Direct naar artikelinhoud
Column

Ik denk dat we helemaal niet op vakantie mogen van Rutte

Ik denk dat we helemaal niet op vakantie mogen van Rutte

‘Waar gaan we eigenlijk naartoe op vakantie?’, vroegen mijn kinderen. Ik grinnikte. De duffe grappen lagen me op de tong, van Costa del Zolder, Bad Hintergarten, Saint-Bel-étage sur Souterrain en Rundhausen am Küchentisch, maar helaas zijn flauwe lolligheden hier in huis verboden. Zelfs ‘Tuinesië’ wist ik binnen te houden, ook omdat wij geen tuin hébben, alleen een door mistroostige korstmossen overwoekerd balkonnetje op het noorden.

‘Nee, serieus, mam, waar gaan we heen?’, hielden mijn kinderen vol. ‘Met een beetje mazzel gaat eind juno de Keukenhof weer open’, sprak ik. ‘Denk jullie eens in, de Keukenhof! Daar zijn we nog nooit geweest!’ Dat is waar. ‘Echt niet? Nog nooit? Waarom niet?’, had onze Filipijnse schoonmaakster ontzet gevraagd. Zij woont pas een paar jaar in Nederland en is er al vier keer geweest, vlak voor de lockdown nog, min of meer illegaal, met tranen in haar ogen boven een mondkapje. Het mooiste wat ze ooit had gezien.

Maar mijn kinderen willen niet naar de Keukenhof. Ze willen, bijvoorbeeld, naar Dubai. Daar zijn we ook nog nooit geweest en dat hoop ik zo te houden. Dubai is vast een soort Las Vegas, maar dan nog heter en zonder drank.

In Las Vegas zijn we wel geweest. Het is alweer een jaar of tien geleden, maar ik kan me nog goed herinneren dat ik een uur lang verdwaald was in ons hotel, dat groter was dan de provincie Utrecht, en waar Andrew Lloyd Webber zijn beruchte orgelthema onafgebroken uit duizend speakers liet loeien. Ook ben ik in Las Vegas getrouwd met huisgenoot P., wat nergens op sloeg want we waren toen al vijftien jaar getrouwd, maar met een borreltje op ziet men zoiets door de vingers.

‘Ik denk dat we helemaal niet op vakantie mogen van Rutte’, zei ik. ‘Zelfs niet met de auto naar Frankrijk?’, stamelden mijn kinderen ongelovig. Het was hun laagste bod. ‘De restaurants en hotels zijn dicht’, wierp ik tegen. Maar nee, we konden toch kamperen en zelf koken? Hè ja. Met kramp in de kuiten gehurkt boven een butagasje in de macaroni roeren. En daarna lekker de afwas doen met koud water bij die rustieke gemeenschappelijke kraan, die drúípt van de gemene, nieuwe virussen waar nu nog niemand van heeft gehoord.

‘En dan liggen we tot eind augustus gezellig met zijn allen in de vreemdste houdingen aan een cardiomyopathische pomp of zo, in een noodziekenhuisje in Montpellier waar ze maar één rubber handschoen hebben. En wie past er al die tijd op de poezen?’

Toch die Keukenhof, dan maar. Ergens in september, dan kan het misschien wel weer. Op een dag dat het heel hard regent.