Direct naar artikelinhoud
Coronaregels

In het vliegtuig mag je wél dicht op elkaar zitten

Toestellen van de KLM op luchthaven Schiphol.Beeld ANP

Een eenduidig antwoord is er niet. Maar de Tweede Kamer, en vele anderen vragen zich af: waarom mogen passagiers in het vliegtuig wel heel dicht op elkaar zitten?

Gefronste wenkbrauwen, gekscherende opmerkingen, maar ook harde kritiek. De beslissing van het kabinet vliegverkeer toe te staan zonder 1,5 meter afstand tussen passagiers, doet veel stof opwaaien. Dan maar zijn theatervoorstelling in een vliegtuig spelen, grapte komiek Pieter Jouke op Twitter. Alle ondernemers zijn gelijk, sneerde columnist Claudia de Breij in NRC. “Maar sommige net iets gelijker dan anderen.” En een ­ongeruste Tweede Kamer vraagt zich intussen af: doen we hier wel goed aan? Want waarom hoeven luchtvaartmaatschappijen zich niet te houden aan de strenge coronaregels en de rest wel?

Daar is niet makkelijk antwoord op te geven. Joost van Doesburg, campagneleider op Schiphol bij vakbond FNV, ziet al jaren dat de luchtvaart een streepje voor heeft op andere sectoren. Bij debatten over fijnstof, geluidsoverlast of arbeidsvoorwaarden geldt vaak: ze mag net iets meer dan de rest. Ook nu Nederland langzaam uit een lockdown ontwaakt. Theaters en bioscopen moeten het zien te rooien met maximaal dertig man, in restaurants staan de tafels behoorlijk uiteen en burgemeester Femke Halsema krijgt half Nederland over zich heen als demonstranten te weinig afstand houden. Maar in vliegtuigen en op Schiphol gelden andere regels voor de afstand en het contactonderzoek.

Van Doesburg zag het een paar maanden terug al. “De luchtvaart is nog weken blijven doordraaien, terwijl de rest van het land al op slot was. Buffetrestaurants waren nog open en beveiligers moesten blijven fouilleren, terwijl de regel van anderhalve meter afstand al gold. Zonder mondkapje. Ik heb kaderleden gesproken die op de intensive care zijn beland met het coronavirus.”

De luchtvaart heeft een sterke lobby

De ­reden van die status aparte in deze coronatijd? Van Doesburg wijst voorzichtig op het grote economische ­belang van de sector, maar ook op de sterke lobby. Tweede Kamerlid ­Suzanne Kröger van GroenLinks noemt onder meer het mondiale ­karakter van de luchtvaart. Nederland heeft zich te houden aan regels opgesteld door internationale belangenclubs, hoort ze vaak. Maar ook Kröger ziet dat lobby een rol kan spelen. Slechts een dag nadat premier Rutte de intelligente lockdown had afgekondigd, zag ze een foto voorbijkomen van Schipholdirecteur Dick Benschop en KLM-baas Pieter Elbers op bezoek bij ministers Van Nieuwenhuizen (infrastructuur en waterstaat) en Wiebes (economische zaken). “Wel heel opvallend.” En ook zij weet: met maximaal dertig man vliegen houdt geen enkele luchtvaartmaatschappij vol. Toch concludeert ze: al die factoren zijn onvoldoende verklarend. Want ook in andere sectoren spelen soortgelijke kwesties.

De Tweede Kamer wil in ieder geval weten hoe het kabinet tot het besluit is gekomen om in vliegtuigen de anderhalvemeterregel niet te handhaven. En waarom zijn de wetenschappelijke kabinetsadviseurs in het Outbreak Management Team hierover niet geraadpleegd? Minister Hugo de Jonge (volksgezondheid) hield in het debat van afgelopen donderdag vast aan de internationale aard van de sector: Nederlandse luchtvaartmaatschappijen zijn gebonden aan de regels van bijvoorbeeld brancheorganisatie IATA, de International Air Transport Association. Daar heeft het kabinet, zo leek De Jonge te stellen, niet veel mee van doen. Na kritiek van D66 en GroenLinks-leider Jesse Klaver – “U heeft het over IATA, maar dat is de brancheorganisatie. Dat is een beetje alsof we aan Koninklijke Horeca ­Nederland vragen hoeveel mensen er in een horecazaak passen” – beloofde de minister het RIVM te laten meekijken met de nieuwe protocollen van de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. Het RIVM komt deze week met meer informatie.

Bomvolle repatriëringsvlucht

“We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat je veilig en zorgeloos kunt vliegen.” Die zin op de site van luchtvaartmaatschappij Lufthansa maakt dat het gestrande fotografenduo Hadas Itzkovitch en Anya van Lit eindelijk een vlucht naar huis durven te boeken. Ze zitten op dat moment al 3,5 maand vast in Israël en hopen met Lufthansa een van de bomvolle, riskante repatriëringsvluchten te kunnen vermijden.

“Maar toen we op de luchthaven aankwamen, werd al snel duidelijk dat het een hele drukke vlucht was”, zegt Van Lit, die als freelance fotoredacteur werkt bij Trouw. Alle stoelen zijn bezet, ongeduldige passagiers wandelen voortdurend door het vliegtuig, grijpen stoelleuningen vast en hokken samen om een gesprek met elkaar te kunnen voeren. “Achter ons zat een man die binnen een uur zijn mondkapje op zijn kin had zitten.” Stewardessen zeggen er niets van, zeggen zelfs dat passagiers berispen weinig zin heeft.

Itzkovitch en Van Lit voelen zich verre van veilig. De twee gaan de komende twee weken vrijwillig in quarantaine. “Merken we dat we klachten hebben, dan gaan we ons direct testen”, zegt Itzkovitch. “Voor ons voor de rest van het jaar geen vliegtuigen meer.”

Lees ook: 

Nederland gaat vakantiegangers niet repatriëren

Op vakantie gaan in Europa mag, kondigde premier Rutte aan. Vakantiegangers zijn zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid.