Ga naar de inhoud

Wanneer demonstranten tot “gevaar” worden verklaard

De autoritaire crisismaatregelen zijn minder gericht op de bescherming van de gezondheid dan op het afdwingen van politieke gehoorzaamheid.

9 min leestijd

(Tekst en foto’s: Thomas Moser, de oorspronkelijke versie verscheen op de Duitse website heise.de en de copyrights blijven bij hen, vertaling globalinfo.nl, die van donaties houdt. Foto: Manifestatie op Rosa-Luxemburg-Platz door Thomas Moser)

Er heerst willekeur in Duisterland. Met een massale aanwezigheid probeert de politie de openbare ruimte leeg te maken, in plaats van het verbod op contact te controleren. Het lijkt niet te gaan om bescherming tegen infectie, maar om het afdwingen van gehoorzaamheid. En een minister van de kanselarij verklaart overigens bij monde van een proclamatie dat de contactbeperkingen in ieder geval tot 20 april van kracht moeten blijven, terwijl ze in Berlijn eigenlijk maar tot 5 april 2020 gelden. Niemand spreekt de minister van Merkel tegen.

Bijna niemand. Voor zaterdag, bijvoorbeeld, had een nieuw initiatief genaamd “Kommunikationsstelle Demokratischer Widerstand” (KDW) opgeroepen tot protest en verdediging van de fundamentele rechten in de grondwet, onder de noemer hygiëne demo, omdat iedereen zich moest houden aan de verplichte lichamelijke afstand van twee meter inclusief mondkapjes.

Het was een soort live-confrontatie tussen burgers en mensen in uniform

Wat toen ongeveer een uur lang op het Rosa Luxemburgplein voor de Volksbühne in Berlijn plaatsvond, kan alleen maar zeer ondoeltreffend worden beschreven met de termen bijeenkomst, demonstratie of manifestatie. Het was een soort live-confrontatie tussen burgers en mensen in uniform.

Ongeveer 150 mensen die bereid waren om te demonstreren kwamen naar het plein en ongeveer een half dozijn politiebusjes met zo’n 50 politieagenten. In eerste instantie waarschuwde de politie via een luidspreker dat het verboden was om op het plein te verblijven. De demonstranten bewogen zich individueel of met z’n tweeën op en rond het plein, vaak met mondkapjes op. De agenten spraken de mensen toe. De demonstranten hebben van hun kant de politie bij hun beraadslagingen betrokken en het publiek herinnerd aan de fundamentele rechten in de Duitse grondwet.

De politie verklaarde dat de bescherming van het leven belangrijker was dan de vrijheid van vergadering, en hun maatregelen zouden volgens de wet op de bescherming tegen infecties zijn. Bovendien moest een manifestatie worden aangemeld en goedgekeurd. De organisator, lid van de KDW-vereniging, had zijn hygiënedemonstratie op 24 maart al schriftelijk aangemeld bij het plaatselijke politiebureau en verklaarde zich te zullen houden aan de hygiënevoorschriften, zoals afstand houden van twee meter. Volgens de organisator was er geen afkeuring gekomen van de politie. Desondanks beweerde de Berlijnse politiewoordvoerder zaterdag nog steeds aan de media dat de demonstratie niet zou zijn aangemeld.

Overigens: Volgens artikel 8 van de Duitse grondwet (vrijheid van vergadering) “hebben alle Duitsers [sic!] het recht om vreedzaam en zonder wapens bijeen te komen zonder aanmelding of toestemming”. Lid 2 van het artikel relativeert echter dat dit recht bij wet kan worden beperkt. Deze beperking is niet van toepassing op bijeenkomsten binnen gebouwen. Toch zijn ze al wekenlang bij dekreet verboden.

Demonstratie is een overtreding van de wet op de bescherming tegen infecties

Omdat de mobiele, anarchistische manifestatie rond het Rosa Luxemburgplein weigerde zich op te heffen, ging de politie over tot het uitvaardigen van gebiedsverboden (Platzverweise ). Een man, die toen de persoonlijke gegevens van de betreffende politiechef wilde hebben, werd meegenomen en gedwongen om zijn eigen persoonlijke gegevens af te geven. Een vrouw die alleen was gekomen en een poster om haar nek droeg met het opschrift “Artikel 20 lid 4 van de Duitse grondwet is van toepassing” werd ook van het plein verwijderd. Artikel 20 bevat een recht van verzet. In paragraaf 4 staat: “Tegen iedereen die zich ertoe verbindt deze orde af te schaffen, hebben alle Duitsers [sic!] het recht zich te verzetten als andere middelen niet mogelijk zijn.)

