De 35-jarige Vogel ging destijds elke dag naar het Centraal Station in Amsterdam om vluchtelingen die daar aankwamen op weg te helpen. Ook bood ze twee vluchtelingen een aantal maanden lang onderdak.
"Tijdens de montage was ik met mijzelf in gevecht - hoe kon ik een film over liefde maken, terwijl de wereld zo in brand stond?", vroeg Vogel zichzelf af.
De actrice en regisseur, die onder meer de komedie Hartenstraat maakte, kan zich nog de dag herinneren dat het Nederlands Film Festival in Utrecht werd georganiseerd. Op het station kwam Vogel veel collega's in galajurken tegen, die onderweg waren naar Utrecht.
"Terwijl ik daar stond in een oranje T-shirt met Arabische teksten, zodat de vluchtelingen wisten dat ik ze kon helpen. Ik had enorm veel moeite met dat grote contrast. Mijn collega's in feestjurken en de vluchtelingen die al weken dezelfde onderbroek aan hadden."
Vogel "schaamde zich voor haar privileges'
Vogel "schaamde zich voor haar privileges" en wilde alleen nog maar voorstellingen en films maken over belangrijke onderwerpen. Dat heeft ze een tijd gedaan, maar ze ziet inmiddels ook in dat er in "verdrietige tijden ook vrolijke producties worden gemaakt".
"Ik heb veel geleerd van mijn Syrische vrienden, maar ook door het verdriet rond het verlies van ons eerste kindje", vertelt ze. "Het leven kent vreugde en verdriet, en het verdriet zorgt ervoor dat je de vreugde extra kan waarderen."
Vogel heeft nog altijd contact met de twee vluchtelingen die bij haar en haar vriend woonden. "Inmiddels hebben ze hun eigen woonruimte. Nog steeds passen ze vaak op ons huis als wij weggaan, want dat is voor hen toch ook een thuis. Mouayad was de eerste die de baby's heeft gezien na onze ouders en mijn broer. Hij stond voor de deur toen we het ziekenhuis uitkwamen."