Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Nauwelijks vliegtuigen, maar de luchtverkeersleiding heeft het toch druk

Het vliegverkeer mag vanwege corona op zijn gat liggen, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft het druk. Het luchtruim moet opnieuw worden ingedeeld, hinder en overlast verder beperkt en toekomstige groei van het vliegverkeer in goede banen geleid. LVNL betrekt daarvoor met de militaire collega’s een nagelnieuwe uitbreiding op Schiphol-Oost.

De nieuwe simulatietoren op Schiphol-Oost.Beeld Jean-Pierre Jans

Half september en het sneeuwt op Eindwarden. En dat terwijl het net druk is; terwijl een F-16 het luchtruim kiest, klinkt al het gebrom van ­Chinookhelikopters achter ons. En dan vliegt ook nog de rechtermotor van een net vertrokken Hercules in brand. Hectisch.

Het fictieve vliegveld – netals de naam een hutspot van Nederlandse luchtmachtbases – is sinds kort permanent gevestigd op Schiphol-Oost, in een bedrieglijk echt ogende oefenverkeerstoren in de nagelnieuwe uitbreiding van het verkeers­leidingscomplex.

De torensimulator is bedoeld om verkeers­leiders in opleiding hun laatste duwtje richting de werkelijkheid te geven. Naast Eindwarden kan de simulator haarscherp het uitzicht uit alle Nederlandse verkeerstorens tevoorschijn toveren, inclusief Schiphol. “The sky is the limit,” zegt majoor Gertjan den Braven.

Vliegtuigromp

Levensecht ziet het er allemaal uit. Behalve dan die KLM-Boeing die plots komt aanvliegen op wat toch een luchtmachtbasis beoogt te zijn; een cadeautje van de leverancier van de simulatiesoftware. Het presentje is nog niet eens zo gek. Sinds 2017 zitten civiele verkeersleiders en hun militaire collega’s bij elkaar om op Schiphol-Oost al het vliegverkeer boven Nederland te begeleiden. En dat maakte het uit de ­jaren negentig stammende hoofdkantoor van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) te krap.

Pal naast de deur is nu dependance Polaris neergezet. Oud en nieuw is met een 50 meter lange, verdacht op een vliegtuigromp gelijkende loopbrug verbonden. “We zien het als de ­verbinding tussen de oude garde en de nieuwe generatie,” zegt projectleider Douwe de Vries. De oude garde in het hoofdkantoor, de nieuwe in Polaris, dat deels trainingscentrum is voor verkeersleiders in opleiding.

Nieuwe radarzaal

Omdat er nog volop wordt ingericht én door ­corona natuurlijk, is de nieuwbouw vooralsnog uitgestorven. LVNL-topman Michiel van Dorst mist de levendigheid. “Een nieuw huis heeft duizend kinderlachjes nodig.”

Die lachjes moeten komen van nieuwe rekruten en juist vandaag komt een groep hun eerste ‘test luchtverkeersleider’ doen. ‘Veel geluk’ staat er in een van de examenzalen op het bord.

“Het vinden van verkeersleiders blijft onze ­belangrijkste uitdaging,” zegt Van Dorst. “We hebben voldoende mensen om het vliegverkeer te begeleiden, maar we hebben er meer nodig om alle ambities te halen.”

Die ­ambities zijn van LVNL – veilige vliegroutes, minder geluid en uitstoot – en van het kabinet, zoals groei van de luchtvaart en ­opening van Lelystad Airport.

Dat het aantal vliegtuigbewegingen – en daarmee de activiteiten van LVNL – als gevolg van de corona-uitbraak dramatisch zijn ingezakt, verandert daar niets aan. “We verwachten dat we pas in 2024, 2025 terug zijn op het oude niveau. Intussen moeten we de indeling van het Nederlands luchtruim herzien, waarmee ook Lelystad Airport beter wordt ingepast. Daar hebben we verkeersleiders bij nodig.”

Polaris wordt behalve trainingscentrum ook de plek vanwaar alle vliegtuigen boven Nederland worden begeleid. De komende twee jaar wordt in een nagelnieuwe radarzaal het nieuwe Icas-verkeersleidingssysteem beproefd, dat LVNL met de Duitse luchtverkeersleiding heeft ontwikkeld. In de winter van 2022-2023, een jaar ­later dan gepland, moet het in gebruik worden genomen.

Voor het ontwerp van de nieuwbouw is goed naar de verkeersleiders geluisterd, zegt projectleider De Vries. Zo is er vanuit de nieuwe radar­zaal zicht op het platform van Schiphol-Oost. Daglicht wordt getemperd met een raamwerk dat de bijnaam ‘de patatsnijder’ heeft gekregen.

Wolkenlucht

De ledverlichting in de zaal is zo ontworpen dat deze niet alleen voldoende licht geeft en reflecties op de radarschermen voorkomt, maar ook een buitengevoel geeft; zo wordt een almaar ­bewegende wolkenlucht gesimuleerd. Tegen een deel van de wanden zit mos, ook om geluid te dempen. En als de verkeersleider dan nog niet voldoende buitengevoel heeft, is er ook een ‘lichtdouche’, waar tijdens de pauzes heilzaam uv-licht getankt kan worden.

LVNL investeert 50 miljoen euro in Polaris, naast 125 miljoen euro in het nieuwe verkeersleidingssysteem. Een deel daarvan is betaald met Europese subsidie. De rest wordt omgeslagen over de luchtvaartmaatschappijen, die dat ­verwerken in hun ticketprijzen.

Veel geld, maar onvermijdelijk, zegt Van Dorst. “We zetten dit gebouw neer voor de lange termijn. Icas geeft ons de mogelijkheid te groeien en innovaties door te voeren. We kunnen het vliegverkeer veel beter plannen, betere vliegroutes kiezen en de overlast beperken. En we kunnen straks beter met de buurlanden ‘praten’. Dat brengt eenheid in het Europees luchtruim naderbij.”