‘Het nieuwe 5G-netwerk zou het immuunsysteem verwoesten, het zou ingezet worden voor mind control, de lockdown zou gebruikt worden om de netwerken versneld in te voeren, of 5G zou het coronavirus via de straling verspreiden.’ © Foto ANP

Het coronavirus wordt in extreemrechtse kringen als een godsgeschenk ontvangen. In Telegram-kanalen wordt volop bediscussieerd hoe politieke munt te slaan uit de crisis die de wereld in haar greep houdt. Vooral de ‘accelerationisten’ zien kansen opdoemen. De ‘accelerationistische’ stroming binnen extreemrechts beoogt de liberale orde op alle mogelijke manieren te ondermijnen en te destabiliseren, in de hoop dat in de chaos een burgeroorlog zal uitbreken waaruit een nieuwe blanke etnostaat zal verrijzen. De gewenste burgeroorlog kan een handje worden geholpen door aanslagen te plegen – dat was de filosofie waarop de Christchurch-terrorist zich beriep. Geweld en chaos als geboortekrik van de nieuwe orde.

Maar ook het coronavirus kan strategisch worden ingezet. Angst, onzekerheid, ondergangsfantasieën, eenzaamheid en sluimerende xenofobie zijn de vruchtbare bodem waarin nieuwe vormen van systeemhaat kunnen worden gezaaid. ‘Onze boodschap moet zijn dat niet het coronavirus, maar het systeem verantwoordelijk is voor alles wat fout gaat’, valt op Telegram te lezen. ‘Des te meer destabilisatie, des te meer mensen we rijp kunnen maken voor onze ideeën. Nu alles wankelt, is het moment gekomen om door te drukken.’

Dat virussen een goede petrischaal zijn om complottheorieën op te kweken is niet nieuw. Een aantal standaardingrediënten keert in viruscomplotten steevast terug. Virussen zijn in het geheim gekweekte bacteriologische wapens, ingezet door de wereldelite om de bevolking te decimeren. Of het doel is juist om door virussen de bevolking maximaal te kunnen vaccineren, met in het vaccin verstopte microchips die mind control kunnen uitoefenen. Of, in weer een andere variant, het doel is om burgerlijke vrijheden in te perken, de noodtoestand uit te roepen en de bevolking massaal onder controle te stellen. Een blik op de catalogus van overheidsmaatregelen in Europese landen van de afgelopen weken maakt voorstelbaar dat wie ontvankelijk is voor deze ideeën, volop munitie krijgt om het eigen gelijk bevestigd te zien: uitgaansverboden, noodwetgeving, identiteitscontroles, het leger op straat en de gehaaste invoering van corona-surveillanceapps.

De constatering dat complottheorieën over het coronavirus weinig ondersteuning in wetenschappelijke kennis vinden, onderling tegenstrijdig zijn en niet overlopen van innerlijke consistentie, biedt weinig soelaas. Waarheid is nooit de forte geweest van complottheorieën, hoe graag complotdenkers zich ook afficheren als de laatste waarheidszoekers op aarde. De kracht van complottheorieën is juist dat het ‘sticky concepts’ zijn: een breed palet aan politieke en persoonlijke grieven en motieven, angsten, ongenoegen en wantrouwen kunnen in complotconstructies ingepast worden. Hoewel er complotaanjagers zijn, die uit politieke en soms commerciële motieven de complotcarrousel draaiende houden, zijn complotconstructies ook coproducties: het zijn niet slechts van bovenaf opgelegde verhalen die passief door een publiek worden ontvangen. Fragmenten uit complotverhalen kunnen verschillend worden gebruikt en geassembleerd in nieuwe versies die weer verder ontwikkeld en verspreid worden.

