Direct naar artikelinhoud
‘Schande hoe Het Parool steeds deugmutsen aanneemt’
Natascha Van Weezel

‘Schande hoe Het Parool steeds deugmutsen aanneemt’

‘Vieze leugenaar met je linkse main­stream­mediaverzinsels.’

‘Schande hoe Het Parool steeds weer nieuwe deugmutsen aanneemt om Nederlanders zijn linkse agenda door de strot te duwen. En dat voor een voormalige verzetskrant.’

Dit zijn zomaar wat reacties die ik de laatste tijd in mijn mailbox en op mijn socialemediakanalen heb aangetroffen. Helaas krijg ik ze vaker dan me lief is. Ik schat dat het gemiddeld gezien om de week raak is. Af en toe hebben de berichten zelfs een onvervalst antisemitisch karakter: ‘Jij bent het levende bewijs dat de joden de media in handen hebben’ of: ‘Jammer dat het Hitler niet gelukt is om je familie uit te roeien, nu moeten wij naar jouw politiek correcte gejank luisteren.’

Gelukkig word ik zelden bedreigd, dus wat dat betreft mag ik niet klagen. Slechts één keer heb ik aangifte gedaan, nadat iemand me een pijnlijke dood had toegewenst en hardop filosofeerde over de manier waarop hij dat zou willen aanpakken. Voor sommige van mijn collega’s is dit schering en inslag. Zij zitten elk maand op het politiebureau, worden bewaakt of hebben op verzoek van de recherche een bordje met een andere naam op hun voordeur gespijkerd.

Ik schrijf regelmatig over de toename van verbaal geweld op internet en kan mijn mond niet houden als ik onwaarheden lees over de zogenaamde ‘corrupte, linkse mainstreammedia’. Meestal krijg ik daarop van medetwitteraars het commentaar dat ik Twittertrollen beter kan negeren, of dat sociale media geen afspiegeling zijn van de werkelijkheid; daar zitten immers veel ‘wappies’ die buiten de realiteit staan.

Hoe aardig deze commentaren ook zijn bedoeld, ik ben het er niet mee eens. Deze onverdraagzaamheid is namelijk een glijdende schaal. Eerst manifesteert dit zich vooral online, maar op een gegeven moment beperkt het zich niet louter tot gescheld via een beeldscherm.

Een recent besluit van de NOS is daar een alarmerend voorbeeld van: de nieuwsorganisatie haalt het rood-grijze logo van zijn satellietwagens vanwege een aanhoudende reeks bedreigingen aan het adres van medewerkers. Mensen snijden de wagens af op de snelweg en plassen er tegenaan, ze steken hun middelvinger op en plakken stickers met ‘NOS = Fake News’ op de jassen van verslaggevers. Eerst ging het volgens hoofd­redacteur Marcel Gelauff om incidenten, nu gebeurt het structureel. Een nederlaag voor de journalistiek.

Wanneer een groeiende groep Nederlanders zich niet gehoord of begrepen voelt, baart me dat oprecht zorgen. Ik zie het zeker als de taak van journalisten om dit geluid serieus te nemen. Jammer genoeg maakt het verbale en fysieke geweld nagenoeg elk gesprek hierover onmogelijk. Kritisch blijven is prima. Maar het is van de zotte dat ik en mijn collega’s bedreigd worden omdat onze boodschap niet altijd naadloos aansluit bij ieders persoonlijke wereldbeeld of politieke visie.

Natascha van Weezel (34) is journalist. Elke maandag schrijft ze een column voor Het Parool.

Reageren? natascha@parool.nl