Direct naar artikelinhoud
Dagboek van een huisartsDanka Stuijver

Denken we door het coronavirus nog wel normaal na?

Denken we door het coronavirus nog wel normaal na?

Ik word gebeld door de buurman van een patiënte. Zij heeft jaren geleden een beroerte gehad en de linkerzijde van haar lichaam is deels blijvend verlamd. Nu is ze onhandig van de bank gegleden bij het reiken naar haar kopje thee. ‘Geen zorgen’, zegt de buurman, ‘ze lacht naar ons en steekt haar duim omhoog, maar het lukt haar niet om zichzelf weer op de bank te hijsen.’

De buren hebben een sleutel dus ik vraag of iemand die niet verkouden of grieperig is haar een (schoon) handje kan helpen. De buurman geeft aan dat men zich hier niet prettig bij voelt, ‘vanwege corona weet u wel, straks besmetten we haar nog!’ In de korte discussie die volgt verlies de ratio het al snel van de emotie. Ik ga op pad. De voordeur staat open. Daar ligt ze hulpeloos en alleen op de vloer. Voor haar eigen bestwil. De buren staan als ware cheerleaders voor het raam.

Ik was mijn handen en help de dankbare vrouw op de bank. Ze heeft zich gelukkig niet bezeerd. Ik zet een nieuwe kop thee voor haar neer, ditmaal veilig binnen handbereik, en vertrek.

Thuis blijkt mijn tweejarige dochter de voordeur open te kunnen maken. Een nieuwe mijlpaal die meteen resulteert in een levensgevaarlijke situatie. Ik zie hoe zij op haar sokjes de straat oversteekt in de richting van een druk kruispunt. Ik begin te rennen en schreeuwen: ‘Stop haar!’ Een vrouw gaat voor haar staan met gespreide armen maar stapt op het laatste moment anderhalve meter opzij. Ik weet mijn dochter net op tijd zelf te grijpen. Met trillende stem vraag ik de vrouw: ‘Waarom pakte u haar niet?’ Ze antwoord: ‘Tja, ik wist niet of dat wel mocht in deze tijd. . .’

Met mijn dochter dicht tegen mij aan loop ik terug naar huis mij hardop afvragend of het coronavirus ook het gezond verstand aantast.