Dat heeft het Nederlandse ISISpace aangekondigd, dat zegt verantwoordelijk te zijn voor 101 van de gebruikte satellieten. Het Nederlandse bedrijf maakt voornamelijk nanosatellieten. De zwaarste satelliet weegt 714 kilogram en de lichtste ruim 1 kilogram.
De Russen brachten in 2014 in totaal 37 satellieten in één keer buiten de atmosfeer.
De raket die de satellieten buiten de dampkring bracht, werd gelanceerd vanaf ruimtebasis Sriharikota in het oosten van India. Aan boord waren satellieten uit zeven verschillende landen, waaronder ook de Verenigde Staten.
Van de 101 Nederlandse satellieten was het bedrijf bij drie deels verantwoordelijk voor het ontwerp en de ontwikkeling. Het is onduidelijk wat voor rol ISISpace precies speelde bij de overige 98 apparaten. Een woordvoerder van de ruimteorganisatie was niet bereikbaar voor commentaar.
Het bedrijf hielp voor een Zwitsers project met de DIDO-2. Deze satelliet is een minilaboratorium voor in de ruimte, waarmee wordt getest hoe goed zo’n systeem kan werken.
De in Nederland deels gemaakte Nayif-1 zal tekstberichten vanaf de aarde opvangen en doorsturen. Op deze manier moet de satelliet data voor academische onderzoeken verzenden tussen de Mohammed bin Rashid Space Centre en academici in de Verenigde Arabische Emiraten.
De PEASSS kan zelf stroom genereren en houdt de ruimte in de gaten. Op deze manier moet de nanosatelliet het makkelijker maken voor Europa om scans van de ruimte uit te voeren.