College voor de Rechten van de Mens pleit voor anti-discriminatiecoördinator

De overheid moet meer doen om discriminatie in de samenleving aan te pakken en daarvoor een coördinator aanwijzen, zegt het College voor de Rechten van de Mens in zijn jaarverslag. Volgens het college komt discriminerend gedrag in het openbaar structureel voor en past twee derde van de mensen met een discriminatie-ervaring op straat, online of in het ov zijn of haar gedrag aan.

"Dat uit zich op heel veel verschillende manieren", zegt voorzitter Adriana van Dooijeweert van het college in het NOS Radio 1 Journaal. "Het kan zijn dat vrouwen op een bepaald tijdstip niet meer naar buiten gaan 's avonds, zich anders kleden, gelovigen die geen keppel of hoofddoek meer dragen. Maar mensen uiten zich ook niet meer op bijvoorbeeld bepaalde platforms online, omdat ze daar buitengewoon discriminerend behandeld zijn."

Uit cijfers van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat 28 procent van de mensen die discriminatie in het openbaar ervaren, dat ook op grond van hun huidskleur, afkomst of taal ervaren.

"Die combinatie maakt dat discriminatie zo ongelofelijk ingrijpt in je leven en de mogelijkheden om je leven zo in te richten zoals je dat wilt", zegt Van Dooijeweert. Zo vermijdt een op de vijf mensen die in het ov met discriminatie te maken heeft gekregen, de trein, bus of metro.

Foute grappen

Het instellen van een coördinator is volgens Van Dooijeweert een goed middel om een structurele aanpak te ontwikkelen voor alle vormen van discriminerend gedrag. Ze wijst erop dat discriminatie in de hele samenleving voorkomt.

"Een foute grap is de eerste stap op weg naar geweld", zegt ze. "Als je dat niet meeneemt en als je ook niet ziet dat politici en leiders zich tegen discriminatie uitspreken, dan wordt het bijna de normaalste zaak van de wereld. Dan zijn we echt ver van huis."

Ook moet de coördinator wat haar betreft kijken naar de groepen die ermee te maken hebben en naar beleid waar gemeenten mee aan de slag kunnen. Wie die coördinator moet zijn, is wat Van Dooijeweert betreft een taak voor de overheid. "We willen daar best over meepraten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl