De vier bedrijven zouden tussen 2008 en 2011 van tevoren de winkelprijzen van concurrenten doorgekregen hebben. Daardoor konden de vier concerns hun eigen prijzen hierop afstemmen en dat leidde tot concurrentievervalsing, aldus de ACM.
In het geval van tabak bepalen niet de winkeliers, maar de producenten de consumentenprijzen. Via afnemers, waaronder groothandels, ontvingen de vier fabrikanten informatie over de prijzen van concurrenten al voordat winkeliers deze prijzen gingen hanteren. Dat is niet toegestaan.
Zo schreef een JTI-medewerker in een aan een groothandel gerichte e-mail: "Hierbij de prijslijst van BAT. Als jij ITN (Van Nelle, red.) en PMI (Philip Morris, red.) ontvangt, stuur deze dan p.o. (per ommegaande, red.) naar mij toe."
De hoogste boete is voor BAT, dat ruim 31 miljoen euro moet betalen. Philip Morris, JTI en Van Nelle moeten respectievelijk boetes van 27,5 miljoen, 13 miljoen en 10,4 miljoen euro betalen.
De fabrikanten zijn tegen het besluit in beroep gegaan. Drie van de vier hebben zich ook verzet tegen de publicatie van het besluit van de ACM, maar ze hebben daarin geen gelijk gekregen van de rechter, die ACM toestemming gaf om het boetebesluit te publiceren.
NUjij: Uitgelichte reacties