Direct naar artikelinhoud

Raad van State wil ‘kritische reflectie’ op politieke uitspraken door rechters

Zitten rechters te vaak op de stoel van politici? ‘Soms schuurt het’, schrijft de Raad van State in het donderdag verschenen jaarverslag. Rechters hebben volgens de Raad een ‘zware verantwoordelijkheid’ om de politiek niet voor voldongen feiten te plaatsen. 

Vice-president Thom de Graaf van de Raad van State .Beeld ANP - Remko de Waal

Daarmee mengt de Raad van State zich in het door Thierry Baudet heropende debat over de politieke rol van rechters. Het hoogste adviesorgaan van regering en parlement, tevens hoogste bestuursrechter, bepleit ‘een kritische reflectie op rechterlijke uitspraken’. Voorwaarde is wel dat daarbij geen sprake is van ‘het principieel ter discussie stellen van de rechter als instituut’.

Dat staat in het donderdag gepresenteerde jaarverslag over 2019. De Raad deed zelf het afgelopen jaar uitspraken ‘met verstrekkende maatschappelijke gevolgen’ over de kinderopvangtoeslag en het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De Hoge Raad (de hoogste straf- en civiele rechter) kreeg veel kritiek op het Urgenda-arrest, dat de staat dwingt om meer te doen tegen de uitstoot van broeikasgassen.

Dikastocratie

Voor Baudet, fractieleider van Forum voor Democratie, was dit aanleiding om de rol van ‘activistische rechters’ ter discussie te stellen. In een hoorzitting in de Tweede Kamer begin maart over de vermeende ‘dikastocratie’ (regering door rechters) kreeg hij voorzichtige bijval van een aantal juristen, met name over Urgenda. Hoogleraar staats- en bestuursrecht Paul Bovend’Eert zei dat de rechter daar ‘terughoudend’ had moeten zijn.

Ook de Raad van State – die in het jaarverslag de naam Baudet overigens niet noemt – stelt nu de vraag ‘of de rechter nog wel binnen de taken en bevoegdheden blijft die hem zijn toebedeeld’. Bij de genoemde voorbeelden loopt de voor het leven benoemde rechter immers het risico het verwijt te krijgen op de stoel van democratisch gekozen politici te gaan zitten.

‘Soms schuurt dat’, schrijft de Raad, die een tweeledig antwoord geeft. Politici kunnen een uitspraak van de (hoogste) rechter achteraf corrigeren door nieuwe wetgeving te maken. Daar wringt de schoen dus niet zozeer. Maar dat ligt anders wanneer de rechter het internationale recht interpreteert, zoals bij Urgenda is gebeurd. Dat arrest is een interpretatie van het in beton gegoten Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens. ‘Correctie daarop is veel moeilijker’, stelt de Raad. Hier ligt bij de rechter ‘een zware verantwoordelijkheid’.

Balans

Zelf paste de Raad Europees recht toe in de stikstofuitspraak. Maar volgens Bart Jan van Ettekoven, voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak, was dat volstrekt gerechtvaardigd. ‘Nederland heeft er zelf voor getekend dat Europese natuurbeschermingsregels onze nationale spelregels werden. Bij twijfel over de uitleg daarvan, moet je dus in dit geval te rade gaan bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Dat hebben we gedaan en het oordeel was duidelijk: Nederland mocht geen ‘vervuilingsrechten’ uitgeven terwijl de natuurwinst nog niet was geboekt.’

Er is dan ook ‘geen reden voor een alarmerende toon’ in het debat, schrijft de Raad. De rechtsstaat is in Nederland niet wezenlijk in gevaar. Wel is het zaak de balans tussen de staatsmachten goed te bewaken. De Raad van State is voornemens dit jaar enkele ‘rechtsstaatgesprekken’ te organiseren, waarin verschillende spelers uit de rechtsorde met elkaar van gedachten kunnen wisselen.

Thom de Graaf, voormalig D66-fractieleider, oud-burgemeester en sinds november 2018 vicepresident van de Raad van State, zegt daarover: ‘Wij vinden het gepast om bij te dragen aan een beter inzicht in de werking en betekenis van de democratische rechtsstaat. Maar wel met zorgvuldige omgangsvormen. Wij doen niet aan opinie-entertainment.’

Ambitie

Al onder zijn voorganger Piet Hein Donner is een beweging ingezet om de Raad van State meer dan voorheen in gesprek te laten gaan met de buitenwereld, stelt De Graaf. Een van zijn ambities is als wetgevingsadviseur ‘scherper en breder over wetgeving te adviseren’. Ook doet de Raad steeds vaker aan zogenoemde voorlichting, een gevraagd of ongevraagd advies aan regering of parlement.

Zo’n voorlichting leidde vorige maand tot ophef onder staatsrechtgeleerden. De Eerste Kamer stapte naar de Raad van State met een reeks vragen over de mogelijkheid van digitaal vergaderen. De Grondwet geeft geen uitsluitsel of dat wel of niet is toegestaan. Was daarvoor ‘staatsnoodrecht’ noodzakelijk? Een deel van de Tweede Kamer, onder wie voorzitter Khadija Arib, vond die stap van de senaat principieel onjuist: de Kamers bepalen in een eigen reglement hun vergaderorde. Daar hebben zij de Raad van State niet voor nodig.

De Graaf is niet van plan ‘om in zijn schulp te kruipen achter de dikke muren van de Kneuterdijk’ (locatie in Den Haag van de Raad van State, red.), aldus het jaarverslag. ‘Ik heb in mijn eerste jaar mijn best gedaan om de kanalen verder open te krijgen.’

ADVISEUR EN BESTUURSRECHTER

In 2019 zijn bij de Raad van State aan de afdeling advisering 432 zaken voorgelegd voor advies. De afdeling bestuursrecht deed ruim 13.500 zaken af. Het merendeel daarvan betreft vreemdelingenzaken (8.400). Ruim 1.000 gingen over ruimtelijke ordening en 3.100 waren algemene zaken.

LEES OOK:

Begin maart hield de Tweede Kamer een hoorzitting over de veronderstelde politieke uitspraken van rechters. Het verslag leest u hier.

Voorafgaand aan de hoorzitting schreven Thierry Baudet en Paul Cliteur bijgaande opiniebijdrage over ‘dikastocratie’.

Thom de Graaf is sinds november 2018 vicepresident van de Raad van State. In april 2019 gaf hij een interview aan de Volkskrant, dat hier is terug te lezen.