Minister Wopke Hoekstra (44) wil niet de nieuwe CDA-leider worden. Hij was een van de favorieten om lijsttrekker van de politieke partij te worden, maar ziet dat zelf niet zitten. "Ik vind mezelf uiteindelijk meer een bestuurder, meer iemand die past bij een rol als minister van Financiën, dan iemand die zou moeten gaan voor het partijleiderschap."
Dat bevestigt Hoekstra aan RTL Nieuws na berichtgeving door De Telegraaf. De minister van Financiën wist al een aantal maanden dat hij niet mee wilde doen in de race om het lijsttrekkerschap, maar maakt dat vanwege de coronacrisis nu pas bekend, zo zegt hij.
Nieuw gezicht
De vorige CDA-leider Sybrand Buma werd augustus 2019 burgemeester van Leeuwarden en sindsdien is de partij op zoek naar een nieuw gezicht. De ministers Hugo de Jonge van Volksgezondheid en Wopke Hoekstra van Financiën werden veel genoemd als grote kanshebbers. Ook staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken toonde interesse.
"Binnen de partijtop van het CDA proefde je eerder nog een duidelijke voorkeur voor de gedegen Hoekstra boven de meer flamboyante De Jonge", zegt politiek verslaggever Frits Wester.
Toch zal Hoekstra niet de lijsttrekker worden. "Ik vind het enorm eervol dat veel mensen mij die rol hebben toegedicht. Tegelijk is het een beslissing waarbij je dicht bij jezelf moet blijven. CDA heeft uitstekende kandidaten in huis. Ik ga er alles aan doen om de nieuwe lijsttrekker te helpen om een enorm succes van de verkiezingen te maken."
Hoekstra zegt wel een voorkeur te hebben voor wie de nieuwe partijleider moet worden, maar die houdt hij voor zich. "De gesprekken daarover moeten intern blijven", zegt hij. "Wie het ook wordt, ga ik van harte ondersteunen."
Lijsttrekkersverkiezing
Sinds deze week kunnen kandidaten voor het lijsttrekkerschap zich bij het CDA melden. Als er meerdere geschikte kandidaten zijn, volgt er een lijsttrekkersverkiezing. Volgens Frits Wester zit de partijtop daar niet op te wachten.
"Ze hebben heel goed gekeken naar de PvdA, waar twee mannen tegen elkaar campagne moesten voeren die bijna vijf jaar samen de kar hadden getrokken", legde Wester uit. "Dat had desastreuze gevolgen."
