Soms komt dat extra stroomgebruik verduurzaming ten goede. Maar aangezien het totale energiegebruik in de komende tien jaar ook moet dalen, zijn er andere posten waar wat vraagtekens bij te stellen zijn - zoals de vooralsnog ongelimiteerde groei van het dataverkeer, of het explosief groeiende gebruik van een andere stroomslurper: airconditioning.
Over tien jaar 10 miljard watt windstroom van zee
Nederland loopt in Europa achter met duurzame energie, maar de inhaalslag is ingezet. Het afgelopen jaar steeg de productie van groene stroom uit zonnepanelen met bijna 50 procent, met een belangrijke rol voor particuliere zonnedaken.
Daar komt nog een andere grote ontwikkeling bij: de bouw van windparken op de Noordzee. De eerste staan er al, en leveren nu 1,7 gigawatt stroom. In de komende jaren komen er nog veel bij, tot een productie van 10 gigawatt in 2030.
Kustgebieden kunnen 'groene waterstof' maken met windstroom
Dat betekent dat er straks punten langs de kust zijn, waar een grote hoeveelheid elektriciteit aan land komt. Dus wordt er nagedacht hoe die kan worden benut. De provincie Groningen koos onlangs voor de waterstoftrein. Dat waterstof wordt in Groningen nog uit aardgas gemaakt, maar Eemshaven krijgt een van de grote elektriciteitskabels van de Noordzee. Dus kan in die provincie ook 'groene waterstof' gemaakt worden, op basis van windstroom.
Ook in IJmuiden kan de stekker zo in het net. Daar zit Tata Steel, een grootgebruiker van steenkool. Willen we de staalsector vergroenen, zal daar zeer veel elektriciteit nodig zijn.
Gaan we al met al niet zoveel extra stroom verbruiken, dat de extra productie uit zon en wind eigenlijk geen klimaatwinst meer geeft?
Bij elektrificatie van vervoer en van de zware industrie valt het probleem nog te bezien. Dat vraagt weliswaar extra stroomproductie, maar dat betaalt zich dan terug via lager gebruik van steenkool, diesel of benzine, en daarmee ook een netto lagere uitstoot van bijvoorbeeld CO2 en fijnstof.
Eén datacenter verbruikt evenveel stroom als 220.000 huizen
Dat is anders bij grote stroomverbruikers die er nieuw bijkomen op het energienet. Zo besteedde actualiteitenprogramma Zondag met Lubach afgelopen weekend aandacht aan de komst van grote datacenters in de Wieringermeer.
Door het open landschap met zeewind hebben windmolens daar een hoge opbrengst. Een park van 99 molens gaat er jaarlijks 1,3 terawattuur aan elektriciteit produceren, genoeg om 370.000 Nederlandse huishoudens van stroom te voorzien.
In theorie dan. Want zestig procent van de elektriciteit van het windpark gaat naar één enkel nieuw datacentrum, van Microsoft, dat naast het windpark wordt gebouwd. Zo verrijzen ook datacenters van Google en Facebook in de polder.
Energietransitie heeft ook (netto) energiebesparing nodig
Ook daar kun je nog zeggen dat het dataverkeer mondiaal nou eenmaal sterk toeneemt en die stroom toch ergens geproduceerd moet worden. Maar je kunt ook vraagtekens plaatsen bij de wenselijkheid van dat groeiende dataverkeer. Zit er wel een limiet op?
Zo is de discussie over 5G zo vertroebeld door complottheorieën dat reële bezwaren bijna geen aandacht krijgen. 5G heeft consequenties voor het klimaat, waarschuwt de Universiteit Utrecht, omdat het 'de energie-efficiëntie van een ouderwetse gloeilamp' heeft, vervolgt de TU Delft. Het stroomverbruik van dataverkeer zal er nog eens 170 procent door toenemen, zo is de vrees.
En dan zijn er tot slot de airco's. Door de toename van hittegolven stijgt het gebruik daarvan in Nederland en wereldwijd razendsnel. En ook daar hangt een stroomprijsje aan: alle airco's in de wereld verbruiken nu al evenveel elektriciteit als alle zonnepanelen in de wereld produceren. En aangezien het deze eeuw door klimaatverandering alleen nog maar warmer zal worden, is de verwachting dat dit stroomgebruik nog 35 keer zo groot zal worden.
Op die manier is het dweilen met de kraan open voor wie werk maakt van duurzame energie, en komen ook klimaatscenario's niet uit. Ongeveer de helft van de beoogde CO2-reducties in de wereld moet namelijk niet van méér duurzame energie komen, maar van een afname van het totale energiegebruik.