Actie voor kindvluchtelingen uit Griekenland op keermuur in Harlingen, 'nationaal beleid om je voor te schamen'

Demonstratie in Harlingen.

Demonstratie in Harlingen. FOTO CAMJO MEDIA

Dertig demonstranten staan de komende donderdagavonden op de keermuur in Harlingen. Hun doel: Nederland kindvluchtelingen laten opnemen.

,,Het is ook zo’n symbolische plek’’, zegt Brigitta Scheepsma, GroenLinks-raadslid te Tytsjerksteradiel. Ze heeft net samen met een kleine dertig anderen gedemonstreerd op de keermuur in Harlingen. De actie vloeit voort uit het initiatief van de Stichting Vluchtelingen, die wil dat Nederland 500 weeskinderen uit Griekse vluchtelingenkampen opneemt. Die leven daar in beroerde omstandigheden, weet Scheepsma.

In meerdere Friese gemeentes werd de afgelopen week een motie aangenomen die gemeenten oproept opvangmogelijkheden te onderzoeken en zich bij het rijk aan te bieden. De gemeenten zijn verenigd in een zogenaamde Friese ‘ coalition of the willing’. Woensdagavond nog werd zo’n motie in Noardeast-Fryslân aangenomen. ,,Nationaal beleid om je voor te schamen’’, typeerde Sjoerd Keizer van Sociaal in Noardeast-Fryslân de Nederlandse weigering de kinderen te verwelkomen.

#weeswelkom

De demonstranten in Harlingen vormden met letters de hashtags #500kinderen en #weeswelkom, waarmee op sociale media aandacht voor de kwestie wordt gevraagd. De deelnemers werd gevraagd ,,iets wits’’ te dragen. Op de keermuur stonden ze op anderhalve meter afstand van elkaar: Scheepsma en medeorganisator Stephanie Geurtz (GroenLinks Harlingen) hadden met stoepkrijt streepjes gezet.

Het is de bedoeling dat ze de komende weken elke donderdagavond terugkeren. ,,Voorlopig met niet meer dan dertig man’’, zegt Scheepsma, in het kader van de coronabeperkingen. Op 4 juni zouden dan in veel meer Nederlandse gemeenten soortgelijke demonstraties moeten zijn. ,,Het raakt me enorm’’, zei Scheepsma eerder over de Griekse weeskinderen. ,,Nederland kan verschil maken, een arm om deze kinderen heen slaan. En hen de kans geven om tot bloei te komen.’’