Direct naar artikelinhoud
CoronavirusDemocratie

Hoe Orbán de EU dreigt te besmetten

De Hongaarse premier Viktor Orban maakt zich op voor het parlementaire debat over zijn volmachten. Het parlement ging daar afgelopen maandag mee akkoord.Beeld REUTERS

De viruscrisis is een geschenk voor premier Orbán van Hongarije. Met ‘democratische’ trucs bezoedelt hij Europa’s democratieën. 

Het is de laatste tijd vaker opgemerkt: voor autoritaire leiders met dictatoriale aspiraties zijn crises als die rond het coronavirus een godsgeschenk, en in Europa geldt dat voor niemand sterker dan voor de Hongaarse leider Viktor Orbán. Terwijl noodwetten van andere landen zich concentreren op maatregelen om de bevolking tegen het virus te beschermen door ze van de straat te houden en artsen veilig hun werk te laten doen, liet Orbán een ‘machtigingswet’ aannemen die enkel en uitsluitend draait om uitbreiding van zijn macht.

Als Orbán de afgelopen tien jaar iets heeft bewezen, is het dat hij er een meester in is om situaties naar zijn hand te zetten en zijn macht stapje voor stapje uit te breiden. De vluchtelingencrisis van 2015 gaf hem talrijke nieuwe bevoegdheden, en dankzij de coronacrisis krijgt hij nu nagenoeg dictatoriale bevoegdheden.

Kikker in de pan

Voorafgaand aan de coronacrisis had Orbans aanpak veel weg van de spreekwoordelijke kikker in de pan die langzaam wordt opgewarmd. In Orbáns pan sudderden sinds de verkiezingen in 2010 eigenlijk twee kikkers. Aan de ene kant de eigen bevolking, die voor een groot deel nog steeds niet het gevoel heeft dat er iets mis is, en aan de andere de internationale gemeenschap, die er ondanks alle kritiek lange tijd niet aan wilde dat een Europese politicus die via democratische verkiezingen aan de macht is gekomen diezelfde democratie langzaam de nek omdraait. Voor sommigen in de Europese Volkspartij, de fractie in het Europarlement waarvan Orbáns Fidesz-partij tot vorig jaar deel uitmaakte, is dat nog steeds een brug te ver.

Orbán past in een internationale trend. Het Freedom House, een Amerikaanse organisatie die jaarlijks de staat van de democratie opmaakt, degradeerde tussen 1973 en 2018 197 landen op zijn democratie-index. In de helft van de gevallen ging het daarbij om militaire coups. Maar in de andere helft kwamen anti­democratische leiders en regelrechte dictators via democratische verkiezingen aan het bewind, en braken ze sluipenderwijs de democratie af. 

Ook Orbán heeft in tien jaar tijd de grondwet, de mediawet, de kieswet en de positie van de rechterlijke macht stelselmatig zo aangepast dat hij de oppositie steeds wat verder buiten spel zette en de rechtsstaat steeds verder verzwakte. Daardoor staat de oppositie nu met lege handen om de machtigingswet nog aan te vechten.

Postmoderne dictatuur

Gelijktijdig bleven allerlei uiterlijke kenmerken van democratie, zoals verkiezingen en zelfs een – gemarginaliseerde – kritische pers overeind. De Oekraïens-Britse onderzoeker Peter Pomerantsev, schrijver van het boek ‘This Is Not Propaganda’, bedacht er de term ‘post-moderne dictatuur’ voor: daarin zetten machthebbers democratische technieken in voor uitgesproken ondemocratische doeleinden.

Would-be dictators kunnen van Orbán wat leren. Weliswaar laat hij zich inspireren door landen als Rusland, zoals bij het criminaliseren van kritische maatschappelijke organisaties en het gebruik van staatsmedia voor propagandadoeleinden. Maar Orbán doet het veel subtieler. Zijn regering, vol voormalige rechtenstudenten zoals hijzelf, gebruikt met graagte wetten en regelgeving uit landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië en zelfs uit Nederland.

Viktor Orban.Beeld REUTERS

Worst practices

Zoals bedrijven leren van debest practices van andere bedrijven, zo leert Orbán van de worst practices van andere landen. Goed voorbeeld: de aangepaste kieswet. Een deel van de parlementszetels wordt via districten gekozen. Oorspronkelijk namen de twee sterkste kandidaten uit de eerste ronde het in een tweede ronde tegen elkaar op. Nu wint simpelweg de kandidaat met de meeste stemmen in één ronde – ook als die maar 11 procent van de kiezers achter zich heeft en de overigen ieder pakweg 10. Minder democratisch, hoezo? Orbán wijst bij kritiek naar Groot-Brittannië: daar gaat het net zo!

En waarom is het erg dat alle openbare Hongaarse scholen door één regeringsbureau worden bestuurd, dat ook verantwoordelijk is voor benoemingen en lesinhoud? Dat is in Frankrijk net zo. En wie kan bezwaar hebben tegen de Hongaarse renationalisatie van water-, gas, en elektriciteitsbedrijven? In Frankrijk zijn dat toch ook staatsbedrijven, luidt het verweer. Dat klinkt redelijk totdat je bedenkt dat de operatie bedoeld was om die nutsbedrijven te zuiveren van buitenlandse partijen, en ze te gebruiken als geldmachines voor vrienden.

En wie klaagt dat Fidesz partijvrienden benoemt op allerlei functies, bijvoorbeeld in de mediaraad en het openbaar ministerie, krijgt te horen dat in Hongarije het parlement daarover beslist: veel democratischer dus dan in Nederland, waar de minister de kandidaten benoemt. Totdat je je realiseert dat Nederlandse ministers zich laten adviseren door mensen uit het veld, en deskundigheid vooropzetten, terwijl bij Hongaarse parlementariërs partijtrouw vooropstaat.

