Direct naar artikelinhoud
Interview

Rob Jetten over de klimaatplannen: ‘Die maatregelen zullen er moeten komen’

Rob Jetten: '­Corona heeft ons rustiger in de klimaatdiscussie gezet.'Beeld Hollandse Hoogte / Guus Schoonewille

Nog maanden in de anderhalvemetersamenleving, dat idee stemt Rob Jetten verdrietig. Op het D66-onlinecongres wil hij studenten zaterdag geruststellen. ‘Digitaal kunnen we toch bij elkaar komen.’

en

Het is dat Rob Jetten thuis in Ubbergen nog een lieve buurvrouw heeft. Af en toe kookt ze voor hem. ­Gewoon, omdat ze dat leuk vindt. Vriend Sjoerd is er blij mee; zo eet zijn geliefde nog eens gezond. Want zelf zit Sjoerd al weken vast op Malta, waar hij werkt. En ook zijn ouders heeft Jetten al sinds carnaval niet meer gezien. “Het is best pittig, zo lang zonder elkaar,” erkent de fractieleider van D66.

Zaterdag houden de democraten congres. ­Online. Leden kunnen er via een livestream bij zijn. Er is behoefte aan, merkt Jetten. “Een partij is ook een vereniging. Digitaal kunnen we zo toch bij elkaar komen.”

De partijkopstukken verzamelen zich in een studio in Brabant, het zwaarst getroffen coronagebied. “De coronacrisis drukt politici met de neus op de feiten.” Hij trekt ‘voorzichtig’ lessen. “In het begin is misschien onderschat hoe hard het coronavirus zou toeslaan.” Maar nu al uitgebreid de kabinetsaanpak evalueren wil hij niet. “Daar moeten we als parlement achteraf onze tanden in zetten, maar oordelen of iets fout is gegaan, moet je niet lopende een crisis doen. Dat kan de aanpak verlammen.”

Wat komt er dan terecht van uw controlerende taak als Kamerlid?

“We blijven het kabinet kritisch bevragen. In het begin was de crisiscommunicatie matig. Daar hebben het kabinet op bevraagd en het is beter geworden. Er is meer regie bij het verkrijgen van beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes. Ook was er discussie of de scholen dicht moesten. Experts zeiden van niet, maar er is ook nog zoiets als de samenleving die zich zorgen maakt. Dus heeft de Kamer gevraagd of er toch maatregelen moesten komen.”

Heeft u al een idee hoe maatregelen versoepeld zouden kunnen worden?

“Het zal veilig en geleidelijk moeten. Je hebt partijen die een paar weken geleden een complete lockdown bepleitten. Dat werkt hier niet. Wij zijn geen China. Tegelijkertijd kun je ook niet zeggen: en nú gaat de boel weer helemaal open, zoals diezelfde partijen nu bepleiten.”

“Ik denk dat we nog maanden in een anderhalvemetersamenleving zullen zitten. Dat geeft een verdrietig gevoel. Maar zolang de druk op de zorg groot is en er geen vaccin is, zullen er maatregelen nodig zijn. De adviezen die we krijgen zijn leidend.”

De politiek kan zich ook achter adviezen verschuilen.

“Het is altijd een afweging. Stel dat het RIVM zegt dat scholen weer open kunnen, omdat de kans op besmetting daar klein is. Dan ben je er nog niet. Wat doe je met ouders? Mogen die in de klas of op het speelplein komen? Moeten de klassen kleiner? Ik ben blij dat er vanuit het ­onderwijsveld wordt meegedacht.”

Het RIVM zegt ook steeds: mondkapjes bieden schijnveiligheid. In andere Europese landen zijn mondkapjes juist verplicht. Houden die hun inwoners voor de gek?

“Medische mondkapjes zijn wat anders dan ­gewone mondkapjes. Ik denk die op bepaalde plekken nuttig zouden kunnen zijn. Ik ga vaak met de tram en dan zie je dat het soms moeilijk is om anderhalve meter afstand te bewaren.”

