Direct naar artikelinhoud
ReportageTerrassen in de winter

Cafés willen ook in winter volle terrassen – maar politiek hikt aan tegen ‘verwarmen van buitenlucht’

Horeca-uitbater Johan de Vos van Boerke Verschuren met een van de heaters die de komende winter op zijn buitenterras zullen staan.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Dankzij de grotere terrassen kon de horeca deze zomer de omzet nog enigszins op peil houden. Nu het kouder wordt, willen cafés en restaurants ook winterterrassen. Maar hoe slecht is het voor het milieu die allemaal te gaan verwarmen?

‘Natuurlijk moet je niet verwachten dat bij min 5 graden het hele terras vol zit’, zegt Johan de Vos, eigenaar van café Boerke Verschuren in Breda. ‘Maar bij kwakkeldagen van 15 graden kom je wel in de buurt. Mensen voelen zich buiten gewoon veiliger voor het virus. Een winterterras met heaters kan helpen om de klappen die we als horeca krijgen door de coronacrisis zo beperkt mogelijk te houden.’

Op het gezellige caféterras onder de platanen genieten een stuk of tien bezoekers van hun biertje of cappuccino. Het is mogelijk de laatste mooie nazomerdag – het KNMI heeft al buiig herfstweer aangekondigd. Daarom is De Vos, vicevoorzitter van de Bredase afdeling van Koninklijke Horeca Nederland (KHN), de actie ‘Hoe helpen we de horeca de winter door’ begonnen.

Met een verwarmd winterterras dus. De cafébaas tekent met zijn wijsvinger de contouren van de overkapping die hij samen met twee horecaburen voor ogen heeft. Zo’n 40 bij 20 meter van het pleintje in de wijk het Ginneken, aan de zuidkant van Breda, zal worden overkapt. ‘Tot aan die lantaarn en boom daar’, wijst hij. ‘Een houten overkapping met de zijkanten open.’

Circa 110 cafés en restaurants die ook in de winter een buitenterras willen uitbaten hebben zich al bij de gemeente gemeld. Want door de anderhalvemetermaatregel kunnen ze binnen nog steeds te weinig gasten kwijt. De verruiming van de terrassen in de zomer hebben veel horecagelegenheden goed geholpen om hun omzet nog enigszins op peil te houden. De Vos schat dat de omzetdaling daardoor beperkt is gebleven tot enkele tientallen procenten.

Dat kunstje hopen ze in de winter te kunnen herhalen. Het zijn vooral cafés die een verzoek voor een winterterras hebben ingediend. De meeste gaan voor simpele parasols met heaters, vijftien tot twintig horecatenten willen iets met een overkapping doen. KHN heeft met de gemeente afgesproken dat aanvraag- en vergunningprocedures worden versneld en verkort. ‘Gelukkig heeft Breda een VVD-college’, grijnst de ondernemer. ‘De gemeente werkt goed mee, dat zag je ook met die terrassenzee in de binnenstad deze zomer.’

In veel andere gemeenten, van Groningen tot Bergen op Zoom en van Amsterdam tot Heumen, wordt eveneens diep nagedacht en overlegd om horecaondernemers ook in de winter te laten profiteren van grotere terrassen. Bijna alle partijen, van rechts tot links, gunnen het de kroegbazen best wel om zo wat meer omzet te kunnen draaien. Maar de gewetensvraag is daarbij wel: hoe slecht is het voor het milieu om al die terrassen in de winter te verwarmen?

Voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal heeft daarvan een serieuze berekening gemaakt. Uitgaande van tien elektrische terrasverwarmers met een gemiddeld vermogen van 2.000 watt, die zes maanden lang elke avond 4 uur aanstaan, levert dat een uitstoot van bijna 7.000 kilo CO2 (koolstofdioxide) op. ‘Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot voor het energieverbruik (gas en elektra) voor twee jaar van een gemiddeld huishouden’, aldus woordvoerder Mariken Stolk van Milieu Centraal. ‘Om deze uitstoot te compenseren zou je 34 bomen moeten planten.’

In Amsterdam hebben de linkse partijen best wel begrip voor de zware tijden in de horeca, waar sinds kort ook nog de vervroegde sluiting is bijgekomen. Maar ze hebben ook moeite met het ‘zomaar verwarmen van de buitenlucht’. GroenLinks vindt het niet de bedoeling om in een natte en koude winter ‘halve tenten in de openbare ruimte’ te gaan verwarmen. En de SP pleit ervoor dat kroegbazen de verwarming alleen maar aanzetten als er gasten zitten.

In Groningen is GroenLinks in normale tijden fel gekant tegen energieslurpende terrasverwarmers. Maar corona maakt alles anders, al gaat de voorkeur toch vooral uit naar duurzamere alternatieven als kussens, fleecedekens of windschermen.

GroenLinks in Leiden is eveneens voor winterterrassen ‘als steun voor de Leidse horeca tijdens corona’. Maar dan alleen op een duurzame manier, jas aan en met dekentjes, zonder terrasverwarmers. De partij spreekt zelfs gevat van ‘een winterjasterras’.

Daar begrijpt de Bredase kroegbaas De Vos dus helemaal niks van. ‘Leiden is toch ook een Bourgondische stad? Hoe kun je dan zeggen: het terras is open, maar neem wel je skipak mee?’

Hij heeft nu al tien verplaatsbare heaters op het terras staan. Hoeveel er straks nodig zijn om het overkapte terras te verwarmen? ‘Net zoveel als er nodig zijn om het warm te krijgen’, antwoordt hij nuchter. ‘Als dat er twintig zijn, dan worden het er twintig.’

Verderop in de Bredase wijk Princenhage heeft zijn collega Will Hense eveneens een vergunning aangevraagd voor de plaatsing van een stretchtent voor eet- en bierlokaal De Aogse Markt op de gelijknamige Haagsemarkt. ‘Een mooie tent van 10,5 bij 7,5 meter op houten palen die past in het beeld van de markt’, onderstreept hij. ‘Het wordt geen witte partytent.’

Volgens hem is een winterterras heel belangrijk voor de horeca. ‘Je hebt in deze coronatijden te maken met mensen die graag buiten willen vertoeven’, aldus Hense. ‘Ze hebben er een veiliger gevoel bij. Dat proberen we te faciliteren. Of het een succes wordt, weten we pas in februari.’

In de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is nog geen vervroegde sluiting van de horeca afgekondigd. ‘Die dreiging hangt natuurlijk wel als een zwaard van Damocles boven ons hoofd’, zegt Hense. ‘Maar als je je laat leiden door ‘als dit, als dat’, dan kun je beter meteen alle deuren sluiten.’

We hebben een naam hoog te houden als horecastad, zei de burgemeester. Zo werd de binnenstad van Breda omgetoverd in ‘een terrassenzee’.  

Vervroegde sluiting van de horeca? ‘Symboolpolitiek’ en de vrees voor ‘illegale feestjes’.