Direct naar artikelinhoud
Column

Politici gedragen zich steeds meer als advocaten

Theodor HolmanBeeld Wolff

Een moordenaar heeft een moord gepleegd. Hij wordt gepakt. Vervolgens neemt hij een advocaat. Waarom? "Omdat iedereen het recht heeft om verdedigd te worden."

Tegen wie? Tegen ons, die bij monde van de officier van justitie de moordenaar in het gevang willen stoppen.

Wat doet een advocaat? Hij zoekt mazen. In wetten. Hij poneert nieuwe interpretaties en hij speurt naar onvolkomenheden; advocaten proberen het niemandsland te ontdekken dat zich als een verborgen schatkaart in onze wetboeken verborgen houdt.

Of de moordenaar echt schuldig is, interesseert de advocaat niet; hij verdedigt slechts, hij verdedigt alles. Vindt de advocaat een maas waardoor een massamoordenaar vrijkomt, dan zal hij die maas gebruiken.

Advocaten zien we tegenwoordig vaak op tv. Een advocaat is namelijk een curiositeit, omdat hij zoetgevooisd het slechte verdedigt zonder zelf schuldig te zijn.

Politici gedragen zich tegenwoordig steeds meer als advocaten.

Ik bedoel dit: een advocaat zet, als hij aan het verdedigen is, elke vorm van idealisme opzij. Anders kan hij zijn werk niet uitvoeren. De moraliteit van de zaak interesseert hem niet. Voor zover er een moraal uit het wetboek te halen valt, zal hij die naar bevind van zaken interpreteren.

Dat zie je nu ook bij politici gebeuren. Ze beginnen als liberaal of socialist, maar naar gelang de macht in het vizier komt, beginnen ze in hun idealisme naar mazen te zoeken.

Bijvoorbeeld: "We doen water bij de wijn, want dit is het beste voor het land." Of: "We moeten nu eenmaal compromissen sluiten." Of: "Dit was het hoogst haalbare."

Wanneer je steeds maar mazen zoekt en vindt - zowel in wetten als in je eigen idealisme - gelooft de burger steeds minder in de houdbaarheid van die wetten en dat idealisme, en dat leidt dan tot wantrouwen. Anders gezegd: als je voortdurend goedpraat wat niet deugt, gelooft men mettertijd je praatjes niet meer.

Je moet tegenwoordig met een lantaarn het ware liberalisme en het ware socialisme zoeken; het zijn idealen die zijn weggeredeneerd en die slechts folklore zijn geworden. Voor wie nemen Mark Rutte en Lodewijk Asscher het nu precies op? Welke afspraken zijn ze precies nagekomen?

In de verkiezingscampagne zullen ze hun standpunten verdedigen als advocaten: zonder te denken aan hun idealisme of hun moraal. Ze doen alsof. Zie je een stel afgeknaagde botten, dan is er een grote kans dat je de resten van zo'n antieke politieke partij ziet.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief. Reageren? t.holman@parool.nl

Als je voortdurend goedpraat wat niet deugt, gelooft men mettertijd je praatjes niet meer