Direct naar artikelinhoud
Johan Fretz

Jort Kelder: dat is Nelson Mandela met bretels

Johan FretzBeeld Artur Krynicki

Bij de BBC gaan ze honderd miljoen pond investeren in meer diversiteit op tv. NPO-baas Shula Rijxman dacht meer aan een themadag. Dit is Nederland, ook racisme moet gezellig blijven. In elk geval ging Shula, die we jaarlijks bij elke seizoenspresentatie oeverloos horen praten over diversiteit, aan de slag.

Na lang brainstormen waren ze eruit: het grote studiogesprek moest worden geleid door Jort Kelder. Logisch. Denk je aan een autoriteit op het gebied van racisme, dan denk je aan Jort Kelder. Jort Kelder: dat is Nelson Mandela met bretels.

Kelder is de boezemvriend van onze premier en maakt ook graag snoepreisjes in privéjets met Thierry Baudet, de man die niet-witte Nederlanders die zich uitspreken tegen racisme wegzet als onruststokers die maar beter ‘wat bescheidener kunnen zijn als ze in onze landen willen wonen’. Toch is Kelder presentator van hét politieke interviewprogramma van Nederland, Buitenhof. Vreemd. 

Denkt u niet dat de pleuris zou uitbreken als blijkt dat Pieter Jan Hagens in zijn weekenden graag naar Cannes vliegt met Lodewijk Asscher en elke zaterdag gaat squashen met Jesse Klaver? Natuurlijk wel en terecht. Nu mag Kelder het gesprek over racisme leiden, een onderwerp waarover hij zich regelmatig onverschillig, onwetend en bagatelliserend uitlaat.

Meteen verlegde de discussie zich naar de zogenoemde cancel culture. De zeer begrijpelijke irritatie over Kelders aanstelling als gespreksleider werd meteen misbruikt om te suggereren dat mensen de presentator monddood willen maken en het vrije woord bedreigen. Onzin.

Er zijn vast mensen die willen dat Kelder voorgoed van de buis verdwijnt, maar mij lijkt dat totaal irrelevant. Het gaat niet om zijn kwaliteiten als tv-maker. Waar dan wel om? Kelder is al jaren vooral bekend als beroeps-talkshowgast en opiniemaker, iemand die graag provocerende meningen verkondigt om de aandacht op zichzelf te vestigen en die daar ook een gul podium voor krijgt. Hij zat al in de Hilversumse kaartenbak toen Lil Kleine nog geboren moest worden.

Wat hebben Jeroen Pauw, Eva Jinek, Paul Witteman, Matthijs van Nieuwkerk en Humberto Tan met elkaar gemeen? In alle jaren dat zij een talkshow presenteerden, waren ze niet óók nadrukkelijk als opiniërende gast aanwezig in andere praatprogramma’s. 

Ook hadden ze geen prominente columns in grote kranten. Zij begrepen dat wie een geloofwaardig en onafhankelijk gespreksleider wil zijn, er goed aan doet de eigen (ideologische) overtuigingen zo veel mogelijk naar de achtergrond te laten verdwijnen. Het is kiezen of delen: je kunt niet én een spraakmakende opiniemaker zijn én een talkshowhost wiens objectiviteit boven alle twijfel is verheven.

Het aanwijzen van de uitgesproken Kelder als gespreksleider wekt de suggestie dat hij een neutrale, objectieve positie inneemt rond een thema, terwijl dat overduidelijk niet het geval is. Het verraadt toondoofheid en vooral een gebrek aan intrinsieke belangstelling in deskundigheid en verdieping.

Overigens is de gekozen hoofdstelling – ‘Het huidige racismedebat drijft Nederland uit elkaar’ – veel problematischer dan de keuze voor Kelder. Feitelijk staat daar: is het feit dat we de laatste tijd eindelijk eens openlijk over racisme praten niet juist de bron van alle kwaad? Een kwalijke, zeer suggestieve stelling, die ons door de NPO ook al onterecht wordt aangeboden als neutraal vertrekpunt.

Eerst ging het over Halsema, toen over Akwasi, daarna weken over Johan Derksen en co. en nu gaat het over Kelder. Het is uiteindelijk allemaal afleiding van een belangrijk gesprek, dat maar niet wil plaatsvinden.