Fraude gaf vaccins slechte reputatie

Alle scepsis tegenover vaccins is te herleiden tot een Britse arts, die in 1998 beweerde dat het BMR-vaccin autisme veroorzaakte. Zijn conclusie leidde ertoe dat miljoenen ouders hun kinderen niet lieten inenten, maar later bleek dat het verhaal de arts niet klopte.

Had het mazelenvirus het gekund, dan zou het zich op zaterdag 28 februari 1998 in de handen hebben gewreven. Nadat het er een tijd lang onder is gehouden door het effectieve BMR-vaccin heeft het virus nu de deur naar de vrijheid op een kier weten te zetten.

Die ‘deur’ is een wetenschappelijk artikel dat de Britse arts Andrew Wakefield van het Royal Free Hospital in Londen publiceert in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet.

In een onderzoek onder 12 kinderen wijst de arts op een verband tussen autisme, darmziekten en het BMR-vaccin, dat tegen bof, mazelen en rodehond wordt toegediend.

Wakefield stelt dat het vaccin de darmen aantast en op een of andere manier de hersenen treft, waardoor kinderen in enkele dagen autistisch worden.

Virus valt kleine kinderen aan

Het artikel baart opzien tot ver buiten de wetenschap en al een paar jaar later zijn de gevolgen direct terug te zien in de ziektestatistieken.

Veel ouders weigeren hun kinderen te laten inenten met het BMR-vaccin, en met name het mazelenvirus maakt dankbaar gebruik van de kwetsbaarheid van onbeschermde kinderen. In vijf jaar is het aantal gevallen van mazelen in Groot-Brittannië verdubbeld.

Helaas zijn de kinderen daar niet bij gebaat, want Wakefield had gefraudeerd met zijn onderzoek. Maar het duurt een paar jaar voordat dit bewezen is, en dan is er al veel weerstand ontstaan jegens vaccins in het algemeen. De statistieken liegen er niet om.

In april 2015 zijn er demonstraties tegen de gedwongen inenting van alle schoolgaande kinderen in Californië.

© RICH PEDRONCELLI/AP/RITZAU

Artsen spreken zich uit tegen vaccins

Andrew Wakefield is de zoon van twee Britse artsen en gaat zelf ook medicijnen studeren. In 1981 studeert hij op 24-jarige leeftijd af aan St Mary’s Hospital Medical School in Londen, op dat moment de meest geliefde geneeskundefaculteit van Groot-Brittannië.

De jonge arts leert door voor chirurg en specialiseert zich in orgaantransplantaties, maar zijn belangstelling verschuift, en in 1993 weet hij alle ogen op zich gericht dankzij een wetenschappelijk artikel. Hierin poneert Wakefield de theorie dat het mazelenvirus de ziekte van Crohn kan veroorzaken.

Twee jaar later beweert hij dat de levende, verzwakte virussen in het BMR-vaccin de oorzaak zijn van deze darmziekte, en al snel wordt het vaccin ervan beschuldigd dat het tot autisme leidt.

In 1998 publiceert Wakefield samen met 12 collega’s een artikel in het Britse wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. Hierin beweren de onderzoekers dat ze een nieuwe ziekte hebben geïdentificeerd, die ze autistische enterocolitis noemen. Ze zien een verband tussen een nieuw type darmziekte, autisme en het BMR-vaccin.

12 kinderen nemen deel aan het onderzoek

Het artikel stoelt op een onderzoek onder 12 kinderen, die vóór de inenting normaal functioneerden. Acht van hen kregen volgens het onderzoek 14 dagen na de intenting al last van gedragsmatige symptomen.

Het BMR-vaccin bestaat uit verzwakte virusdeeltjes van de drie ziekten bof, mazelen en rodehond. Zodra de deeltjes worden ingespoten, maakt het immuunsysteem antistoffen aan, die het virus de kop indrukken.

Als het onverzwakte virus later aanvalt, wordt het snel door het immuunsysteem herkend – en uitgeschakeld. Maar de dosis van het zwakke levende virus is juist het probleem volgens Andrew Wakefield.

Dat vertelt hij tegen de BBC, al heeft hij dat niet bewezen met zijn onderzoek. ‘Als je drie virussen tegelijkertijd toedient – levende virussen –, vergroot je het risico op bijwerkingen, met name als een van deze virussen het immuunsysteem zo sterk beïnvloedt als mazelen,’ zegt hij volgens de BBC.

Media verspreiden het verhaal

Vlak na de publicatie van de onrustbarende resultaten houdt de arts een persconferentie, waarin hij ouders oproept om hun kinderen niet te laten inenten voordat wetenschappers de zaak grondig hebben onderzocht.