Omdat de vrouw weigerde het plein te verlaten, maar er omheen bleef lopen, werden haar persoonlijke gegevens vastgelegd en werd ze beschuldigd van het overtreden van de wet op de bescherming tegen infecties. Volgens de betreffende beambte was dit een strafbaar feit. Als verslaggever die het scenario in het midden van Berlijn volgde, vroeg ik de politieagent hoe deze poster de bescherming tegen besmetting in gevaar kon brengen. Hij zei dat ze met deze poster niet op deze plaats mocht zijn op dat moment.

Nadat ik contact had opgenomen met de demonstrant, gaf hij me opdracht mijn audio-opnames van het gesprek te wissen, ook al had ik me geïdentificeerd als lid van de pers. Omdat ik weigerde, nam de politie het opnameapparaat in beslag en diende een strafrechtelijke klacht in wegens “schending van de vertrouwelijkheid van het woord” (§ 201 van het Wetboek van Strafrecht).

Volgens de politie zijn in totaal 17 strafprocedures aangespannen wegens overtreding van de wet op de infectiebestrijding en het verzet tegen ambtenaren.

In deze tijden van fundamentele rechtenloosheid bestaat de Bundestag als controlerend orgaan niet. Stel je voor dat het parlement elke dag bijeenkomt, dat zijn zittingen op de televisie worden uitgezonden, dat het een kritische balans opmaakt van de ontwikkelingen, dat het de regering benoemt om verslag uit te brengen, dat het eindelijk passende beslissingen neemt – het zou een heel ander politiek klimaat zijn. Burgers zouden een controleorgaan hebben waar ze zich tot kunnen wenden, waar ze verslag kunnen doen van hun ervaringen. Een nationaal democratisch forum, zeg maar. In plaats daarvan is er een democratisch vacuüm ontstaan waarin de uitvoerende organen, de regeringen, de politie en de autoriteiten ongebreideld binnenstromen en zonder enige controle handelen.

Alle restrictieve en autoritaire maatregelen worden gerechtvaardigd op grond van de bestrijding van infecties. Tot nu toe hebben de zelfbenoemde corona-crisismanagers echter niet kunnen zeggen wat het kwalitatieve verschil is tussen de huidige ziektegolf met het nieuwe coronavirus en de ziektegolven van alle voorgaande jaren. Als de situatie in 2020 het huidige noodregime zou rechtvaardigen, zouden in de toekomst elk jaar dergelijke dwangmaatregelen moeten worden genomen. Is 2020 het overheidspatroon voor de toekomst?

De makers beargumenteren alles dus met een noodtoestand waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn en die zij de afgelopen decennia zo goed als hebben georganiseerd.

Het zogenaamde “coronarecht” wordt vooral gerechtvaardigd door het feit dat het gezondheidssysteem overbelast zou kunnen raken, dat er niet genoeg zorgcapaciteit beschikbaar zou zijn voor potentiële coronapatiënten. De makers beargumenteren alles dus met een noodtoestand waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn en die zij de afgelopen decennia zo goed als hebben georganiseerd. Heeft degene die de gezondheidszorg heeft ontmanteld nu de legitimiteit om te beslissen over gezondheidskwesties?

 moser2

foto : Thomas Moser

het gaat hen in feite helemaal niet om de gezondheid van de bevolking, maar om heerschappij en leiderschap, zoals blijkt uit de manier waarop zij met de grondrechten omgaan. Als een verbod op vergadering en uitgaan om gezondheidsredenen gerechtvaardigd is, als maatregel tegen de verspreiding van een epidemie, maar de vrijheid van vergadering tegelijkertijd een hoeksteen van de democratie en een essentieel uitdrukkings- en besluitvormingsmiddel is, dan rijst de vraag: hoe kunnen meningsuiting en besluitvorming in de samenleving ook in tijden van nood blijven plaatsvinden? Welke plaatsen en vormen zijn er hiervoor? De noodregels van de uitvoerende macht geven geen antwoord op deze vraag. Men moet de indruk krijgen dat het zo moet zijn. De opschorting van de democratie lijkt een gewenst neveneffect te zijn.

