De man, Yonathan Birn, is een van de drie mensen die maandag voor de rechtbank in Parijs verschenen op verdenking van betrokkenheid bij een van de grootste kunstdiefstallen uit de geschiedenis, schrijft The Guardian.
In 2010 werden vijf schilderijen gestolen uit het Moderne Kunstmuseum in Parijs: een Picasso, een Matisse, een Modigliani, een Braque en een Fernand Léger. De werken zijn nooit teruggevonden.
"Ik heb ze in de vuilnisbak gegooid", zei een geëmotioneerde Birn maandag in de getuigenbank. "Het was de ergste fout van mijn bestaan."
'Te slim'
De bewering van Birn wordt niet geloofd door de rechter die de zaak behandelt. Volgens de onderzoekers is het waarschijnlijk dat de werken Frankrijk zijn uitgesmokkeld. De medeverdachten van Birn geloven hem ook niet: zij getuigden dat hij "te slim" zou zijn om de meesterwerken te vernietigen.
Hoofdverdachte in de zaak is Vjeran Tomic, die "Spider-Man" wordt genoemd door Franse media. Hij werd veertien keer eerder veroordeeld, voornamelijk voor diefstallen. De autoriteiten vonden in zijn huis handschoenen, touw, een klimharnas, klimschoenen en zuignappen.
In opdracht
Tomic heeft bekend dat hij op 20 mei 2010 inbrak in het museum om het schilderij van Fernand Léger en mogelijk dat van Modigliani te stelen. Dat deed hij naar eigen zeggen in opdracht van de derde verdachte in de zaak, de 61-jarige kunsthandelaar Jean-Michel Corvez.
Toen Tomic eenmaal binnen was, kwam hij de schilderijen van Picasso, Matisse en Braque tegen en besloot hij die ook mee te nemen. Corvez, die ook heeft bekend, schakelde zijn vriend en horlogedealer Birn in om hem te helpen bij de opslag en verkoop van de gestolen werken.
Corvez en Birn riskeren een celstraf tot tien jaar als ze worden veroordeeld. Tomic kan vanwege zijn strafblad rekenen op een straf tot twintig jaar.