De dag daarna duikt het verhaal op in alle media: ‘BMR-vaccin veroorzaakt autisme’. Kranten, tv, radio en internet maken het alsmaar groter. In 2002 – vier jaar later – drukken alleen al Britse kranten 1531 artikelen over het onderwerp af. Twee derde daarvan uit kritiek op het BMR-vaccin of noemt het regelrecht onveilig.

De negatieve pers verhit de gemoederen flink, en uit angst voor autisme bij hun kinderen zien veel ouders af van inenting.

Angst voor vaccinatie neemt exponentieel toe

Voordat Wakefield in 1998 zijn resultaten publiceerde, kreeg 90 procent van alle Britse kinderen het vaccin. In 2003 is dat cijfer gekelderd tot 80 procent, en een vergelijkbare tendens doet zich voor in de VS.

Die daling lijkt misschien niet zo groot, maar is toch heel ernstig. Wil een vaccin effectief zijn, dan mag een virus niet te veel ‘vrijplaatsen’ vinden in niet-ingeënte mensen die het kan besmetten en in wie het zich kan vermeerderen.

De wereldgezondheidsorganisatie WHO stelt dat minstens 95 procent van de bevolking moet worden ingeënt tegen mazelen.

Bij dat percentage kan het virus namelijk zo weinig kanten op dat iedereen – ook de mensen die te ziek zijn om te worden ingeënt – beschermd is.

Finland haalt de 95 procent allang, en hier zijn mazelen al 20 jaar lang uitgeroeid. Groot-Brittannië was ook een aardig eind op weg naar dat doel.

Mazelen

Mazelen

© Shutterstock

Mazelen eist eerste slachtoffer in 14 jaar

Nadat het aantal gevallen van mazelen in de jaren 1990 in Groot-Brittannië enigszins stabiel op 100 tot 200 per jaar heeft gelegen, begint het te stijgen. In 2003 is het aantal ruim verdubbeld, en weliswaar schommelt het daarna, maar de stijging is onmiskenbaar.

In 2008 zijn het er bijna 1400, en in 2012 piekt het met meer dan 2000 Britten die mazelen krijgen. In 2006 vindt een sterfgeval plaats: de eerste acute mazeleninfectie in 14 jaar.

Niet alleen in Groot-Brittannië jaagt het onderzoek van Andrew Wakefield ouders schrik aan, ook in de rest van Europa neemt het aantal ingeënte kinderen af, en in 2011 zijn er vier keer zo veel gevallen van mazelen als in 2008.

Diezelfde trend vindt plaats in de VS, waar op dat moment minder kinderen worden ingeënt tegen BMR dan in landen als Libië en Zimbabwe.

Arts kiest proefpersonen zelf uit

De geventileerde scepsis geeft echter totaal geen juist beeld van het vaccin. Gezondheidsinstanties overal ter wereld wijzen er van meet af aan op dat het vaccin veilig is en hebben daar ook historische bewijzen voor.

In de VS waren er jaarlijks zo’n 400.000 gevallen van mazelen, tot er in 1963 een vaccin kwam voor kinderen van rond één jaar. Het uitgebreidere BMR-vaccin dateert van 1971.

In vijf jaar daalde het aantal mazelengevallen tot 50.000 per jaar, en sinds het inentingsprogramma in 1990 werd uitgebreid met een prikje op vierjarige leeftijd zijn er de VS er nog geen 200 gevallen per jaar. Inmiddels blijkt dat Andrew Wakefields onderzoek aardig rammelt.

Zo heeft hij zijn proefpersonen op een zeer ongebruikelijke manier geselecteerd: als zijn zoon in 1998 tien jaar wordt, biedt Wakefield de kleine gasten van de jarige vijf pond aan om een bloedmonster af te staan.

Dit druist tegen alle ethische regelgeving voor geneeskundige proeven in, maar Wakefield blijkt nog veel ernstiger fouten te hebben gemaakt bij de selectie van zijn proefpersonen.

Dat ontdekt de Britse journalist Brian Deer als hij in de zaak gaat spitten en in 2004 zijn bevindingen onderbrengt in een reeks artikelen in de Sunday Times en het geneeskundetijdschrift BMJ.

Kinderen hadden vóór inenting al symptomen

De journalist toont aan dat de ouders van de meeste proefpersonen er van tevoren al van overtuigd waren dat het BMR-vaccin het autisme van hun kinderen heeft veroorzaakt. Ze bereiden een rechtszaak voor tegen de fabrikant om een schadeloosstelling te krijgen, en hun advocaten betalen Wakefield een half miljoen euro om de symptomen bij de kinderen aan te tonen.

