Direct naar artikelinhoud
OPINIECommentaar

Het kabinet moet uitzicht bieden op een hervatting van het publieke leven

Om te beginnen in het onderwijs.

Een leeg klaslokaal. Docenten vrezen dat de achterstand die leerlingen nu oplopen straks niet meer kan worden ingehaald.Beeld BSR Agency

Op bijna patriarchale wijze, nauwelijks verenigbaar met zijn amicale aard, prees premier Mark Rutte de Nederlanders dinsdag om hun zelfdiscipline. Daarvoor werden ze beloond met een relatief mild corona-regime. De reeds getroffen maatregelen hoeven niet te worden verscherpt. En dat presenteerde de premier als beloning voor goed gedrag – zeker ten opzichte van de losbandigheid waaraan de natie zich het voorgaande weekend nog had overgegeven, en waarover Rutte zich teleurgesteld had getoond. Nu is het kwartje kennelijk gevallen, en kon bij het crisismanagement worden volstaan met een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel en de volwassenheid van de Nederlanders – ‘trotse bewoners van een democratisch land’.

De Nederlanders in kwestie vinden het kennelijk prettig om op deze manier te worden toegesproken, getuige hun waardering voor het regeringsbeleid en hun (tijdens Rutte III ongeëvenaarde) vertrouwen in de minister-president. Die sprak met zijn lofzang op ‘een volwassen democratisch land met volwassen inwoners’ niet alleen de miljoenen mensen toe die de persconferentie live op televisie volgden, maar ook regeringsleiders elders in de wereld die de coronacrisis misbruiken voor de versteviging van hun machtspositie.

De strategie die de Nederlandse regering tot dusverre – niet altijd consequent – heeft gevolgd, strookt met de bestuurscultuur van een land zonder centralistische traditie. Net als het zaaltje met systeemplafonds waar de persconferenties over de coronacrisis worden belegd. En waar Rutte spreekt over ‘een van de ernstigste crises waar Nederland ooit mee te maken heeft gehad buiten oorlogstijd’, verwijzen regeringsleiders met een sterkere constitutionele positie ter rechtvaardiging van straffere maatregelen naar de oorlogstoestand waarin zij zich zouden bevinden.

Welbeschouwd is het vertrouwen dat Rutte in de burgers van dit land heeft uitgesproken nogal voorbarig. Het heeft lang geduurd voordat zij zich – lacherig aanvankelijk, net als de premier zelf – naar de richtlijnen van de deskundigen hebben gevoegd. En tot dusverre ging van de weersomstandigheden – zonnig, maar koud en winderig – nauwelijks een aanmoediging uit om massaal naar buiten te gaan. De Nederlanders zullen pas echt worden beproefd als het weer, wellicht dit weekend al, zomerse trekken aanneemt, en als hun bewegingsvrijheid ook na 28 april begrensd zal zijn.

Voor de meeste Nederlanders is corona vooral tast- en voelbaar vanwege de maatregelen die ertegen in stelling zijn gebracht. Voor hen is corona een statistisch gegeven met dagelijkse updates van nieuwe opname- en sterftecijfers. Maar de ziekte zelf is nog tamelijk abstract voor degenen die niemand in hun omgeving kennen die erdoor is getroffen. Dit zal, naarmate de uitzonderingstoestand langer duurt, een steeds zwaardere wissel trekken op de bereidheid van die trotse Nederlanders om de offers te brengen die van hen worden gevraagd.

Thuiswerkers met kleine kinderen kampen met stressverschijnselen. Docenten vrezen dat de achterstand die leerlingen uit, met name, sociaal zwakke milieus nu oplopen straks niet meer kan worden ingehaald. In dat verband wordt al van de ‘coronageneratie’ gesproken. In de zorg en bij de rechtbanken ontstaan lange wachtlijsten, die niet in een paar maanden tijd kunnen worden weggewerkt. Ondernemingen vrezen voor hun voortbestaan.

Aarzelend worden dan ook vragen gesteld die tot voor kort nog te oneerbiedig werden geacht: staan de offers nog wel in verhouding met het kwaad dat er mogelijk mee wordt afgewend? Rechtvaardigen de ontwikkelingen – een afvlakkende groei van het aantal coronabesmettingen – onderhand geen verzachting van het regime? Waar het kabinet een paar weken geleden nog de druk moest weerstaan om een totale lockdown af te kondigen, worden nu vragen gesteld over zijn exitstrategie. Bij een volgende persconferentie zou premier Rutte dan ook plannen moeten ontvouwen voor een geleidelijke hervatting van het publieke leven – om te beginnen op de scholen. Dat zou het moreel in het land ten goede komen.