De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het noodprogramma om de coronacrisis te lijf te gaan flink uitgebreid. Er wordt 600 miljard euro extra uitgetrokken om de economie te stimuleren.
Dat is flink meer dan waar op werd gerekend. Analisten gingen ervan uit dat de ECB 500 miljard euro extra nou uittrekken.
De ECB startte in maart al met een nieuw opkoopprogramma (PEPP) ter waarde van 750 miljard euro. Voor dat geld worden staats- en bedrijfsobligaties opgekocht. Via obligaties lenen overheden en bedrijven geld van investeerders.
1350 miljard euro
Door zo veel leningen op te kopen zorgt de ECB ervoor dat er heel veel geld de economie in wordt gepompt. Lenen wordt voor overheden, bedrijven en uiteindelijk ook voor consumenten goedkoper. Daardoor kan de economie draaiende gehouden worden.
Het noodprogramma PEPP wordt nu dus enorm uitgebreid en verlengd. Het opkopen van obligaties gaat zeker door tot juni 2021. De 600 miljard euro extra brengt de totale waarde van het steunpakket op 1350 miljard euro.
Te weinig inflatie
Als directe reden voor het uitbreiden van het noodprogramma draagt de ECB aan dat de inflatieverwachtingen tegenvallen. De ECB heeft eigenlijk namelijk maar één hard doel: de inflatie iets onder de 2 procent houden.
Volgens de ECB is dat een prettig niveau om de economie te laten groeien. Zakt die inflatie verder weg, dan wordt de kans op een haperende economie groter.
Maar door de coronacrisis blijft de inflatie nu juist enorm achter bij die doelstelling. Consumenten willen namelijk minder kopen en dat zorgt voor een langzamere stijging van de prijzen. In sommige gevallen dalen de prijzen zelfs, zoals voor energie.
En dus ziet de ECB zich genoodzaakt om de economie nog meer te stimuleren. Dat moet er dan toe leiden dat het geld blijft rollen en de economie weer aantrekt.
750 miljard snel op
Bovendien wezen analisten er ook al op dat de 750 miljard euro die was gereserveerd voor aankopen onder PEPP, als in september of oktober op zou zijn, als er op hetzelfde tempo als nu wordt doorgekocht.
Als de ECB geen extra aankopen in het vooruitzicht zou stellen, zou dat voor onnodige onrust op de financiële markten kunnen zorgen, schreef ING-analist Carsten Brzeski al.
Rente blijft gelijk
De belangrijkste rentetarieven houdt de ECB gelijk. Normaal gesproken probeert de centrale bank de economie bij te sturen door de rentestanden te veranderen, maar dat is al tijden niet effectief genoeg. Via de rentetarieven kan de ECB het lenen van geld door banken bij de centrale bank duurder of goedkoper maken.
De twee tarieven voor het lenen van geld door banken blijven ongewijzigd op 0,25 procent (voor leningen van een week) en 0 procent (voor extreem kortlopende leningen). Banken moeten voor het stallen van geld bij de ECB juist 0,5 procent rente betalen, ook daaraan is niets veranderd.
Krimp economie
De rekent er verder op dat de economie van de eurozone dit jaat krimpt dit met 8,7 procent. De Europese Commissie verwachtte begin vorige maand nog dat de economie in de eurozone met 7,7 procent zou krimpen.
Eind vorige maand waarschuwde Christine Lagarde, de voorzitter van de ECB, al dat de economie sterker zou krimpen dan eerder werd verwacht. Toen ging ze daarom uit van een krimp van tussen de 8 en 12 procent.
Voor volgend jaar denkt de ECB dat de economie van het eurogebied weer opveert en 5,2 procent groei laat zien. In 2022 moet er dan een groei van 3,3 procent zijn.
Lagarde maakte ook nieuwe inflatieverwachtingen bekend. Die blijft de rest van het jaar lager en de ECB gaat nu uit van een inflatie van 0,3 procent dit jaar. Volgend jaar zou de inflatie dan stijgen naar 0,8 procent en in 2022 zou de geldontwaarding op 1,3 procent moeten uitkomen.