Bovendien onthult de journalist dat het verband tussen het vaccin en autisme op fraude berust. Drie van de kinderen die autisme zouden hebben ontwikkeld, hebben nooit de diagnose gekregen, en vijf hadden vóór de inenting al mentale en fysieke ontwikkelingsstoornissen.

De proefpersonen zijn dus niet willekeurig gekozen, maar zorgvuldig geselecteerd onder mensen die tevoren al meenden dat het BMR-vaccin schuldig was aan de aandoeningen van hun kinderen.

Op die manier móét het experiment zichzelf bijna wel bevestigen. Zelfs als een onderzoeker bijvoorbeeld 100 kerngezonde mensen vindt die al hun hele leven roken, wil dat niet zeggen dat roken gezond is.

De onderzoeker moet juist 100 rokers en 100 niet-rokers willekeurig selecteren en daarna de gezondheid van de twee groepen met elkaar vergelijken.

Wakefield had dus ook kinderen die niet waren ingeënt en kinderen zonder autisme moeten onderzoeken.

Ruim miljoen kinderen worden onderzocht

Verder had hij slechts 12 proefpersonen gebruikt en was er geen controlegroep. Biologische systemen zijn zo complex dat er vele verklaringen kunnen zijn van de verbanden die wetenschappers waarnemen.

Daarom moeten proeven altijd meerdere malen op verschillende manieren en in andere laboratoria worden herhaald. Veel onderzoekers doen dat ook.

In 2002 publiceerde de arts Kreesten Meldgaard Madsen van de Deense universiteit van Aarhus een onderzoek onder alle kinderen die van 1991 tot 1998 in Denemarken geboren zijn. Van de 537.303 kinderen had 82 procent het BMR-vaccin gekregen, en 738 hadden autisme ontwikkeld.

Daaruit blijkt dat het vaccin niet leidt tot een verhoogd risico op autisme; integendeel, het risico op autisme was bij de ingeënte kinderen 8 tot 17 procent lager dan bij de niet-ingeënte kinderen.

Het lijkt erop dat het vaccin kinderen eerder tegen autisme beschermt – maar de statistische onzekerheid is te groot om zo’n stellige conclusie te trekken.

In 2014 kwam Guy Eslick van The University of Sydney in Australië op hetzelfde uit. Hij heeft met behulp van statistische methoden vijf onderzoeken, waaronder dat van Meldgaard Madsen, nagetrokken, waarbij wetenschappers het verband hebben onderzocht tussen autisme en vaccins.

Deze vijf onderzoeken behelzen in totaal 1.256.407 kinderen, en weer is de conclusie helder: kinderen lopen door inenting geen risico op autisme.

Daar staat dus Wakefields onderzoek van 12 kinderen tegenover – 1/100.000 van het Australische onderzoek.

Andrew Wakefield met aanhangers nadat de Britse gezondheidszorg zijn onderzoek in 2010 als onethisch heeft bestempeld.

© SHAUN CURRY/AFP/SCANPIX

Arts vraagt patent aan op alternatief vaccin

Het vertrouwen in Andrew Wakefield is in academische kringen al laag als Brian Deer in 2004 onthult dat de arts eerder een patent heeft aangevraagd op een alternatief vaccin tegen mazelen.

Het bestaande BMR-vaccin is een mengeling van drie vaccins tegen bof, mazelen en rodehond, en in deze cocktail is het mazelenvaccin volgens Andrew Wakefield schadelijk.

In zijn patentaanvraag verklaart hij dat het risico op autisme en darmkwalen weggenomen wordt door het mazelenvaccin apart toe te dienen, en juist zo’n vaccin heeft hij ontwikkeld.

Wakefield heeft er dus een groot geldelijk belang bij om het bestaande BMR-vaccin in diskrediet te brengen, waardoor het nare vermoeden de kop opsteekt dat de arts voor financieel gewin bewust heeft gefraudeerd met zijn artikel in The Lancet.

Na deze kritiek keren tien van de twaalf andere onderzoekers en coauteurs van het omstreden artikel de arts de rug toe en zeggen ze de gevolgen ervan te betreuren.

Tijdschrift trekt artikel terug

Wakefield ligt nu zwaar onder vuur, en er wordt druk uitgeoefend op The Lancet om het artikel uit 1998 terug te trekken. Het wetenschappelijke tijdschrift had alleen zijn spijt betuigd over de onregelmatigheden in verband met de financiering van het onderzoek door advocaten.

