantal hebben rechtse terroristen 57 procent van alle aanvallen en complotten uit deze periode begaan, tegen 25 procent begaan door linkse terroristen, 15 procent door religieuze terroristen, 3 procent door ethno-nationalisten en 0,7 procent door terroristen met andere motieven.’

Het alternatief kan alleen maar zijn: ons mobiliseren om de eindeloze oorlogen te stoppen die niet alleen honderdduizenden slachtoffers maken, maar die ook het terrorisme van alle kanten voeden. Samen de minderheden beschermen. Samen, opnieuw, het radicaal perspectief openen op een wereld die komaf maakt met de ongelijkheden en de armoede op alle vlakken. Een ongelijkheid die al dramatisch was, maar die zich nog versterkt heeft tijdens de sanitaire crisis. Meer repressie, meer binnenlandse oorlog zullen precies het tegenovergestelde brengen van wat we nodig hebben: meer haat en meer dodelijke waanzin.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!