Het Arctische record werd op 20 juni in de Russische plaats Verkhoyansk gemeten, maar volgens de klimaatonderzoekers heeft het gebied al het hele jaar met uitzonderlijk hoge temperaturen te maken: van januari tot en met juni is het er gemiddeld maar liefst 5 graden warmer dan normaal. In het oorspronkelijke klimaat zou zulke aanhoudende hitte slechts eens in de 80.000 jaar voorkomen.
De kans dat de temperatuur zes maanden op rij zo ver afwijkt van 'normaal' is door de mondiale opwarming ten minste zeshonderd keer groter geworden. Dat betekent dat de Siberische hitte ook in het huidige, reeds opgewarmde klimaat extreem is. Die zou ongeveer eens in de 130 jaar moeten voorkomen, tenzij het nog warmer wordt.
De kans op het poolrecord van 38 graden is zeker enkele duizenden malen groter als gevolg van de wereldwijde opwarming, blijkt uit een analyse van World Weather Attribution, een internationaal onderzoeksnetwerk dat door onder meer het Nederlandse KNMI is opgericht met de bedoeling situaties van extreem weer te reconstrueren. Er zijn ook Britse, Franse, Duitse, Zwitserse en Russische klimaatinstituten betrokken bij de analyses.
Siberische temperaturen statistisch op het randje
"We kunnen in deze berekening eigenlijk alleen de ondergrenzen met goede zekerheid vaststellen", vertelt KNMI-coauteur Geert Jan van Oldenborgh aan NU.nl. "In de gebruikte methode bestaat er een drempelwaarde voor temperatuurafwijkingen. De kans wordt daarboven officieel nul, en daar zitten de Siberische temperatuurmetingen erg dicht bij in de buurt."
De specialisten gebruiken voor hun onderzoek een groot aantal mondiale klimaatmodellen, die ze in twee standen laten draaien. Een met het huidige, reeds (gemiddeld circa 1,2 graden) opgewarmde klimaat en een van het 'pre-industriële klimaat', zonder grote menselijke invloed.
Daaruit blijkt ook dat de hoge Siberische temperaturen zonder de mondiale opwarming statistisch gezien slechts eens in de 80.000 jaar zouden kunnen voorkomen. "Zonder menselijke invloed is deze hitte vrijwel onmogelijk", luidt dan ook de conclusie van de onderzoekers.
Hitte dreigt ook te leiden tot verdere opwarming
De uitzonderlijk hoge temperaturen houden in Siberië al een half jaar aan en dat heeft grote gevolgen. Zo vindt er grootschalige afsmelting van permafrost plaats, een ijslaag in de bodem die ook 's zomers onder nul hoort te blijven.
Het verdwijnen van de permafrost kan weer grote hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer brengen. Deze kettingreactie kan de wereldwijde opwarming nog bijna een halve graad verder verhogen, bleek vorige maand uit ander onderzoek.
De Siberische hitte leidt dit jaar ook tot grootschalige bosbranden, net als vorig jaar in hetzelfde gebied. Eind juni was al ruim een miljoen hectare in vlammen opgegaan, met een geschatte uitstoot van 56 miljoen ton CO2. Dat is meer dan de jaarlijkse CO2-uitstoot van Zwitserland of Noorwegen.
Van Oldenborgh: "Hittegolven worden warmer, dat zou niemand moeten verbazen. De bovengrenzen van de temperaturen schuiven op en dus krijgen veel plekken nu temperaturen die nog niet eerder zijn voorgekomen. Zelfs Verkhoyansk zal een hitteplan moeten opstellen."