Direct naar artikelinhoud
ReportageHongarije

Romafamilies in Hongarije hebben het tijdens corona extra zwaar

Romagezinnen worden door taxichauffeurs geholpen.Beeld Roos van Hennekeler

De gevolgen van de coronacrisis raken de Hongaarse Roma hard. Ze staan er vaak alleen voor, maar soms krijgen ze hulp, zoals van deze groep taxichauffeurs.

“Mijn lieve vrienden!” De Roma-Hongaarse taxichauffeur József Radics stapt zijn auto uit. Het is acht uur ’s ochtends en op het parkeerterrein van het Nyugati-treinstation in Boedapest staat een groepje mannen op hem te wachten. Wangen worden gekust, plagerige grapjes gemaakt, en dan stapt iedereen in zijn eigen auto; Radics in zijn geel-geblokte taxi.

Normaal rijdt Radics met zijn taxi toeristen rond in Boedapest, maar sinds het begin van de corona-epidemie gebruikt hij zijn wagen voor een ander doel: hij en zijn vrienden brengen voedselpakketten naar families op het platteland, voornamelijk Roma-families. Het gaat om gemeenschappen die aan de rand van de maatschappij leven. Hun enige inkomsten bestaan uit zaken als de kinderbijslag (30 euro per kind per maand), hier en daar een zwart betaald klusje, wat werk binnen een werkprogramma van de Hongaarse staat of steun van een hulporganisatie. Verder leunt men op elkaar: mensen ruilen onderling producten zoals zout en bloem, en de lokale winkelier helpt mensen af en toe uit de brand.

“Het universum waar deze mensen in leven kent een uiterst delicate balans”, zegt Agota Scharle, een Hongaarse econoom gespecialiseerd in sociaal beleid. “Als dat ook maar enigszins uit balans gebracht wordt, zoals nu door de gevolgen van de coronacrisis, dan stort het hele verhaal in.” Zo komt Radics bij families thuis waar de kinderen al meerdere dagen niet hebben gegeten. Het beetje werk dat er was, is opgedroogd, en de epidemie bemoeilijkt ook het werk van hulporganisaties.

Vlierbloesem plukken

De pakketten die Radics bezorgt – in gele plastic tasjes – bestaan uit houdbare basics: pakken bloem en suiker, en flessen zonnebloemolie. In een paar maanden tijd is zijn operatie uitgegroeid tot één van de meest actieve in het land: zo’n drieduizend families werden al geholpen door zijn gele tasjes. Vandaag gaat de rit naar Pocsaj, aan de grens met Roemenië. Het dorpje zelf is pittoresk: bloeiende rozenstruiken, melodieus luidende kerkklokken, netjes aangeharkte grasveldjes. Maar een stukje buiten het dorp begint het Roma-getto: rijen bakstenen en golfplaten huisjes, plotselinge armoede en kinderen die zwart zien van het vuil.

“Als ik wist dat jullie met een camera kwamen, dan had ik mijn kinderen eerst gewassen”, lacht Csilla-Anna Lénárd, een moeder van acht kinderen, die een klein bakstenen huis uit komt lopen. Haar jongste duwt zijn eveneens nieuwsgierige zussen aan de kant om te kunnen zien wat er gaande is bij de tuinpoort, terwijl Lénárd haar gele tasje in ontvangst neemt. Het lijkt al volstrekt onmogelijk dat al deze kinderen in het kleine huisje achter haar wonen, maar dan komt ook Lénárds moeder de tuin ingelopen: die blijkt ook bij de familie te wonen.

Gek genoeg is Lénárd één van de weinige volwassenen die vandaag thuis is. Bij veel huizen komen na herhaaldelijk roepen en aankloppen slechts een paar kinderen aarzelend naar buiten lopen. Later vertelt Radics waar alle ouders uithangen: “Ze zijn vlierbloesem plukken”. Vlierbloesem bloeit maar een paar weken in het jaar, maar is heel populair in Hongarije, legt hij uit. Op het platteland rijden nu trucks rond die van lokale Roma zakken vlierbloesem inkopen – tweehonderd forint (zo’n zestig eurocent) per kilo – om ze daarna in Boedapest te verkopen, waar er thee of siroop van gemaakt wordt. Je verdient er haast niets mee, maar de mensen zijn wanhopig: er zijn momenteel geen andere inkomsten.

Het beleid van Orbán

Hoewel er binnen de Hongaarse regering bereidheid is om deze mensen te helpen, is het minister-president Viktor Orbán zelf die daar een stokje voor steekt, volgens Scharle. Ze sprak hier in informele setting over met iemand in de regering. “Orbán heeft toestemming gegeven voor het uitbreiden van de publieke werkprogramma’s. Hij gelooft niet in uitkeringen in contanten.” Zelf komt de premier uit een sociaal opwaarts-mobiele plattelandsfamilie, en het is zijn wereldbeeld dat het sociale beleid in Hongarije vormgeeft: hard werken en dan kom je er wel. Hongarije heeft niets voor niets nu de kortste werkloosheidsuitkering van de Europese Unie.

Het beleid van Orbán
Beeld Roos van Hennekeler

“Maar deze Roma-families hebben te maken met structurele problemen, zoals wijdverbreide discriminatie op de arbeidsmarkt en slechte toegang tot publieke diensten”, zegt Scharle. Van huis uit worden kinderen bovendien niet gestimuleerd om hun best te doen op school. Zo worden veel problemen van generatie op generatie doorgegeven. “En dat het onderwijs nu al maandenlang via digitale kanalen plaatsvindt, betekent dat deze kinderen nu helemaal geen toegang tot onderwijs hebben”, aldus Scharle.

Om ook daar iets aan te doen, zamelt Radics geld in voor de aanschaf van laptops en smartphones, waarvan hij er ook in Pocsaj een aantal bezorgde. “Maar het is allemaal niet genoeg”, verzucht hij hoofdschuddend. Er waren vandaag nog wel meer families in Pocsaj die hulp nodig hebben – maar er paste niet meer in de auto’s. Met een lokale hulpverlener wordt op de straat voor het gemeentehuis een selectie gemaakt: families met meer dan vijf kinderen krijgen nu hulp. De rest moet het op de één of andere manier nog even uit zien te zingen.

Vicieuze cirkel van werkloosheid en armoede

 Hongaren met een Roma-afkomst vormen de grootste minderheid in Hongarije. Volgens de officiële census gaat het om 3,18 procent van de bevolking, maar de Raad van Europa schat dat het in werkelijkheid om zo’n zeven procent van de bevolking gaat: door wijdverspreide discriminatie registreren Roma zich niet altijd als zodanig. Dat komt neer op zo’n 700.000 mensen. Meer dan de helft daarvan stopt voor hun zestiende al met school, wat de bevolkingsgroep in een vicieuze cirkel van werkloosheid en armoede houdt. Op het Hongaarse platteland zijn verschillende grote Roma-getto’s te vinden: gebieden net buiten een dorp waar soms wel duizenden Roma een gesegregeerd bestaan leven. Ook hier worden de effecten van de coronapandemie nu gevoeld.

Lees ook:

Orbán grijpt corona aan om Hongaarse oppositie verder in hoek te duwen

De regering van de Hongaarse premier Viktor Orbán lijkt de coronacrisis aan te grijpen om de oppositie aan te vallen. ‘Het voelt voor ons als wraak voor ons verkiezingssucces.’