Direct naar artikelinhoud
BeeldvormersComplotdenkers

Als bijbelse onheilsprofeten verkondigen talkshowhosts Jones en Jensen hun waarheid

Als bijbelse onheilsprofeten verkondigen talkshowhosts Jones en Jensen hun waarheid

De rubriek Beeldvormers onderzoekt hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt. Deze week: onheilsprofeten.

Ze doen me het meest denken aan bijbelse onheilsprofeten: onvermoeibaar als het erop aankomt hun volgers in vurige bewoordingen aan te sporen hen te volgen in hun gedachtenkronkels. Zoals de idee dat het coronavirus een door mensenhand vervaardigd biologisch wapen is. Of dat de lockdown uitsluitend is ingesteld om ons onze vrijheid te benemen. Als complotdenkers zijn ze two of a kind: de Amerikaanse radio- en onlinepresentator Alex Jones met zijn show Infowars en zijn Nederlandse evenknie Robert Jensen, wiens talkshow op een laat tijdstip door de commerciële omroep werd verbannen en die nu op YouTube ten strijde trekt voor ‘De Vrijheid’. De Jensen Show heeft inmiddels een kleine 190 afleveringen achter de rug.

Wat hebben ze gemeen, en van welke beeldtaal maken ze gebruik om het nieuws van mainstreammedia en overheidsinstanties te weerspreken? Je hoeft niet uitputtend te luisteren naar wat ze te berde brengen om hun wereldbeeld te kunnen peilen: kijken biedt inzicht.

Hun pretenties omspannen de wereld. In navolging van Jones vult Jensen de achtergrond van zijn studio met een beeltenis van de globe, waarop de contouren van de continenten en de wereldsteden oplichten als levende, pulserende organismen. Het is het gebruikelijke decor van veel nieuwszenders, en hoezeer ze zich daar ook tegen afzetten, ze leunen erop om hun autoriteit te onderstrepen en hun wereldwijsheid te etaleren.

Jones voegt aan zijn decor niet zelden beelden toe van rookpluimen boven Amerikaanse steden – referenties aan doomsday die de kijker ontvankelijk moeten maken voor zijn infernale vergezichten en de alarmerende teloorgang van the Land of the Free. Zijn woorden, uitgesproken met schurend zware stem, worden gevangen door een buitenmaatse microfoon die prominent in beeld is. Het logo van Infowars, in alarmistische hoofdletters met de primaire kleuren die we kennen van de tabloids, roteert onafgebroken waakzaam rechtsonder als een radarsysteem. Ook Jensen communiceert uitsluitend in capslock. En praat in een nauwelijks bescheidener formaat microfoon.

Alex Jones

Uren kunnen ze volkletsen voor de camera, uit de losse pols en bij gebrek aan tegenspraak van studiogasten, altijd in volkomen harmonie met hun eigen beschouwingen. Waar Jensen zich rechtstreeks tot de camera richt – en aldus een zekere vorm van intimiteit met de kijker tracht op te bouwen – zoekt Jones contact met een niet-bestaand publiek in de studio: hij kijkt langs de lens, van de ene imaginaire hoek naar de andere, in de traditie van talkshowhosts als David Letterman en Jimmy Fallon. Waar het publiek bij liveshows door de floormanager  wordt aangevuurd om nog harder te klappen en uitbundiger te lachen dan het toch al van plan was, moet Jones het zonder directe respons stellen.

Zodoende staat er op zijn schaamteloosheid geen rem. En kon hij onlangs minutenlang door zijn studio rennen, druk in de weer met het knopen van lussen in microfoonsnoeren waarvoor hij zogenaamd bang was: zijn commentaar op de ophef die was ontstaan nadat er een strop was aangetroffen in de garage van Bubba Wallace, de enige zwarte coureur in de Nascar-racecompetitie en een uitgesproken sympathisant van Black Lives Matter. Waarbij Jensen dan weer bijna braafjes afsteekt als hij, om te bewijzen dat de zwarte Amerikanen helemaal niet worden gediscrimineerd, het succes van Oprah Winfrey ‘met haar dikke reet’ opvoert: zonder de steun van witte tv-kijkers had haar ster nooit zo kunnen rijzen.

Alex Jones in de studio van zijn show Infowars.

Ook in zakelijk opzicht kennen de twee geen gêne. Zowel in Infowars als bij Jensen wordt uitvoerig reclame gemaakt voor de eigen onlinestore, waar voor gepeperde prijzen al dan niet aan de boodschap van de programma’s gerelateerde producten kunnen worden besteld. Bij Jones: voedingssupplementen, T-shirts met ‘5G kills’, witte rompertjes met ‘Baby Lives Matter’ en survival food in pakketten met noodvoedsel voor vier weken tot drie maanden. 

Jensen, zelf voor de camera steevast gestoken in een T-shirt met ‘Vrijheid, nooit meer lockdown’ (€ 27,95) heeft ook shirts met ‘Nexit’ en mokken met ‘Klimaatoptimist’ in de aanbieding. De handel dient slechts één doel: de vrijheidsstrijders Jones en Jensen te steunen door met de koop van hun artikelen de uitzendingen mogelijk te maken.

Noem ze mesjogge, noem ze doodeng, zeker is dat Jones en Jensen zich het goddelijk middelpunt wanen van een universum dat alleen zij ten volle doorgronden. Dat verklaart de aantrekkingskracht die ze op ten minste een deel van de samenleving uitoefenen. In onzekere tijden geven zij antwoorden op al onze vragen – of het de juiste zijn, doet nauwelijks ter zake. 

Daarom blijven ze ook bijbelse associaties oproepen, en een verlangen naar zuiverheid, zoals dat afstraalt van het Gentse altaarstuk dat de gebroeders Van Eijck schilderden in de vroege 15de eeuw. Jensen en Jones afficheren zichzelf, de wereld die zij nog één keer waarschuwen verre ontstegen, als de gekroonde Christus die heerst over hemel en aarde en als het Lam Gods dat wordt geofferd voor het welbehagen der mensheid.

Jan van Eyck en Hubert van Eyck: De aanbidding van het Lam Gods (1432). Jensen en Jones blijven bijbelse associaties oproepen, en een verlangen naar zuiverheid, zoals dat afstraalt van dit Gentse altaarstuk.

Lees ook het profiel van Alex Jones, de man die van paranoia een verdienmodel heeft gemaakt.