Direct naar artikelinhoud
AnalyseVerspreiding virus

Ventileren: het wondermiddel tegen corona?

Opnieuw zijn in twee onderzoeken aanwijzingen gevonden dat goede ventilatie overdracht van het coronavirus kan tegengaan. Een wondermiddel voor sportscholen, klaslokalen, kantoren en restaurants? Zo simpel ligt het helaas niet, zeggen virologen.

Sporters volgens een les in de buitenlucht.Beeld ANP

Stay healthy, blijf gezond, zeiden de proefpersonen die deelnamen aan het Amerikaanse experiment. Maar ‘gezond’ is niet helemaal de juiste omschrijving van wat er vervolgens gebeurde: vooral op de ‘th’ bleken de proefpersonen duizenden minuscule druppeltjes keelvocht uit te stoten, slechts zichtbaar door ze in een donkere kamer met laserlicht te beschijnen.

Druppeltjes die bovendien wel minuten blijven hangen, schrijft een andere, Amsterdamse onderzoeksgroep onder leiding van fysicus Daniel Bonn, woensdag in artsenblad The Lancet. In een slecht geventileerde ruimte bleven experimenteel opgewekte kloddertjes vocht van 5 micron (duizendste millimeter) groot wel 9 minuten hangen. In een goed geventileerde kamer was de hoeveelheid druppeltjes na 30 seconden gehalveerd.

Ventilatie

Goed ventileren! In de zich nog altijd ontwikkelende inzichten over covid-19 is het een advies dat je steeds vaker hoort. Ventilatie helpt onder sommige omstandigheden misschien zelfs beter tegen het virus dan de handen wassen, zei de Duitse hoofdviroloog Christian Drosten maandag in een radiointerview. ‘Afstand houden is mooi, maar ventilatie is ook belangrijk’, erkent ook hoogleraar virologie Louis Kroes (LUMC) desgevraagd.

Virologen gaan ervan uit dat het coronavirus zich hoofdzakelijk van mens tot mens verspreidt door inademing van nabij uitgehoeste en -genieste druppeltjes. Vandaar anderhalve meter: de grotere druppeltjes, vanaf ongeveer 20 micron, vallen binnen die afstand op de grond, blijkt onder meer uit een beroemd Hongkongs onderzoek uit 2007.

Niet onder drempels door

In elk geval verspreidt het virus zich in de regel niet via de lucht, zoals bijvoorbeeld waterpokken of mazelen doen. Ook dat is tamelijk onomstreden. ‘Dat weten we omdat luchtweginfecties niet het vreemde, grillige gedrag vertonen dat je bij die ziektes wél ziet’, zegt Kroes. ‘Waterpokken kan zich op een ziekenhuisafdeling over vele kamers verspreiden, zelfs al houd je de deuren dicht. Het gaat onder drempels door, zeggen we dan. Dat soort bizar gedrag hebben we bij luchtwegvirussen nooit opgemerkt.’

Maar daartussenin ligt het grijze gebied van de ‘aerosolen’: kleinere druppeltjes, die we soms uitstoten en soms niet, en die in sommige omstandigheden langer blijven zweven dan in andere. Wie zingt of schreeuwt, maakt van zijn stembanden een soort bellenblaassetje dat ook heel kleine druppeltjes voortbrengt, bleek uit een vorig jaar gepubliceerde reeks experimenten. En, om het nog ingewikkelder te maken, de verschillen per persoon zijn groot: zo zijn er mensen die al bij normale spraak veel minidruppeltjes uitstoten.

Zwijgen

Dat wordt dus zwijgend in het restaurant zitten, sporten met een mondkapje op en vooral niet te veel aanmoedigingen schreeuwen in de sportschool, zou je zeggen. Maar er speelt nog iets. Volstrekt onduidelijk is namelijk hoeveel virus er nodig is om een mens te besmetten – en of de kleinste druppeltjes wel genoeg virus bevatten. ‘Ik ben het eens met de conclusie dat ventilatie belangrijk is, maar het zegt niks over in welke druppels het virus nou echt zit en wat daarmee de belangrijkste route van overdracht is’, stelt viroloog Sander Herfst (Erasmus MC), die virusoverdracht via de lucht onderzoekt.

‘Zeer interessante informatie’, vindt Herfst metingen zoals die uit Amsterdam. ‘Maar helaas leveren zulke studies geen bewijs of infectie via kleine of grote deeltjes plaatsvindt. Daarvoor moeten er zeer gevoelige metingen gedaan worden aan aerosolen of druppels die virus bevatten. En zulke studies ontbreken nog.’

Superverspreidingen uitzonderlijk

Wat dat betreft zijn ‘superverspreidingen’, waarbij bijvoorbeeld ineens een heel zangkoor ziek wordt, ‘de grote uitzondering’, zegt hoogleraar infectieziektebestrijding Andreas Voss (Radboudumc). ‘Dit is niet de manier waarop het virus zich gewoonlijk verspreidt. Er zijn verschillende studies gedaan die probeerden het virus aan te tonen buiten de spatzone rondom een patiënt. Drie, vier meter. En al die studies zijn er niet in geslaagd levend virus aan te tonen.’

Wel aerosolen dus, maar niet genoeg levend virus – behalve in bepaalde uitzonderlijke omstandigheden. De grote vraag is hoe uitzonderlijk sportscholen of horecagelegenheden precies zijn. ‘Eerlijk gezegd vind ik sportscholen en koren in deze discussie het moeilijkste’, zegt Voss. ‘Op dit moment zou ik zeggen: een sportschool moet echt goede luchtverversing hebben. Meer dan zo’n ventilator aan het plafond die de lucht rondblaast.’

Kansproces

‘Uiteindelijk is virusoverdracht een kansproces’, zegt Kroes. ‘Als de lucht stilstaat en er komen langdurig veel van de kleinste deeltjes vrij, is dat natuurlijk riskant, dat weten we van allerlei uitbraken in volle après-skibars en bij kerkkoren. Maar waar ligt precies de grens? In die discussie zitten we nu volop. Het is een beetje vervelend, maar eigenlijk moet je voor elke situatie afzonderlijk een kritische evaluatie maken.’

Er staat veel op het spel. Zo wijst Bonn erop dat uitgerekend de kleinste druppeltjes dieper in de longen komen, volgens experimenten met een machine die de longen nadoet. Dat zou kunnen betekenen dat aerosolen een mens ernstiger ziek kunnen maken dan de grotere druppeltjes, die in de keel blijven plakken. ‘Ik denk dat er inmiddels een berg bewijs is dat die aerosoldruppeltjes belangrijk zijn, zeker in situaties waarin je met zijn allen in een slecht geventileerde ruimte zit’, zegt Bonn. ‘Nul risico bestaat niet. Maar als je gewoon het raam openzet en goed ventileert, zijn de druppeltjes heel snel weg.’

Lees ook

Kabinet zwicht: sportscholen mogelijk al op 1 juli open
Als het coronavirus onder controle blijft, mogen de sportscholen al op 1 juli weer open. Dat heeft premier Mark Rutte woensdagavond bekendgemaakt.

De belangrijkste grafieken en kaarten over de uitbraak van het coronavirus in Nederland