Ook nu blijkt het virus een dankbaar voertuig om een scala aan politieke ideeën te lanceren. Het kan als argument dienen om de grenzen te sluiten om migranten te weren die doelbewust het virus zouden binnenbrengen – het klassieke idee van de vijand van ‘buiten’ die het gezonde nationale lichaam infecteert en zich vermengt met de binnenlandse vijfde colonne. Het kan ingezet worden in de informatieoorlog tegen China. Het kan zowel als de grootste hoax aller tijden worden opgevoerd, een politiek wapen van ‘links’ om de positie van populistische leiders te ondergraven, of juist als een biologisch wapen gefinancierd door George Soros – waarmee via de achterdeur het antisemitisme ook deze complotconstructies binnenmarcheert.

Complotconstructies muteren daarmee op vergelijkbare wijze als een virus; de complotecologie woekert voort als een rhizoom, flakkert her en der op, lijkt soms te verdwijnen, gaat nieuwe verbindingen aan als er zich schokkende gebeurtenissen voordoen, en kent daarmee talloze varianten die echter allemaal groeien en bloeien op een bedje van diepgeworteld wantrouwen tegen de instituties van de liberale orde – politiek, bestuur, media, wetenschap, rechtspraak.

Het hoeft dan ook weinig verwondering te wekken dat coronacomplotten zich nu vermengen met angst voor de straling van 5G-netwerken. Ook hier is het keuzemenu groot: het nieuwe 5G-netwerk zou het immuunsysteem verwoesten, het zou ingezet worden voor mind control, de lockdown zou gebruikt worden om de netwerken versneld in te voeren, of 5G zou het coronavirus via de straling verspreiden. De angst voor straling is een even goede voedingsbodem voor complottheorieën als virussen. Beiden appelleren aan angst voor de gezondheid, angst voor het onbekende – noch een virus, noch straling laat zich vastpakken, ruiken, voelen of anderszins tastbaar maken – en leiden tot frustratie en woede over de wetenschap die maar geen bewijs wil vinden voor de gezondheidsrisico’s van straling. Daarmee ontstaat een cognitieve opening voor alternatieve verklaringen en is de stap uiteindelijk niet meer heel groot om straling op te vatten als een ‘elektronisch wapen van de nieuwe wereldorde’ of ‘een bewuste aanval van satanische groepen die de wereldbevolking willen reduceren’.

Ondanks de vertrouwde lijnen waarlangs de coronacomplotten zich ontwikkelen, zijn er ook nieuwe elementen die de afgelopen decennia vrijwel ontbraken. Waar complotten lange tijden alleen floreerden in tamelijk marginale uithoeken van de samenleving en nauwelijks tot de rest van de samenleving wisten door te dringen, vindt nu volop mainstreaming plaats: complotdenken heeft zich genesteld in de hoogste regionen van sommige landen, rechts-populistische leiders bedienen zich volop van complotretoriek, en de grote beschikbaarheid en het grote bereik van alternatieve mediaplatforms heeft de invloed van complottheorieën sterk vergroot.

De honger naar kennis over het nieuwe, onbekende en ongrijpbare virus wordt gestild door het nieuwe gilde van sociale media-autoriteiten, zoals influencers, acteurs en mediapersoonlijkheden, die hun miljoenen volgers de epistemologische short cut leveren waarmee de schokkende gebeurtenissen in een overzichtelijk en hanteerbaar schema worden geplaatst. Complotconstructies brengen orde en structuur aan in een ogenschijnlijk chaotische wereld en vormen zo een master narrative, een groot verhaal dat in staat is verschillende complexe gebeurtenissen te verklaren en daarmee van betekenis te voorzien.

Complotconstructies geven zin aan een verwarrende en soms als vijandig ervaren realiteit, rationaliseren problemen en tegenslagen en verminderen daarmee gevoelens van hulpeloosheid.

