Geert Wilders (PVV) tijdens het Tweede Kamer-debat over het coronavirus. © ANP BART MAAT

Afgelopen maand twintig jaar geleden maakte Pim Fortuyn wereldkundig dat hij de politiek in ging. Destijds was Fortuyn nog vooral bekend als columnist van het weekblad Elsevier en criticaster van de paarse kabinetten onder leiding van pvda-premier Wim Kok. Fortuyn zou zich niet aansluiten bij een bestaande partij, zeker niet bij pvda of vvd, partijen waar hij overigens ooit lid van was geweest maar die deel uitmaakten van dat door hem vermaledijde Paars. Hij koos voor een nieuwe partij, Leefbaar Nederland. Dat was het begin van wat wel het populisme in de Nederlandse politiek wordt genoemd.

Dit jaar is er dus een jubileum, al valt er weinig te vieren. Integendeel. Het waren twintig rumoerige jaren. De man die van Fortuyn het stokje overnam voor de kritiek op links, op de islam, op de elite, pvv’er Geert Wilders, is sinds de laatste verkiezingen de leider van de grootste oppositiepartij. Wilders hoopt bij de komende verkiezingen in maart te vieren dat zijn pvv vijftien jaar bestaat. En óók dat hij dit jubileum kan opluisteren met een stembusuitslag waarmee zijn partij de grootste fractie wordt. En daarmee de leiding mag nemen bij de kabinetsformatie.

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van vorige week liet Wilders wederom zien hoe hij die stembuszege denkt te kunnen bereiken. Met het tekeergaan tegen zijn tegenstanders, lees: alle partijen, behalve Forum voor Democratie, al zal dat zijn afgelopen als Thierry Baudet te populair wordt. Wilders gaat in zijn scheldkanonnades telkens een toon hoger en erger. Telkens met nog grovere insinuaties en extreme beweringen. Al twintig jaar lang worstelen andere partijen met deze manier van politiek bedrijven, omdat weerwoord langs Wilders lijkt af te glijden, hem zelfs groter lijkt te maken. En al zo’n vijftien jaar lang weet Wilders steeds weer zijn eigen overtreffende trap te overtreffen.

Minister-president Mark Rutte, van de vvd waar ook Wilders ooit van lid was, moest het deze keer het meest ontgelden. Met de verkiezingen op komst is de vvd gezien de gunstige peilingen de grootste tegenstander van de pvv. En Wilders maakt graag gebruik van het idee dat verkiezingen in Nederland slechts een tweestrijd zouden zijn. Een idee waar media overigens aan hebben meegewerkt met onder meer hun berichtgeving en de vormgeving en framing van debatten.

Vindt Wilders dan dat de boze boeren niet naar de politie hoeven te luisteren?

Wilders overtrof zichzelf deze keer met het doelbewust ondergraven van Nederland als rechtsstaat. Zijn recente veroordeling voor zijn ‘minder-Marokkanen’-uitspraak uit 2014 – overigens zonder straf opgelegd te hebben gekregen voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie – deed hem fulmineren tegen de drie rechters die zijn zaak behandelden; hij noemde hen dwaallichten. De rechtspraak in zijn geheel zette Wilders neer als een broedplaats van links activisme. En Rutte kreeg naar het hoofd geslingerd dat hij de premier is van een intens corrupt land en ‘de grootste hypocriet van dit huis’.

Coalitiepartijen én andere oppositiepartijen lieten dit niet passeren. Nederland is niet corrupt, u heeft in het proces alle ruimte gekregen, reageerde vvd-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff. U werkt met een dubbele moraal, verweet zijn collega- en coalitiegenoot van d66 Rob Jetten de pvv-leider. Maar het waren Jesse Klaver van GroenLinks en Lodewijk Asscher van de pvda die Geert Wilders naakt lieten vallen. Klaver vroeg Wilders op de man af of hij zijn redenering dat Nederland geen rechtsstaat is, dat de blokkeer-Friezen en de boze boeren door de politie en de rechters wél worden gepakt en de Marokkanen niet, doortrekt tot de consequentie die daaruit volgt. Oftewel: of Wilders vindt dat burgers in Nederland voor eigen rechter mogen gaan spelen, dat de boze boeren niet naar de politie hoeven te luisteren? Wilders beweerde de boeren daar helemaal niet toe op te roepen. Maar hij weet drommels goed wat hij doet.

pvda-leider Asscher pakte Wilders aan op zijn inconsistente gedrag. Altijd maar hoog opgeven over de gewone Nederlanders, doen alsof hij voor hun belangen opkomt, maar als het er concreet op aankomt, stemt hij tegen voorstellen die juist gewone Nederlanders zoals fietskoeriers en zzp’ers ten goede zouden komen. Wilders pakte Asscher terug op zijn ministerschap op Sociale Zaken in het vorige kabinet en de slechts negen pvda-zetels die dit tot gevolg had. Maar daarmee liet hij de kritiek van Asscher onweersproken. Het zou hem ook niet zijn gelukt.

Zal de pvv-kiezer onder de indruk zijn van de kritiek op Wilders? Ik vrees van niet. Maar een dergelijke opportunistische aanval op Nederland als rechtsstaat kun je én mag je niet onweersproken laten. Ook al vindt Wilders het alleen maar prachtig, omdat het hem extra exposure geeft.

Wilders zaait wind, al bijna vijftien jaar lang een steeds hardere, en mijn vrees is dat we bij de komende verkiezingen storm zullen oogsten. In de VS zaait de zittende president Donald Trump nu al twijfel over de uitslag van de komende presidentsverkiezingen van 3 november. Met een dergelijke overtreffende trap in zijn repertoire van insinuaties en ongefundeerde beweringen zou Wilders ook hier onze democratie nog verder ondermijnen. En als hij de grootste wordt, en dit wapen niet ‘hoeft’ te gebruiken, heeft hij altijd nog dat andere wapen: zeggen dat de elite hem buiten de macht wil houden. Want geen enkele zichzelf respecterende partij kan na Wilders’ optreden van afgelopen week nog met de pvv gaan regeren. Dan graven ze niet alleen hun eigen graf, maar ook dat van de kiezers die geloven in de rechtsstaat.