Vanwege de coronabestrijding zijn de klimaatplannen uitgesteld. Komt van uitstel afstel?

“Zeker niet. De problemen met CO2, stikstof en pfas gaan niet weg door de coronacrisis. Ik heb er begrip voor dat de minister van EZK nu zijn handen vol heeft aan het steunpakket. Maar die maatregelen zullen er moeten komen.”

Wij begrijpen dat VVD en CDA geen haast hebben.

“Zo heb ik dat niet ervaren. Ook zij willen toch dat we huizen kunnen blijven bouwen en de vergunningverlening op stoom komt. Ook zij willen nieuwe Urgendazaken voorkomen. ­Corona heeft ons rustiger in de klimaatdiscussie gezet. Zoals premier Rutte zei: pas geleden was 100 kilometer per uur rijden op de snelweg het ergste wat hem kon overkomen.”

De luchtvaart stoot veel CO2 uit. Moet de overheid een bedrijf als KLM wel willen redden?

“Het idee dat KLM alleen maar een smerige vervuiler is, is kortzichtig. Er werken 30.000 mensen. Daar heb ik oog voor. Maar de sector ontspringt telkens de dans. Dit is het moment om strakke afspraken te maken, net zoals we dat in de bankencrisis hebben gedaan.”

Welke voorwaarden?

“KLM heeft veel ambities op papier. Neem een duurzame kerosinefabriek. Maak dat concreet. En het gaat ook om Schiphol: stel dat er veel ­bestemmingen verdwijnen, dan moet die ruimte niet worden opgevuld door budgetmaatschappijen of overgesubsidieerde maatschappijen uit oliestaten. Die vluchten moeten de hubfunctie van Schiphol versterken.”

Minister Hoekstra heeft hard onderhandeld in Europa over een steunpakket. U was openlijk kritisch. Liep u hem niet voor de voeten?

“Dat valt wel mee. Ik ben Europawoordvoerder namens D66 en vraag in alle debatten aandacht voor de toon en houding van het kabinet. ­Inhoudelijk zijn we het lang niet altijd eens, maar op één punt wel: Hoekstra en Rutte hebben de taak om de Nederlandse belangen te ­beschermen. Daar reken ik ze op af. Onze regering wil óók dat de begroting niet te hard ­oploopt, dat migranten eerlijk over de lidstaten worden verdeeld, dat onze vissers na de brexit kunnen blijven vissen. Dan moet je zorgen dat je in Europa niet je gunfactor kwijtraakt.”

U sprak over een ‘diplomatieke ramp’. Daarmee ondermijnde u Hoekstra’s positie. Begrijpt u de irritatie daarover bij coalitiepartners?

“Ook mijn coalitiepartners gun ik emoties. Wij werken samen in een coalitie, maar niet met de bedoeling om te fuseren. We moeten in Europa samen verder. Het is schadelijk als er in Europese hoofdsteden met chagrijn over Nederland wordt gesproken. Als in Italië de economie met 10 procent krimpt, merken wij dat ook.”

Studenten hebben hun hoop op D66 gevestigd, maar krijgen te horen dat ze bij moeten lenen.

“Dat is niet mijn boodschap. Ik maak me zorgen. Studenten krijgen minder waar voor hun collegegeld. Tegelijkertijd vallen inkomsten weg. De minister moet kijken hoe studenten die krap bij kas zitten kunnen worden geholpen. De verlenging van de ov-studentenkaart is een goede stap.”

Het is juist D66-minister Van Engelshoven die zegt: leen maar bij.

“Als deze situatie nog maanden aanhoudt, moeten we kijken of studenten voldoende ­geholpen zijn. Er is al langer een discussie over de omvang van aanvullende beurs, die nog ­altijd een gift is. Is die beurs voldoende, moeten er meer studenten aanspraak op maken? Die vraag is urgenter dan die al was. Zeker als de maatregelen op 28 april worden verlengd.”