De rechter die zal oordelen in het kort geding dat actiegroep Viruswaanzin heeft aangespannen tegen de overheid over de coronamaatregelen, hoeft niet te worden vervangen. De wrakingskamer van de rechtbank in Den Haag heeft dinsdag geoordeeld dat de rechter niet vooringenomen heeft gehandeld. Viruswaanzin eist in het kort geding een onmiddellijk einde aan de coronamaatregelen.
De actiegroep stelde eerder dat de rechter niet goed had doorgevraagd bij de staat over het werkelijke sterftecijfer als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. Ook zou de rechter vooringenomen zijn, omdat ze de coronacrisis in een andere zaak een „acute crisissituatie” die „substantieel veel slachtoffers eist” had genoemd.
Onvoldoende gronden
Volgens de wrakingskamer zijn dat onvoldoende gronden om partijdigheid vast te stellen. „In een kort geding is het de taak van de rechter om de standpunten van partijen helder te krijgen”, aldus de wrakingskamer. De rechter zou tijdens het kort geding volgens de wrakingskamer niet afgeweken zijn van deze taak.
Viruswaanzin betwist de wetenschappelijke onderbouwing voor veel coronamaatregelen en stelt dat het daadwerkelijke aantal doden veel lager ligt dan de officiële telling van ruim 6.100 sterfgevallen.
De procedure ligt sinds de zitting op donderdag 25 juni stil, omdat de actiegroep aan het einde van de twee uur durende zitting om een nieuwe rechter vroeg. De wrakingskamer van de rechtbank beslist niet over het wel of niet intrekken van de maatregelen. Dat oordeel blijft aan de kortgedingrechter.