De overweging van de redactie kan zijn geweest dat het tijdschrift door het terugtrekken van een artikel in een slecht daglicht komt te staan.

In januari 2010 stelt de Britse gezondheidsraad, General Medical Council (GMC), vast dat Wakefield zich schuldig heeft gemaakt aan ‘wetenschappelijk wangedrag’ en een zeer onethische behandeling van zieke kinderen door bloed af te nemen zonder voorafgaande toestemming.

Door die conclusie – zes jaar na de onthullingen van Brian Deer – trekt The Lancet het misleidende artikel eindelijk in. Kort daarop moet Andrew Wakefield zijn dokterslicentie inleveren.

Steeds meer mensen laten hun kinderen weer inenten en inmiddels stellen veel landen zich opnieuw ten doel om een vaccinatiegraad van 95 procent te halen.

Verdoving heeft de sterfte tijdens operaties teruggedrongen met circa 90 procent.

© BSIP/GETTY IMAGES

HPV-virus dood 300.000 mensen per jaar

Desondanks heeft Wakefields artikel twijfel gezaaid over vaccins, en nu moet het HPV-vaccin het ontgelden, dat zo’n tien jaar geleden werd geïntroduceerd.

Dit vaccin beschermt tegen de meest voorkomende varianten van het humaan papillomavirus, HPV, dat met name de geslachtsdelen van jonge vrouwen besmet en genitale wratten veroorzaakt.

Verder is het HPV-virus verantwoordelijk voor vrijwel alle gevallen van kanker in de anus en baarmoederhals, ruim de helft van alle gevallen van hoofd-halskanker en tumoren in de vagina, schaamlippen en penis.

Wereldwijd veroorzaakt het HPV-virus vermoedelijk zo’n 300.000 gevallen – 5 procent – van kanker met dodelijke afloop per jaar.

Het HPV-vaccin wordt nog maar zo’n tien jaar gebruikt, en omdat het bescherming biedt tegen een vorm van kanker die zich pas 10 tot 30 jaar na besmetting met het HPV-virus openbaart, staat nog niet vast hoe effectief het precies is.

Een nieuw, groot onderzoek uit 2019 neemt echter veel twijfel weg. Het is een zogeheten metaonderzoek, waarbij gegevens van 65 studies naar het effect van het vaccin zijn gecombineerd. In totaal omvat het metaonderzoek 60 miljoen mensen.

Uit de resultaten blijkt duidelijk dat het vaccin het aantal HPV-besmettingen, genitale wratten en celveranderingen in de baarmoederhals sterk heeft teruggebracht. Het grootste effect was zichtbaar bij een hoog vaccinatiepercentage bij meerdere geboortejaren.

Het HPV-vaccin bereidt de afweer voor op het virus door er een lege kopie van toe te dienen.

© JOE RAEDLE/GETTY IMAGES

Bloggers uiten kritiek op HPV-onderzoekers

Ondanks die veelbelovende cijfers heeft het HPV-vaccin veel tegenstanders, die ouders oproepen hun dochters niet te laten inenten. Via blogs, sociale media en andere internetdiensten verspreiden ze hun boodschap.

Er zijn allerlei groeperingen en bloggers die kritisch tegenover vaccinatie staan. Op papier zijn ze niet voor of tegen inenten, maar ze willen gewoon de waarheid, die de overheid volgens hen verhult, boven tafel krijgen.

Op Facebook en websites floreren de persoonlijke, vaak anonieme verhalen en ogenschijnlijk wetenschappelijke artikelen die kritisch naar onderzoeksresultaten kijken.

Er worden bijvoorbeeld vraagtekens gezet bij de selectie van proefpersonen en het financiële gewin dat er voor farmaceutische bedrijven te behalen valt door het op grote schaal verspreiden van de vaccins.

De invloed van bloggers komt terug in de nationale statistieken. In Denemarken is het aantal meisjes dat in 2003 geboren is en aan het HPV-inentingsprogramma is begonnen, met 54 procent het laagste in Scandinavië.

Het aantal is enorm gedaald ten opzichte van de meisjes die in 1998 zijn geboren, waarbij 92 procent aan het programma is begonnen, en beduidend lager dan in Noorwegen en Zweden, waar respectievelijk 88 en 80 procent van de meisjes ermee gestart is.

Slechts 29 van de 1,5 miljoen zijn chronisch vermoeid

De Canadese antropoloog en neuropsychiater Anna Kata van de McMaster University in Ontario onderzocht groeperingen die volgens haar steeds meer invloed op de beslissing van ouders krijgen doordat veel mensen minder naar artsen en deskundigen luisteren maar zich laten leiden door informatie die ze op internet vinden.

