Direct naar artikelinhoud
ColumnAbdelkader Benali

Het sprookje van de egalitaire samenleving eindigt in de Schilderswijk

Het sprookje van de egalitaire samenleving eindigt in de Schilderswijk
Beeld Trouw

Bij het lezen over de onrust in de Haagse Schilderswijk afgelopen week begon mijn hart sneller te slaan. Niet van woede, maar van liefde. Rond het Helena van Doeverenplantsoen ontstond een onaangename sfeer. Jongeren sloegen aan het rellen, er werden charges uitgevoerd. Het cirkelvormige plantsoen was afgelopen jaren al het afvoerputje van de Schilderswijk geworden. Er wordt gedeald, geprostitueerd en geschoten.

Aan dit plantsoen bewaar ik mooie herinneringen. Het is niet ver van de Grote Markt, waar kroegen en cafés als De Zwarte Ruiter een divers publiek trekken. In dit café sloeg ik midden jaren negentig met mijn Haagse vriendinnetje wereldwijs een whisky achterover om daarna een film te kijken in een bovenzaaltje van poppodium Het Paard. Na de film liepen we hand in hand door de desolate Boekhorststraat naar haar ouderlijk huis aan het Van Doeverenplantsoen.

Haar ouders waren gescheiden. Moeder was een bescheiden Haagse voor wie de reis van het veen naar het zand – de natuurlijke grens die arme en rijke buurten verdeelde – een wereldreis was. Haar jonge vriend, Arie, was een groot kind. Onbehouwen, vol misplaatste grappen en grollen – op Eerste Kerstdag schudde hij ons wakker door een sneeuwbal op de slaapkamerdeur van mijn vriendin te gooien. Ik ken geen Nederlandse stad waar nieuwkomers zich zo snel de mores eigen maken als in de Hofstad. White trash en Marokkaanse tokkies hebben elkaar in Den Haag gevonden, de grote bek die ze hanteren is de sociale smeerolie. Ik merkte dat aan mezelf, op oude televisiebeelden hoor ik mezelf platter Haags praten dan Haagse Harry. Ik had het accent van Arie overgenomen!

Haags absorptievermogen

Op de terrassen van de Grote Markt zitten de (sub)culturen wel door elkaar. De eerste Marokkaanse imam die ik tegenkwam die vloeiend Nederlands sprak, was een Hagenaar. De jonge Abdel El Massaoudi is een ondernemer die jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk zet om de beroemde Haagse Markt schoon te houden. Hij is een van hen.

Dat absorptievermogen heeft Den Haag denk ik te danken aan zijn Nederlands-Indische identiteit. De stad bevat werelden. Voor de onafhankelijkheid van Indonesië was dit de stad van de bestuurdersklasse uit de Archipel, prachtig verbeeld door de grootste schrijver van Nederland, Louis Couperus. Na de oorlog kwamen de gerepatrieerden. De Pasar Malam is elk jaar op het Malieveld.

Den Haag heeft de afgelopen tien jaar een indrukwekkende transformatie ondergaan, de Schilderswijk is een achtergebleven gebied waar onverschilligheid en extremisme tieren. Loop die paar honderd meter van het Van Doeverenplantsoen naar de nieuwe winkelstraat, en je loopt door de kloof van het maatschappelijke onbehagen. Het centrum is een paradijs voor projectontwikkelaars die dankbaar gebruikmaken van de nieuwe infrastructuur om dure appartementencomplexen neer te zetten, waardoor huurprijzen hysterisch stijgen. Het probleem van de Schilderswijk is het probleem van de grote steden van Nederland: door de duizelingwekkende opdrijving van de huizenprijzen is er een permanente onderklasse ontstaan. En daarmee komt in Nederland een einde aan het sprookje van de egalitaire samenleving. De verveling van de jongeren die in de Schilderswijk aan het rellen zijn geslagen is de verveling van een generatie die haar wijk nooit meer zal kunnen verlaten.