Democratisch vacuüm en zelfbeperking van het maatschappelijk middenveld

Het democratisch vacuüm is des te gevaarlijker omdat er tegelijkertijd een zelfbeperking van het maatschappelijk middenveld is ontstaan. De studenten van Fridays For Future hebben hun demonstraties stopgezet, net zoals de activisten van Stuttgart 21 hun wekelijkse maandagse demonstraties stopten. Op dit moment vinden ze alleen plaats op het net. Maar vrijheid, bewegingsvrijheid, lucht en zon bestaan niet op het net.

Maar na twee weken corona-regime beginnen de eerste reacties nu te komen. In Kiel en Flensburg waren er staande en afstandsdemonstraties tegen de noodtoestand. Ze werden aangemeld en waren niet verboden.

Zaterdag was er een tweede onaangekondigde demonstratie in Berlijn. Volgens verklaringen van politie en ooggetuigen verzamelden zich ongeveer 200 mensen bij de Kottbuser Tor om te protesteren “tegen de huurgekte, de omstandigheden in de Griekse vluchtelingenkampen en de slechte betaling van het medisch personeel”. Volgens hun eigen verklaringen heeft de politie de manifestatie ontbonden en verschillende deelnemers gearresteerd.

In Hannover daarentegen vond in de loop van de week het volgende tafereel plaats: Een burger had voor deze zaterdag een demonstratie aangemeld onder het motto “Tegen het totale demonstratieverbod onder het mom van epidemiebestrijding”. Hij informeerde de politie over het tijdstip, de plaats en de route en verklaarde onder andere: “Aantal deelnemers: moeilijk in te schatten. Ik schat tussen de vijf en vijftien deelnemers. Aan het begin van de bijeenkomst worden er krijtmarkeringen gemaakt en aankondigingen gedaant om ervoor te zorgen dat de deelnemers aan de demonstratie een minimale onderlinge afstand van 2 – 3 meter aanhouden. Deze afstand moet dan ook behouden blijven terwijl de demo verder gaat.” De demonstratie moet eindigen in de buurt van het Centraal Station.

“Hoogst openbaar belang bij de bescherming van het leven en de gezondheid van het publiek”…

De politie liet twee dagen verstrijken en deelde de aanvrager vervolgens mee dat de demonstratie verboden was. De burger wendde zich tot de administratieve rechtbank in Hannover.

Op vrijdagmiddag werd daar besloten dat het dringende verweer tegen het verbod op de bijeenkomst werd verworpen. De redenering is echter even dubieus als onthullend: ten eerste stelt de rechtbank dat haar beslissing het open laat of de beschikking van het Nedersaksische ministerie van Binnenlandse Zaken, waarop het verbod op demonstraties is gebaseerd, op alle punten “rechtmatig en proportioneel” is. Vervolgens stelt zij dat de belangenafweging heeft geleid tot de conclusie dat het “belang van de aanvrager bij het houden van de bijeenkomst” op de tweede plaats moest komen, naast het “hoger openbaar belang bij de bescherming van het leven en de gezondheid van de bevolking” en het “veiligstellen van de medische capaciteiten”.

De rechtbank stelt dat als vijf mensen samen door het stadscentrum van Hannover trekken op een afstand van twee tot drie meter, het leven en de gezondheid van de bevolking en de capaciteit van het ziekenhuis in gevaar komen. Demonstranten worden zoiets als “gevaarbrengers” genoemd. Afgezien van het feit dat een gezondheidssysteem niet echt op orde is als vijf demonstranten het in gevaar kunnen brengen.

Met andere woorden, de repressieve gezondheidsmaatregelen zijn vooral een middel om te voorkomen dat kritiek openbaar wordt. In het tijdperk van het Corona-regime is het duidelijk een kwestie van het onderdrukken van de oppositie tegen de uitvoerende maatregelen. Als de wetgevende macht en de rechterlijke macht, de parlementen en de rechtbanken erbij betrokken zijn, hebben we te maken met een totalitaire situatie. De scheiding der machten bestaat niet meer.

Ook op het internet worden tegenstrijdigheden steeds vaker gearticuleerd. Een petitie, die binnen enkele dagen door duizenden is ondertekend, eist de onmiddellijke opheffing van de beperkingen van de burgerlijke vrijheden. (Thomas Moser)