Dit is meer dan een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. In 2019 was het oplaten van ballonnen in 17 procent van alle gemeenten verboden. Nu is dit in 145 van de ruim 350 Nederlandse gemeenten het geval. In 2018 lag dit aandeel nog op 5 procent.
Nog zeker twaalf Nederlandse gemeenten buigen zich op korte termijn over een eventueel verbod. De verantwoordelijkheid voor het beleid omtrent het oplaten van ballonnen kwam in 2014 bij de gemeenten te liggen. Sindsdien monitort Stichting De Noordzee het aantal steden dat het oplaten van de met gas gevulde rubberen hulzen.
Het oplaten van ballonnen heeft volgens critici een negatief effect op de natuur en het milieu. Vogels, vissen en zeezoogdieren raken verstrikt in de linten van verdwaalde ballonnen of zien de restanten van de ballonnen aan voor voedsel. Hierdoor belandt het rubber in hun magen en gaan dieren eraan dood.
'Kuststeden zien het concrete negatieve effect van ballonnen'
Opvallend is dat kuststeden over het algemeen meer werk maken van een verbod. Stichting De Noordzee vermoedt dat deze gemeenten vaak concreet hebben gemerkt wat voor effect de ballonnen op de zeeflora en -fauna hebben.
Friesland is koploper als het gaat om het verbieden van ballonnen. In deze provincie heeft bijna 80 procent van alle gemeenten een verbod ingesteld. De hekkensluiter is Limburg waar slechts 13 procent van alle gemeenten het oplaten van ballonnen een halt heeft toegeroepen.
NUjij: Uitgelichte reacties