Leerlingen hoeven in de klas geen mondkapje te dragen, tenzij het gaat om praktijklessen waarbij vanwege veiligheidsoverwegingen geen afstand gehouden kan worden.
Het advies gaat aanstaande maandag in, zoals afgesproken tijdens het overleg van onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob met de onderwijssector. Van meerdere onderwijsorganisaties was al bekend dat zij voorstanders waren van het gebruik van mondkapjes.
Scholen mogen volgens de afspraken zelf beslissen of het dragen van een mondkapje verplicht is, wat een aantal scholen al heeft gedaan. Een mondkapjesplicht kan volgens het ministerie worden vastgesteld in het leerlingenstatuut en in de arbeidsvoorwaarden, waar vervolgens de medezeggenschapsraad mee akkoord moet gaan.
In het voortgezet speciaal onderwijs moet de schoolleiding in overleg met de medezeggenschapsraad bepalen welke leerlingen uitgesloten zijn van het advies. Het dragen van mondkapjes is namelijk voor sommige leerlingen "niet realistisch", bijvoorbeeld omdat ze sterk afhankelijk zijn van gelaatsuitdrukkingen.
Mondkapjes aanvulling op huidige maatregelen
Het ministerie van Onderwijs benadrukt dat het dragen van mondkapjes een aanvulling is op de huidige coronamaatregelen. Leerlingen moeten dus nog steeds zo veel mogelijk afstand houden van hun leraren en andere schoolmedewerkers.
Er wordt daarnaast gemeld dat het advies niet geldt voor basisscholen. Dat komt omdat "het besmettingsrisico van kinderen in de basisschoolleeftijd aanzienlijk lager is", aldus het ministerie. In het primair onderwijs houden leraren en leerlingen geen afstand van elkaar, wat in het voortgezet onderwijs wel het geval is.
Het advies geldt ook niet voor mbo-scholen, hogescholen en universiteiten. Deze onderwijsinstellingen kunnen volgens het ministerie echter wel in overleg met de veiligheidsregio besluiten om toch over te gaan tot een dringend advies.
NUjij: Uitgelichte reacties