Op dinsdag 22 september heeft de Tweede Kamer ingestemd met de grondwetswijziging die het bindende correctieve referendum mogelijk maakt. “Daar zijn we als Meer Democratie op zich blij mee. Maar op het laatste moment is er een veel te hoge uitkomstdrempel ingevoegd.  We zijn hier heel erg teleurgesteld over, omdat het nu bijna onmogelijk wordt om een referendum ‘te winnen’“ zegt woordvoerder Niesco Dubbelboer. “Wij roepen de Eerste Kamer op aanpassingen te eisen.”
 

Pervers spelletje in de Tweede Kamer

Op het laatste moment heeft de ChristenUnie een amendement ingediend om te zorgen dat er een uitkomstdrempel van 50% gaat gelden bij het referendum. Dit betekent dat een uitslag van een referendum alleen geldig is als de meerderheid die tegen stemt, tegelijk minimaal de helft van de opkomst bij de laatste verkiezingen omvat. Bij de laatste Kamerverkiezingen was de opkomst 82 procent. Dus als 60 procent bij een referendum tegen stemt, dan moet de opkomst bijna 70 procent bedragen om het referendum geldig te laten zijn. Dat is in de praktijk een hele hoge en oneigenlijke drempel. “Het maakt nogal een verschil of mensen gaan stemmen voor verkiezingen waarbij het totale beleid voor 4 jaar wordt bepaald, of voor één enkel onderwerp bij een referendum.”

Net zo erg is hóe dit amendement aangenomen werd. De notoire tegenstanders van het referendum (VVD, CDA, SGP) hebben voor dit amendement van de ChristenUnie gestemd om vervolgens na aanname van het amendement, toch tegen de gehele referendumwet te stemmen. “Mensen worden terecht boos van dit soort machtspolitiek cynisme. Als Meer Democratie weten we dat de Haagse politiek pervers kan zijn, maar we zijn hier toch verbijsterd over.”

Vreemde rol van D66 en 50PLUS

De stemming werpt ook een vreemd licht op het stemgedrag van D66. Zij hebben als ‘pro-referendum’ partij met de anti-referendumpartijen voor dit amendement gestemd. Als ze dat niet hadden gedaan, was het amendement niet aangenomen. “Het is ons een raadsel waarom D66 voor deze hoge drempel heeft gestemd. Het was niet nodig om een meerderheid te krijgen voor de gehele wet, want die was gewoon aanwezig.” Overigens stemde ook 50PLUS voor dit amendement, wat aantoont dat de liefde voor het referendum blijkbaar sterk hing aan de net vertrokken voorman Henk Krol. 

Te hoge uitkomstdrempel

Nederland krijgt hiermee wereldwijd gezien een van de hoogste drempels voor de geldigheid van referenda. En dat terwijl het om een beperkte vorm van referendum gaat. De grondwet, de monarchie, de begroting en de belastingen en – nu ook voor het eerst -  internationale verdragen zijn uitgezonderd van referenda. “Blijkbaar blijft de demofobie – de angst voor het volk – een overheersende tendens in Den Haag”, aldus Dubbelboer.

Bij verkiezingen gelden geen opkomst- of uitkomstdrempels. De uitslag is altijd geldig, hoe laag de opkomst ook is. “Vervolgens wordt die opkomst opeens als een absolute eis gehanteerd voor de geldigheid van een referendum. Ironisch genoeg hebben de huidige coalitiepartijen op dit moment zelf ook minder dan 50% van de stemmen – namelijk 49,3%. Zijn hun besluiten dan opeens ook allemaal ongeldig?”  

Duiken bij het publieke debat

Van uitkomstdrempels wordt wel eens gesteld dat ze – in tegenstelling tot gewone opkomstdrempels – minder snel leiden tot boycotacties (oproepen om niet te gaan stemmen). Maar ze hebben wel andere nadelen. “Deze drempel is zo hoog dat de regering er vaak op zal gokken dat een eventueel referendum wel zal mislukken en ze toch hun zin doordrijven. Een andere tactiek is bewust geen campagne voeren, zodat burgers niet gemobiliseerd worden om te stemmen. Deze uitkomstdrempel geeft dus een prikkel om het publieke debat uit de weg te gaan.”

Oproep aan de Eerste Kamer

Is een referendum met zo’n hoge drempel beter dan geen referendum? De dreiging van een referendum legt al druk op de politiek om te werken aan beleid dat kan rekenen op draagvlak.  Referendumcampagnes leiden bij uitstek tot grote maatschappelijke discussies die van alles in gang kunnen zetten. Maar die functies van het referendum werken nog veel beter met lagere of geen drempels voor de geldigheid.

Nu moet de Eerste Kamer het voorstel nog goedgekeuren, en na de verkiezingen moet het nogmaals door het parlement worden bekrachtigd en dan met een tweederde meerderheid. “Wij roepen de Eerste Kamer op om te eisen dat er geen of fors lagere drempels voor de geldigheid in worden opgenomen”, aldus Niesco Dubbelboer.