Direct naar artikelinhoud
ReportageHoe is het daar?

Peter R. de Vries: ‘Ik ben misschien wel een beetje dwangmatig’

Peter R. de Vries op zijn racefiets onderweg naar Naarden.Beeld Ivo van der Bent

De kunst van het vakantievieren volgens een bekende Nederlander. Misdaadjournalist Peter R. de Vries klimt op zijn racefiets. ‘Ik ben zo fit dat ik met iedereen die twintig jaar jonger is de strijd wel aandurf.’

Waarvan kom jij in vakantiestemming?

‘Als ik op een zomerse dag aan het wielrennen ben. Gisteravond heb ik 75 kilometer langs allerlei plekjes gefietst en dan denk ik: tjongejonge, wat een mooi land is Nederland eigenlijk. Door het coronavirus heb ik geen zin om een gewone vakantie te boeken, er zit te veel gedoe omheen. Ik zie het niet zitten om met een mondkapje op de luchthaven te staan. Laatst verbleef ik een weekend in een hotel in België, en moest ik in verband met de coronamaatregelen om 10 uur ’s avonds opgeven hoe laat ik de volgende dag wilde ontbijten en wat precies. Daar heb ik echt geen zin in op mijn vakantie. Dus ik ga dit jaar geen echte vakantie doen.’

Wat is een echte vakantie?

‘Dat je naar een ander land gaat. Ik heb vrij veel tripjes gemaakt, maar er ontbreken nog landen op mijn lijstje. Ik ben bezig om honderd bezochte landen te halen, daar maak ik een beetje een projectje van. Ik ben in negentig landen geweest en ik heb op de wereldkaart gekeken waar ik nog naartoe wil om de honderd vol te maken.’

En?

‘Ik wil bijvoorbeeld nog naar Argentinië, Brazilië, China, en Japan. Daarnaast ben ik ook aan het kijken hoe ik dichterbij nog makkelijk wat landjes kan scoren. Dus verleden jaar heb ik op de Balkan vrij veel landen bezocht.’

Heb je last van coronakilo’s?

‘Nee, sterker nog, minder juist, want ik had meer tijd om te sporten. En ik ben gedisciplineerd, weet je. Ik sport veel, en maak veel kilometers op mijn racefiets en doe veel krachttraining, dus mijn gewicht is eigenlijk altijd constant. Ik begrijp die verhalen van mensen met coronakilo’s ook niet zo goed. Je hebt meer tijd, waarom gebruik je die niet om wat extra te wandelen of te sporten? Dus ik vind dat flauwekul. Ik sport het hele jaar door. In het zomerseizoen fiets ik buiten, en in de winter train ik binnen, ik heb thuis ook een spinning-fiets staan.’

Ben je zo fanatiek dat je je benen scheert?

‘Nou ja, je moet niet van die super harige benen hebben. Nee, dat is geen gezicht. Dat kan niet.’

Maar meer uit ijdelheid dan dat die haren voor te veel weerstand zorgen bij tegenwind?

‘Met weerstand heeft het niks te maken. Professionele wielrenners worden elke dag gemasseerd, en als je dan van die heel harige benen hebt, irriteert dat. Ik word niet elke dag gemasseerd, maar toch hou ik het haar op mijn benen wel bij.’

Heb je als man ook last van ijdelheid die optreedt als je een wielrenbroek draagt? Dat je denkt: het moet er wel een beetje goed gevuld uit zien, zeg maar.

‘Nee joh, welnee. Het tekent bij een wielrenbroek ook allemaal niet zo sterk af als bij een schaatspak. Ik heb wel vrij veel outfitjes in allerlei kleuren. Ook speciale wielrensokken waardoor ik kan zorgen dat het een geheel is. Ik stap niet op de fiets met sokken die niet harmoniëren met mijn broek en mijn shirt. Mijn handschoentjes heb ik ook in bijpassende kleuren. Dat klinkt allemaal super ijdel, maar je trekt ’s ochtends toch ook niet zo maar van alles bij elkaar aan.’

Is er wel iets aan je lijf waarover je onzeker bent?

‘Onzeker...? Vanaf mijn 8ste jaar sport ik al vrij fanatiek en op een – nou ja – vrij goed niveau, dus ik ben zo fit dat ik met iedereen die twintig jaar jonger is de strijd wel aandurf.’

Dus jouw lijf gaat er eigenlijk alleen maar op vooruit?

‘Ik zat daar gisteravond toevallig aan te denken toen ik op de racefiets zat. Kijk, als ik ga fietsen, dan bepaal ik vooraf hoe ver ik ga, en dat voer ik ook altijd uit. In die zin ben ik misschien wel een beetje dwangmatig. Als ik zeg: ik ga 75 kilometer fietsen, dan mag het wel meer zijn, maar niet minder. Stel, ik kom weer bij mijn huis aan en er staat 74 kilometer op de teller, dan rij ik nog even een blokje om zodat ik die 75 echt gehaald heb. Daarbij let ik ook altijd op mijn gemiddelde snelheid, daarvoor heb ik een computertje op mijn fiets. En wat ik me gisteravond bedacht is dat ik het wel heel leuk vind dat ik dit jaar 64 word, maar nog steeds hetzelfde gemiddelde haal als vijftien jaar geleden. Ik moet daar wel vrij veel voor doen hoor, het is niet iets wat me aan komt waaien, maar dat vind ik ook de sport. Ik fiets niet zomaar een eindje weg. Vakantie of niet.’