Direct naar artikelinhoud
Reportage

Mondkapjesplicht? Met de boetes wil het nog niet erg lukken

Dit weekend zou streng worden opgetreden om de mondkapjesplicht in vijf drukke gebieden in de stad af te dwingen. Een politieman: ‘Als ik daaraan moet beginnen, ben ik morgen om zes uur nog niet klaar.’

Ook in de Kalverstraat is het dragen van een mondkapje verplicht.Beeld Hollandse Hoogte / ANP

Maikel van Hilten staat al dertig jaar op de Albert Cuyp. “Tot drie weken geleden met veel plezier,” zegt hij.

Toen begon de gemeente een experiment met mondkapjes. In vijf drukke gebieden, waar het moeilijk is 1,5 meter afstand te houden, werden die verplicht gesteld voor iedereen vanaf dertien jaar. Bekeken wordt of dat helpt tegen het fors stijgende aantal coronabesmettingen in Amsterdam.

De Cuyp is een van die gebieden, net als het winkelgebied Kalverstraat en Nieuwendijk, de Wallen en de Warmoesstraat en Plein ‘40-’45. Sinds de markt is aangewezen voor het experiment golft de verontwaardiging door de straat. De mensen blijven weg, terwijl om de hoek de terrassen vol zitten en de klanten zich in de supermarkten verdringen. Zonder een mondkapje.

“Ik ben vanochtend nog even op mijn scootertje naar de Dappermarkt gereden,” zegt Van Hilten. “Wat denk je? Afgeladen. Terwijl ik nog een omzet van twintig procent heb.”

Blaffen

Het moet gezegd: op de markt is het zaterdag angstwekkend stil. Als dat de bedoeling van de maatregel is geweest, dan is dat zeker gelukt. Maar de mondkapjesplicht? Zeker veertig procent van de bezoekers lapt die aan zijn laars.

“Het is dreigen, dreigen, dreigen,” zegt marktkoopvrouw Annemarieke Baerents. “Maar handhaven ho maar.” Blaffen, niet bijten. “En ondertussen lopen de klanten weg.” Ze houdt nauwkeurig een lijstje bij. ‘Dinsdag, twee handhavers, woensdag twee, na vijf minuten weer vertrokken.’

Met enige bombarie kondigde de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland vrijdagmiddag aan dat er vanaf zaterdag strenger wordt gehandhaafd op het dragen van een mondkapje. ‘Handhavers en politieagenten delen sneller de boete van 95 euro uit.’

Niets van gemerkt, zegt Baerents. Even verderop lopen vier toezichthouders door de straat. Een grapje en een gebbetje. Boetes? “Nee, dat mogen wij niet, dat doen de handhavers.” De handhavers: “Boetes? Nee, dat doen wij niet. Dat doet de politie.”

Groen licht

In het centrum gaat het er al niet anders toe. Bij een toezichthouder op de Nieuwendijk druipt de frustratie ervan af. “Het is vervelend om te merken dat al die mensen die je erop aanspreekt, wel gewoon een mondkapje in hun tas hebben zitten.”

Tien meter verder gaan ze even vrolijk weer af. Wie maakt me wat?

Op de Wallen en in de Warmoesstraat lijkt het zaterdagmiddag een dag als alle andere: het mondkapje is er eerder uitzondering dan regel, al is het er al behoorlijk druk. Opgetreden wordt er niet. “Wij wachten op groen licht,” zegt een handhaver.

‘s Avonds gaat het beter, als de stegen naar het drukste gedeelte van de Wallen worden afgesloten voor iedereen die geen mondkapje op heeft. Maar ook nu doen veel bezoekers hun kapje snel weer af, of laten het hangen om hun kin. Een zee van verkeersregelaars, hosts en handhavers proberen de stroom in goed banen te leiden. Er worden mondkapjes uitgedeeld. Gratis.

Gedragsverandering

Maar handhaving? Door de Bloedstraat fietsen twee agenten. Of ze vandaag al een boete hebben uitgedeeld? Ze schudden het hoofd. Ze hebben gelezen dat er dit weekend strenger zou worden opgetreden. Daar keken ze op het bureau nogal van op, zeggen ze. Instructies om op te treden hebben ze in elk geval niet gekregen.

“Als ik daaraan zou moeten beginnen ben ik morgenochtend om zes uur nog niet klaar,” zegt de een. De ander: “We hebben laatst geteld in de Kalverstraat. Binnen een uur hebben we 116 mensen aangesproken op hun gedrag en dan hebben we de helft nog gewoon langs laten lopen. Waar moeten we beginnen?”

Een woordvoerder van de gemeente kon vanochtend niet zeggen hoeveel boetes er dit weekend zijn uitgedeeld. Wel zegt ze: “Het gaat ons niet om de boetes, het gaat ons om gedragsverandering.”