Kata kwam erachter dat de anti-inentingscampagnes deskundigen verdacht maken, met als argumenten dat ze marionetten van de farmaceutische industrie zijn, of dat de wetenschap er wel vaker naast zit.

En sommige stellen het vaccin zelf in een kwaad daglicht door te benadrukken dat het niet 100 procent effectief is of dat nog niet bekend is hoe goed het precies werkt. Verder wordt het vaccin onnatuurlijk genoemd, tegenover de besmetting die vanzelf gaat, of potentieel gevaarlijk omdat het tegendeel niet is bewezen.

Deze argumenten zijn lastig te weerleggen omdat ze breed geformuleerd en vaag zijn, vaak gebaseerd zijn op een enkel geval en niet naar de wetenschappelijke documentatie kijken.

Maar het meest wetenschappelijke argument van de inentingssceptici snijdt geen hout. Dat luidt dat artsen een aantal gevallen van chronische vermoeidheid bij jonge ingeënte vrouwen hebben geconstateerd.

De Britse gezondheidszorg kwam er in 2013 tijdens een onderzoek op uit dat van de 1,5 miljoen ingeënte meisjes 29 symptomen van chronische vermoeidheid vertoonden in de periode van 2008 tot 2010.

Maar zelfs als slechts 10 procent van alle gevallen van chronische vermoeidheid was gemeld en in het onderzoek was meegenomen, valt het aantal binnen de kaders van wat je kunt verwachten, want de symptomen kunnen ook andere – vaak onbekende – oorzaken hebben.

Het aantal gevallen van chronische vermoeidheid bij meisjes was bovendien niet gestegen sinds de inenting in 2008 was ingevoerd, maar zelfs zo’n 10 procent gedaald.

Een Noorse studie uit 2017 kwam uit op hetzelfde resultaat. Het onderzoek behelsde meer dan 800.000 meisjes en jongens die van 2009 tot 2014 tussen de tien en 17 jaar waren, en gegevens over meer dan 175.000 meisjes die vanaf 2009 het HPV-vaccin konden krijgen.

Het aantal gevallen van chronische vermoeidheid was weliswaar gestegen, maar niet méér bij meisjes dan bij jongens, dus het vaccin gaat hierbij vrijuit.

Een groot Deens onderzoek van het nationale seruminstituut uit 2017 toont ook aan dat het HPV-vaccin geen langdurige bijwerkingen heeft, en dat het vaccin niet tot een verhoogd risico op ernstige auto-immuunziekten of neurologische aandoeningen leidt.

Gedegradeerde arts zoekt het witte doek

Ver van zijn bezoedelde reputatie in zijn vaderland zit Andrew Wakefield nu aan de andere kant van de oceaan.

In januari 2013 dook hij op in Washington D.C. bij de Realscreen Summit, een jaarlijkse bijeenkomst waarbij de tv-branche concepten ontwikkelt voor realityshows.

Vanaf zijn notebook liet Wakefield een korte trailer van zijn idee voor een nieuwe tv-show zien – The Autism Team: Changing Lives. Daarin komen drie kinderen met autisme voor, maar tot opluchting van de ouders hebben Wakefield en zijn team er een middel tegen ontwikkeld.

De realityshow volgt de weg naar genezing, maar is nog niet geprogrammeerd. De voormalige arts zet zijn strijd echter voort en is er nog steeds van overtuigd dat de combinatie van virussen in het BMR-vaccin schadelijk is.

In 2016 maakte hij zijn debuut in de film Vaxxed, waarin hij beweert dat hij overheden gaat betrappen op hun pogingen om gegevens te vernietigen waaruit een verband tussen het BMR-vaccin en autisme blijkt. De film werd lauw ontvangen.

Gelukkig maar, want al gaan farmaceutische bedrijven soms agressief de markt op en al zijn nog niet alle bijwerkingen in kaart gebracht, het is een feit dat vaccins niet alleen diverse ziekten volledig hebben uitgeroeid, maar ook het leven van miljoenen mensen hebben gered.

Vaccins hebben ziektecijfers teruggedrongen

Dankzij vaccins worden veel minder mensen dan vroeger getroffen door gevaarlijke ziekten als tetanus, polio en mazelen.

Zo is het aantal gevallen van mazelen in de VS gedaald van ruim een half miljoen per jaar in de 20e eeuw tot 61 in 2010. Polio en pokken zijn zelfs geheel verdwenen.

Ondanks dit succes zijn diverse ziekten nog niet uitgeroeid, dus inenten blijft hard nodig.