Diverse onderzoeksbureaus die sociale media analyseren, constateerden dat de complottheorieën over het coronavirus zich met een ongekende snelheid over de sociale media verspreiden én weerklank vonden in de mainstream media. Zo nam het Belgische dagblad Het Laatste Nieuws kritiekloos speculatieve berichten over waarin corona gelinkt werd aan 5G-technologie. De bewuste artikelen werden binnen enkele uren teruggetrokken, maar gingen toen al als een lopend vuurtje door de sociale media. Dat de artikelen werden verwijderd, werd vervolgens weer als het ultieme bewijs gezien van de censuur die de nieuwe wereldorde pleegt. De waarheid mag niet naar buiten komen…

Diezelfde onderzoeksbureaus ontwaarden ook een ander, inmiddels vertrouwd patroon: in de nieuwe complotecologie doken ook nu weer de trollenfabrieken op, die berichten van de Russische staatszenders RT en Sputnik massaal delen en verspreiden met behulp van fake-accounts en geautomatiseerde bots, en als geen ander weten hoe gebruik te maken van de algoritmen die berichten viraal doen gaan. Destabilisatie is ook hier het doel; de bestaande maatschappelijke kloven en politieke polarisatie in de westerse samenleving nog wat verder aanjagen en verdiepen.

De tientallen zendmasten die de afgelopen weken in diverse Europese landen in brand werden gestoken, laten ook zien dat de coronacomplotten niet alleen digitaal hun werking doen, maar zich vertalen in concrete acties.

Complottheorieën als legitimatie voor geweld. Dat deze acties zich onttrekken aan de politieke categorieën waarin decennialang protest en verzet werd geïnterpreteerd en verklaard, en niet vergezeld gaan van een uitgebreid politiek manifest of een anderszins heldere politieke signatuur, is geen reden om ze weg te zetten als het werk van gekkies. Het is juist de kern van de nieuwe, eclectische complotecologie, die net zo ongrijpbaar is als het coronavirus zelf.

Een paar zwartgeblakerde zendmasten doen de samenleving niet wankelen. En tegenover het wantrouwen in de instituties dat in de complotecologie tot uitdrukking komt, staat een groter vertrouwen in de op de wetenschap gebaseerde aanpak van de crisis door de autoriteiten. Tenminste: nóg wel. Want de grote economische schokgolf, die diepe sporen in de samenleving zal trekken, moet nog komen.

Als de onmiddellijke coronacrisis voorbij is, zal er ongetwijfeld meer ruimte komen voor een kritische reconstructie van de aanpak. En daarin zal ook ongetwijfeld blijken dat niet elke inschatting klopte, dat er fouten zijn gemaakt, dat ook de wetenschappelijke kennis niet in beton is gegoten, dat er te weinig kritische tegenspraak was, of dat er te langzaam of juist te snel is gehandeld. Een kritische reconstructie die broodnodig is, maar ook nieuwe munitie zal leveren aan de complotaanjagers die politiek gewin zien in het destabiliseren van de samenleving en het verder ondergraven van het vertrouwen in de instituties.

Dat brengt het centrale dilemma op tafel waar het gaat om de maatschappelijke duiding van complottheorieën. De overgrote meerderheid van de bevolking die op sociale media antwoorden zoekt om greep te krijgen op het sociale experiment waarin ze terecht zijn gekomen, wil de samenleving niet destabiliseren, laat staan de extreemrechtse agenda uitrollen of zendmasten vernielen. De ontologische onzekerheid waarin grote delen van de samenleving verkeren, en die mede de ontvankelijkheid verklaart voor ‘alternatieve verklaringen’, kan niet zomaar weggewuifd worden – en is deels het resultaat van decennialang beleid van hetzelfde politieke midden waarop nu de hoop is gevestigd om een uitweg uit de crisis te vinden. Een democratie floreert bij kritische burgers. Autoriteiten moeten niet zomaar op hun blauwe ogen vertrouwd worden. De overgang van een kritische houding naar doorgeslagen complotwantrouwen is echter per definitie fluïde. Een exit-strategie uit dit dilemma is nog heel ver weg.


Jelle van Buuren is unversitair docent aan de Universiteit van Leiden en promoveerde op onderzoek naar systeemhaat en complotconstructies