Direct naar artikelinhoud
Asiel en migratie

De Block pakt asielzoekers die via ander EU-land komen strenger aan

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld).Beeld REUTERS

België krijgt steeds meer asielzoekers over de vloer voor wie een ander Europees land verantwoordelijk is. Vorig jaar liep hun aandeel al op tot 43 procent. Maar nog geen tiende vertrok naar het bevoegde land. Wie nu nog weigert om te vertrekken, kan opgesloten worden, stelt minister De Block.

In 2019 heeft ons land 11.882 zogenaamde Dublin-verzoeken ingediend. Dat zijn vragen aan een ander Europees land om zich te ontfermen over een asielzoeker die in België verblijft. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, maar het overgrote deel van de 'Dubliners' valt onder de regel omdat ze al elders in Europa als asielzoeker aangemeld waren en alleen daar het vluchtelingenstatuut kunnen krijgen.

Die regel is ingevoerd om te beletten dat afgewezen asielzoekers het elders proberen of hun kansen trachten te vergroten door meteen in meerdere landen asiel aan te vragen.

Vroeger lag het aandeel Dubliners in België altijd rond de 14 procent. Maar in 2016 steeg het tot 35,5 procent en vorig jaar waren er voor elke tien asielzoekers al meer dan vier die eigenlijk elders in Europa hoorden te zijn.

Vorig jaar zijn er slechts 852 'Dubliners' overgedragen. Een schamele 7,2 procent van het totale aantal van 11.882 verzoeken. Tot en met 2014 lag dat altijd rond een kwart.

Begin dit jaar heeft België al getracht om de terugkeer op te drijven door Dubliners uit de opvang te weren. Ze konden alleen nog rekenen op steun bij hun vertrek. Zo wou minister Maggie De Block meteen ook beletten dat nieuwe asielzoekers die wél aan de regels voldoen, in de kou blijven staan omdat de beschikbare capaciteit vol Dubliners zit. “We moeten bescherming en opvang geven aan wie er echt nood aan heeft, maar we moeten wel hard optreden tegen wie er misbruik van probeert te maken”, beklemtoont ze nu.

Onder de radar

Om te beletten dat Dubliners onder de radar verdwijnen, wil De Block ze nu desnoods opsluiten. En als een asielzoeker niet meewerkt aan zijn terugkeertraject, dan wordt de overdrachtstermijn systematisch tot achttien maanden verlengd. Nu proberen sommige asielzoekers om gebruik te maken van de standaardtermijn van zes maanden, waarna België wel de verantwoordelijkheid krijgt over hen, ze dus geen Dubliners meer zijn en hier kunnen blijven.

“Ze wachten, blijkbaar zonder nood om opgevangen te worden, tot België hun asielaanvraag moet behandelen”, klaagt De Bock. “Maar ons land is geen leerkracht die minder streng zou beoordelen. Zeker niet in tweede zit. Die misbruiken van de asielprocedure leveren onze asieldiensten onnodige werklast op en leggen een te grote druk op ons opvangnetwerk. Dat moet stoppen. Daar werken mijn diensten al sinds mijn heraantreden hard aan. Met inachtneming van het principe: vrijwillig als het kan, maar gedwongen als het moet.”