© Robin Utrecht / Hollandse Hoogte

Het virus als sociaal-economische katalysator: hoe meer je erop gaat letten, hoe meer je het ziet. Een faillissementengolf in de olie-industrie: werd al verwacht, wordt dramatisch. Druk om gezonder te gaan leven: was er al, maar extra omdat je er de ic mee kunt vermijden. Het fietsvriendelijke vrijmaken van binnensteden: altijd al sympathiek idee, nu bittere noodzaak om je überhaupt nog te kunnen verplaatsen. En nu ook de versneld slinkende maatschappelijke tolerantie voor wangedrag van grote bedrijven. Er lijkt een kantelpunt bereikt.

Tegen de ‘greed is good’-mentaliteit van multinationals en in de financiële sector was weinig maatschappelijke weerstand, zolang iedereen erbij leek te winnen. In de jaren 1990 en 2000 beperkte actief verzet zich tot demonstraties bij G8-bijeenkomsten. De term neoliberaal en zelfs het woord kapitalisme werden buiten radicaal-linkse kringen vrijwel niet gebruikt. Het ging altijd om markthervormingen en de markteconomie. Het maatschappelijk discours had dus zelfs geen vocabulaire om de economische structuren te problematiseren.

Dat is in vijftien jaar snel veranderd. Na de financiële crisis van 2007 werden bewegingen als Occupy Wall Street hip. Universiteiten en zelfs MBA-opleidingen gingen de schaduwzijden van de markteconomie bestuderen. De kritiek richtte zich op bankiers en de financiële sector, maar het besef dat die verknoopt waren met de geglobaliseerde economie nam toe. Wat ook meespeelde is dat Amerika zichtbaar begon af te takelen, terwijl China meer werd dan slechts een fabriekshal van het Westen. De machtsbalans was aan het verschuiven. Globalisering was niet meer onverdeeld fantastisch voor het Westen. Dus ontstond er, heel opportunistisch, in het Westen meer ruimte voor globaliseringskritiek. Andersglobalisme werd mainstream.

Het narratief rond de Nederlandse megabedrijven kantelt

De redding van banken na 2007 en de bezuinigingen die dat teweegbracht, maakten een einde aan de oranje trots op megabank ING. Na de staatssteun waren de witwasschandalen en toen ook nog de bonussen voor topman Hamers te veel van het goede. Ook de andere grote banken bleken in de schijnwerpers van onderzoeksjournalistiek en publieke verontwaardiging anders te zijn dan gedacht: rentemanipulatie, zelfverrijking, bedrog van klanten met onnodig ingewikkelde producten, het meeschrijven aan wetgeving – de financiële sector heeft er lang voor op het strafbankje moeten zitten.

De steun voor het bedrijfsleven, met voorrang voor multinationals, gaat ons veel kosten in het komende decennium. Dus reken maar dat er nu veel boven water gaat komen over belastingontwijking, onderbetaling van de werkvloer en zelfverrijking aan de top. Nu al is het narratief rond de Nederlandse megabedrijven aan het kantelen. De blauwgekleurde trots op KLM is aan het verdwijnen, nu duidelijk wordt dat het bedrijf belasting ontwijkt in Ierland en zelfs tijdens de acute crisis Air France-KLM de topman nog een douceurtje wilde geven. In het verlengde van KLM zullen Philips en andere Nederlandse bedrijven tegen het licht gehouden worden. Ze worden met miljarden overheidssteun in de lucht gehouden terwijl talloze kleinere bedrijven over de kop zullen gaan. Dat wringt in de publieke opinie.

Het ressentiment zal echt groot worden als vervolgens overheden gaan bezuinigen om de staatsfinanciën weer op orde te brengen – iets wat vrijwel onvermijdelijk is zonder drastische maatregelen zoals schuldkwijtschelding en echte belastinghervorming. De spanning rond de banken gaan we weer meemaken, maar op veel grotere schaal, want ten aanzien van alle grote bedrijven.

We zullen dus ook meer van een andere trend die al opgang deed gaan zien: ‘purpose’ en ‘corporate social responsibilty’ in de zakenpers, op MBA’s, en in TED Talks. Het grote bedrijfsleven zal zich hard inspannen om de rest van de wereld van hun maatschappelijke nut en betrokkenheid te overtuigen; er is immers duur betaald voor hun voortbestaan.

De vraag is hoe groot de druk wordt, en hoeveel echte verandering er komt. De banken beloofden beterschap, voerden een bankiers-eed in, en begonnen een jarenlange publiekscampagne om hun imago op te vijzelen. Tegelijk ging rentemanipulatie en exorbitant beloningsbeleid gewoon door, en verzetten zij zich hevig tegen de verhoging van verplichte buffers – inderdaad, de kapitaalbuffers waar ze nu zo trots op zijn. Benieuwd hoe de andere multinationals voor en achter de schermen gaan veranderen. Het virus geeft wel een zetje, maar kritisch volgen blijft nodig.