Media-imperium

Vrijwel alle private media, van provinciale dagbladen tot tv-zenders, staan inmiddels onder één mediaconglomeraat, eigendom van Lörinc Mészáros, voormalig loodgieter, vertrouweling van Orbán en de grootste oligarch van Hongarije. Uniek in Europa is dat niet: ook Berlusconi bouwde ooit zo’n media-imperium op. Europa mopperde alleen wat.

En zo heeft Hongarije de afgelopen jaren uit heel Europa stukjes wet- en regelgeving gehaald en samengevoegd voor iets wat de Amerikaanse sociologe Kim Lane Sheppele ooit omschreef als ‘Frankenstaat’. Zoals het monster van Frankenstein geen mens was, al had het alle ledematen, zo lijken alle onderdelen van de democratie in Hongarije nog wel aanwezig, zonder dat je kunt spreken van een democratie.

De zon komt op boven boven Budapest.Beeld AFP

Militaire operatie

Maatregelen rond het coronavirus functioneren als een lakmoestest voor Frankenstaten. Dit zijn uitzonderlijke tijden, die om noodmaatregelen vragen, dat doen democratische politici als Mark Rutte en Angela Merkel ook. Vraag is welke maatregelen worden ingevoerd en hoe.

De Hongaarse regering is bezig een militaire operatie uit te voeren. Al op de eerste persconferentie over de coronacrisis was een van de twee sprekers op het podium gehuld in militair uniform. Zij spraken namens ‘de operatieve staf’, produceerden een stortvloed aan cijfers en verordeningen, maar over de medische kanten van het virus wisten ze bar weinig.

Ook Orbáns toespraken zijn militaristisch van toon, vol met termen als ‘fronten’ en ‘zelfverdediging’ in vier ‘operationele velden’: het leger, de politie, de gezondheidszorg en de economie. In die volgorde. Hongaren weten inmiddels tot op de man af hoeveel ordehandhavers (139.684) en militairen (43.980) de regering ter beschikking stelt om het virus te lijf te gaan. Maar ondernemers die in de puree zitten, hebben als enige troost dat ze ‘ter verdediging van de economie’ voorlopig minder belasting hoeven te betalen. Over mensen die hun baan kwijt zijn geen woord.

Een van de eerste maatregelen was de inzet van militairen voor ‘assistentie’ in de bedrijfsleiding van 140 essentiële bedrijven, van energievoorziening tot geneesmiddelenproductie. Vorige maand verschenen plotseling soldaten met machinegeweren op straat. Ze patrouilleerden tussen kledingrekken en winkelend publiek (winkels, cafés en restaurants konden op dat moment tot drie uur ‘s middags open zijn).

Zonder beperkingen

Dat was het klimaat waarin de premier het parlement zijn machtigingswet voorlegde. Die wet geeft hem voor de duur van de noodtoestand de bevoegdheid om zonder parlementaire toestemming decreten en wetten uit te vaardigen, te veranderen of af te schaffen. Ieder soort wet, want beperkingen worden niet genoemd.

De wet beperkt ook de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, want wie ‘leugens’ of ‘verdraaide waarheden’ ‘voor een groot publiek’ publiceert, die ‘succesvolle bescherming van het publiek’ verhinderen, kan jaren in de gevangenis verdwijnen. Wat ‘de succesvolle bescherming van het publiek’ precies is, wordt niet gespecificeerd, net zomin als wat een ‘verdraaide waarheid’ is. Kritiek op Orbáns beslissingen wordt riskant.

Einde van de democratie

Het zijn tijdelijke maatregelen, zo wordt de burger verzekerd, maar het is de premier die beoordeelt wanneer het tijd is om de noodtoestand weer af te schaffen. De Hongaarse oppositie verdenkt hem ervan dat dat wel eens heel lang kan duren: zo bestaat de noodtoestand die hij tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 afkondigde tot de dag van vandaag. Voortduring van deze noodtoestand zou het feitelijke einde van de Hongaarse democratie betekenen. Zolang het duurt, komt volgens de machtigingswet het parlement namelijk niet bijeen en worden er geen verkiezingen georganiseerd.

Het probleem is natuurlijk: net zoals andere maatregelen die deze regering vroeger heeft genomen, is uitstel van verkiezingen op dit moment goed te verdedigen. Verkiezingen betekenen verkiezingsbijeenkomsten en rijen voor stembussen, waar op dit moment niemand op zit te wachten. Parlementsverkiezingen staan pas voor april 2022 op de agenda, maar Hongarije kent veel tussentijdse verkiezingen, bijvoorbeeld als een parlementariër sterft.

Europese druk

Maar wat als de vrees van de oppositie uitkomt, en deze noodtoestand bijvoorbeeld net zo lang duurt tot nergens in de wereld nog corona is? Niets belet Orbán dan om voorbij 2022 per decreet te blijven regeren. Dat is op zich al een goede reden waarom de Europese Unie, ondanks corona, de ontwikkelingen in Boedapest met argusogen moet volgen. Als de lidstaten hun noodmaatregelen laten vieren, laat ze dan de druk op Orbán opvoeren om dat ook te doen.

Daarvoor is nog een goede reden: laten we hem zijn gang gaan, dan kunnen andere autoritaire (kandidaat-)leiders in Polen, Tsjechië, Roemenië, Servië, Bulgarije of Slovenië of waar ook zich op Orbán beroepen, net zoals hij zich beroept op voorbeelden elders uit de EU. Europa, dat stond toch voor andere waarden? 

Lees ook:

Corona als dekmantel

 Column van Stevo Akkerman