Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Oorlog

Trump breekt met een eeuw buitenlands beleid

Exceptionalisme President Trump breekt met een eeuw buitenlands beleid: de VS hebben geen morele rol meer te vervullen, alleen het eigenbelang telt.

Schilderijen van president Donald Trump en de Russische president Vladimir Poetin door de Nepalees Sunil Sidgel, op de India Art Fair in New Delhi.
Schilderijen van president Donald Trump en de Russische president Vladimir Poetin door de Nepalees Sunil Sidgel, op de India Art Fair in New Delhi. Foto Dominique FAGET / AFP

Vlak voor de Super Bowl, de hoogmis van Amerikaanse sport- en vaderlandsliefde, zond Fox News afgelopen zondag een opmerkelijk interview uit met Donald Trump. Interviewer Bill O’Reilly vroeg de president naar zijn bewondering voor de Russische president Vladimir Poetin. „Ik respecteer hem”, zei Trump. „Het is beter om goed te kunnen opschieten met Rusland.” O’Reilly: ,,Maar hij is een moordenaar.” Trump:

,,Wij hebben ook veel moordenaars. Wat denk je? Dat wij zo onschuldig zijn?”

Met deze uitspraak ruilde Trump de dominante Amerikaanse wereldvisie in voor een andere, zegt Tony Smith, hoogleraar politicologie aan Tufts University. „Hij maakte in één klap een eind aan het Amerikaans exceptionalisme, en verving dit door moreel relativisme. Hij brak met een eeuw Amerikaans buitenlands beleid.”

Een eeuw lang, zegt Smith, is de Amerikaanse politiek beheerst door het idee dat het land een speciale taak in de wereld had. Amerikaanse kinderen leren op school dat hun land het beste ter wereld is. En leiders horen het te zeggen. Ronald Reagan vergeleek de VS met „een stralende stad op een heuvel”. Volgens George W. Bush was het land „door God gezegend”, en had het daarom een speciale rol in de wereld. Barack Obama zei eens:

„Ik geloof dat Amerika exceptioneel is, deels omdat we bereid zijn geweest ons bloed te offeren voor de belangen van iedereen, niet alleen voor die van onszelf.”

Lees ook: scepsis over hypocriet verzet van Silicon Valley tegen Trump.

Exceptionalisme, zegt Tony Smith, is de kern van Amerika’s kijk op zichzelf én de wereld. Het heeft de Amerikaanse politiek gedomineerd sinds president Woodrow Wilson honderd jaar geleden besloot deel te nemen aan de Eerste Wereldoorlog, zegt Smith. Zijn boek hierover, Why Wilson Matters, komt deze maand uit. Smith:

„Het betekent dat Amerika voor iets groters staat dan alleen het eigenbelang. Amerika staat ook voor een liberale wereldorde, waarin democratieën worden verdedigd en internationale samenwerking wordt bepleit. Iedere president vanaf Wilson heeft dit uitgedragen.”

Het idee dat Amerika een speciale rol in de wereld heeft, is een van de weinige kwesties waarover Democraten en Republikeinen het eens zijn. Alleen de praktische uitwerking verschilt. Een conservatief zegt eerder dat die rol bestaat uit het bevorderen van kapitalisme, terwijl een progressief vindt dat de VS genocides moeten voorkomen.

Trump is de eerste president sinds Wilson die niets wil weten van een speciale, moreel verheven rol in de wereld. Hij bepleitte tijdens zijn inauguratie een ‘America First’-strategie. Amerikaanse buitenlandse politiek gaat bij hem primair om winnen, niet om wat rechtvaardig of moreel wenselijk is. In exceptionalisme, zei hij vorig jaar, gelooft hij niet. „Ik houd niet van de term. Als ik het politici hoor zeggen, denk ik: maar we gaan dood. We hebben een schuld van 18 biljoen dollar.”

Somber over eigen land

Trump voelde als kandidaat perfect aan dat Amerikanen somberder worden over hun land en over de invloed van de VS in de wereld. Volgens een peiling van Pew geloofde in 2015 zo’n 28 procent van de Amerikanen dat hun land ‘het beste land ter wereld’ is. Drie jaar eerder was dat 38 procent.

Exceptionalisme is snel uit de mode aan het raken. Volgens Smith heeft het presidentschap van George W. Bush het wantrouwen vergroot tegenover de ideologie van exceptionalisme. Tijdens de Bush-jaren was het neoconservatisme in de mode, dat uitgaat van het idee dat Amerika democratie moet bevorderen in het Midden-Oosten, desnoods met geweld.

„Ook de desastreuze oorlog in Irak was een vorm van exceptionalisme. Die oorlog toont voor veel Amerikanen het gelijk van Trump aan.”

Trump maakt volgens Smith werk van zijn America First-belofte. „Hij breekt de liberale wereldorde af, en daarmee het werk van zijn voorgangers. Het geloof in de leidende rol van de VS in de wereld, in hechte samenwerking met andere westerse democratieën, is helemaal weg. Trump prijst de Brexit, noemt de NAVO overbodig, en beledigt Angela Merkel, de Amerikaanse hoop op redding van de EU. Het is een onvoorstelbare ommekeer.”

Lees ook ons profiel van de beoogde minister van onderwijs: Betsy DeVos lijkt het te redden, met graatmager mandaat.

Trumps beleid kan veel conflicten veroorzaken met zijn eigen Republikeinse Partij, die nooit een partij is geweest voor isolationisten. Veel conservatieven reageerden de afgelopen dagen gealarmeerd op Trump. Senator Ben Sasse: „Er bestaat geen morele gelijkwaardigheid tussen de VS, het meest vrije land in de geschiedenis, en de moorddadige schurken die Poetin helpen met zijn vriendjespolitiek.”

Smith: „Ronald Reagan verenigde links en rechts met de overtuiging dat we een bijzondere taak hebben. Maar in het Trump-tijdperk gaat dat niet langer op. Voortaan gaat onze buitenlandse politiek slechts over één ding: is het goed voor óns? Daar moeten ook de Republikeinen aan wennen.”