Wie (opnieuw) werk heeft, riskeert verworven sociale rechten te verliezen. Wie zijn of haar baan heeft verloren, moet op zoek naar ander, vaak nog gevaarlijker werk.
Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Van het vagevuur in de hel: corona duwt Aziatische kledingarbeiders naar nog harder werk en prostitutie

Miljoenen Aziatische kledingarbeiders dreigen door de coronapandemie in een nog slechtere situatie te verzeilen. Dat zegt de Internationale Arbeidsorganisatie. Wie in het begin van de pandemie met verlof gestuurd of ontslagen werd, krijgt dat werk niet altijd terug. Mannen nemen uit noodzaak zwaar fysiek werk aan, vrouwen belanden in de prostitutie. Wie wel naar de fabriek kan terugkeren, riskeert sociale rechten te verliezen. 

Een baan in een Aziatische kledingfabriek is al geen benijdenswaardig werk. De lonen zijn laag en de arbeidsomstandigheden slecht. Door de coronapandemie dreigen miljoenen kledingarbeiders, voornamelijk vrouwen, in een nog gevaarlijkere situatie terecht te komen. Dat zegt de Internationale Arbeidersorganisatie in een nieuw rapport.

Door de coronacrisis hebben modemerken de voorbije maanden voor miljarden dollars aan bestellingen geschrapt. Volgens de belangenorganisatie Clean Clothes Campaign goed voor een loonverlies van in totaal zo'n 5,8 miljard dollar (bijna 5 miljard euro). In de eerste helft van 2020 liep het aantal bestellingen in Zuid-Oost-Azië volgens de Internationale Arbeidsorganisatie met zowat 70 procent terug. 

Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Veel kledingfabrieken werden ook gesloten door de plaatselijke overheid, als gevolg van een ingevoerde lockdown. In haar rapport onderzocht de Internationale Arbeidsorganisatie de situatie in Bangladesh, China, Cambodja, Vietnam, Sri Lanka, India, Indonesië, Myanmar, Pakistan en de Filipijnen. In die landen werken tientallen miljoenen mensen in kledingfabrieken. De onzekerheid waarin velen leven, kan nog maanden duren, stelt de organisatie.

Uit het rapport blijkt dat 40 procent van de kledingarbeiders die bij het begin van de pandemie met verlof werden gestuurd of ontslagen werden, aan het begin van het derde kwartaal nog steeds niet aan het werk was. Zij die wel naar de fabriek kunnen terugkeren, riskeren moeilijk verkregen sociale rechten weer te verliezen. Bijvoorbeeld omdat fabrieken zelf slechte deals sluiten met modemerken. "Het is belangrijk dat dit geen race to the bottom wordt waarbij zij met de minste macht en privileges uiteindelijk het meest zullen lijden", waarschuwt de VN-organisatie.

Ik verdien de helft van wat ik vroeger verdiende en het werk is twee keer zo pijnlijk

Mohammad Akash uit Bangladesh

Intussen zoeken ontslagen arbeiders naar ander werk om te overleven. En vaak is dat nog minder aantrekkelijk dan een baan in een kledingfabriek.

De 33-jarige Mohammad Akash uit Bangladesh bijvoorbeeld. Sinds hij in maart ontslagen is door een fabriek in de Bengaalse hoofdstad Dhaka, vervoert hij stenen. Hij verdient er 2 dollar per dag mee. "Ik verdien de helft van wat ik normaal verdiende en het werk is twee keer zo pijnlijk", getuigt hij.

Akash wacht na 7 maanden overigens nog altijd op zijn opzeggingsvergoeding en andere voordelen die zijn vroegere bazen hem beloofd hadden, na 8 jaar voor hen gewerkt te hebben. "Ik heb al 4 maanden de huur van mijn huis niet meer kunnen betalen."

Ik ben heel bang. Ik doe dit met mijn familie in gedachten, denkend aan hoe ik hen eten zal geven

Hla uit Myanmar stapte vijf maanden geleden in de prostitutie

Voor veel vrouwen die ontslagen werden, ziet de toekomst er nog slechter uit. In Myanmar bijvoorbeeld belanden ze in de prostitutie, zo getuigen verschillende vrouwen aan de Britse krant The Guardian.

De 19-jarige vrouw Hla wilde 7 maanden geleden opnieuw aan de slag na haar zwangerschap, maar omdat honderden kledingfabrieken in Myanmar moesten sluiten, vond ze geen werk. Haar huwelijk liep op de klippen en haar vader zag zijn inkomsten verloren gaan toen hij zijn fietstaxi moest verkopen.

Hla stapte 5 maanden geleden in de prostitutie. "Ik ben heel bang. Ik doe dit met mijn familie in gedachten, denkend aan hoe ik hen eten zal geven", getuigt ze in de krant. Maar ook nu verdienen Hla en zovele anderen niet genoeg om te kunnen overleven. Soms zelfs niet eens genoeg om met de bus naar huis terug te keren.

Bovendien lopen ze nog meer het risico om COVID-19 op te lopen, net als seksueel overdraagbare ziektes zoals aids. Maar vele voormalige kledingarbeidsters hebben gewoon geen keuze.

De Internationale Arbeidsorganisatie waarschuwt: "Er is een significant risico dat bestaande ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in die landen nog groter zullen worden en dat een deel van de vooruitgang die we de laatste jaren hebben gezien, tenietgedaan wordt."

Lees de volledige getuigenis van Hla en andere Myanmarese vrouwen in dit artikel in The Guardian.

 

Meest gelezen