Huisarts Marco Blanker heeft zijn eerste zware Covid-19-gesprek gevoerd, vertelt hij door de telefoon uit Zwolle. Met een patiënt van in de zestig die lijdt aan COPD (een ernstige longziekte). „Hij heeft Covid-19 en eerst ging het wel. Maar na vijf dagen werd hij heel ziek. Ik heb met hem gepraat en gezegd dat de kans dat hij een opname op de intensive care (IC) overleeft vrijwel nihil is. Hij kon zich goed vinden in het besluit om niet naar het ziekenhuis te gaan.”
Het was, onderstreept Blanker, een medische beslissing om de patiënt niet naar het ziekenhuis te sturen. In Nederland beslist de huisarts wie wel of niet naar het ziekenhuis moet. Blanker had die beslissing al genomen: deze patiënt is gezien zijn medische geschiedenis te zwak om een IC-opname van drie weken te overleven. „Ik kende hem niet maar we kregen heel snel een vertrouwensband. Dat heb je in een crisis, alles komt in een stroomversnelling. Hij krijgt nu zuurstof en morfine, tegen de benauwdheid. Misschien redt hij het hoor, maar dan buiten het ziekenhuis.”
Wat moet de huisarts doen als hij twijfelt of een Covid-19-patiënt baat zal hebben bij opname in het ziekenhuis? Daarover werden huisartsen woensdagavond tijdens een webinar bijgepraat door huisartsen uit Brabant en Rotterdam, die al meer ervaring hebben met het nieuwe virus. Negenduizend huisartsen luisterden mee.
Er werd een ziekenhuisopnametabel gedeeld die is gebaseerd op frailty, ofwel de kwetsbaarheid van de patiënt. Daarin worden vier groepen genoemd. „Fitte” mensen die geheel zelfstandig leven en in theorie een zware ziekenhuisopname aankunnen. „Twijfelgevallen” – mensen die al hulp nodig hebben bij boodschappen doen en koken en die niet ver kunnen lopen, maar zich nog wel zelf wassen en kleden. Bij hen moet de huisarts individueel afwegen of ze een zware ziekenhuisopname aankunnen. „Te kwetsbare” mensen die ook hulp nodig hebben bij aankleden en wassen. En „helemaal te kwetsbare” mensen met een levensverwachting van zes maanden of korter.
De indeling is niet helemaal afhankelijk van leeftijd: de ene 75-plusser is fitter dan de andere zestiger. Maar gemiddeld genomen zijn ouderen fragieler dan jongeren.
Veel huisartsen benaderen sinds deze week alle 75-plussers en chronisch zieken in hun praktijk. Ze leggen contact per brief of per telefoon. Gesprekken over ziekenhuisopname in geval van Covid-19 voeren de meeste huisartsen niet over de telefoon. Ze gaan langs, als de patiënt dat wil. Huisarts in Rotterdam Marcia de Krom: „We planten een zaadje, voor iets waar patiënten zelf over na kunnen denken. Met ons, met familie. We doen dat altijd al met ernstig zieke patiënten. Maar dan heb je vaak meer tijd. Nu doen we het alvast omdat het bij Covid-19 zo snel kan gaan.”
De neus op de feiten
Met eventuele schaarste aan ziekenhuisbedden heeft deze benadering niets te maken. De huisartsen maken medische inschattingen. Maar ook die zijn soms confronterend voor de patiënt, vertelt huisarts Bette van Melle: „Wij willen niemand een beslissing door de strot duwen. Maar we drukken mensen wel met de neus op de feiten: u bent kwetsbaar, denk hierover na. Ziekenhuisopname, en al helemaal intensive care, is een slijtageslag. Zou u dat überhaupt willen?” Veel mensen zeggen bij voorbaat nee.
Rotterdam-Zuid, waar Van Melle en De Krom werken, is een achterstandswijk. De bevolking is gemiddeld ongezonder dan in andere regio’s. Obesitas, diabetes, hartklachten en longziekten komen hier vaker voor. „Er wonen dus relatief veel kwetsbare mensen”, zegt De Krom. En daarom belt haar praktijk niet iedereen – dat is onbegonnen werk. „Wij voeren de levenseindegesprekken alleen met mensen die eerste hoestklachten hebben. Op tijd, hopelijk, als het Covid-19 blijkt te zijn. En we bellen álle 70-plussers om te vragen of het nog gaat met boodschappen doen en eenzaamheid.”
Twee patiënten in hun Rotterdamse praktijk hadden Covid-19 maar waren al zo ziek en benauwd toen ze de huisarts belden, dat Van Melle ze meteen naar het ziekenhuis heeft gestuurd. „Ze waren al te ziek om nog een goed gesprek mee te voeren. De één ligt nu op de intensive care, de ander op een verpleegafdeling. Ik heb als arts gekozen om ze te sturen omdat ík denk dat ze er baat bij kunnen hebben. Ik weet niet of ze dat wel wilden.”
„Met de meeste ouderen valt goed te praten over wat ze nog willen als ze heel ziek zouden worden”, vertelt Mirella Buurman, huisarts in Amsterdam. „Die gesprekken voeren we vaak ook over wel-of-niet-reanimeren. Veel mensen begrijpen dat een bepaalde medische ingreep hun niet zou helpen. Ik vind ook dat ze moeten weten dat wanneer ze nu met Covid-19 het ziekenhuis ingaan, ze daar alleen liggen. Er mag geen bezoek komen, iedereen is in beschermende kleding. Dat is heel eenzaam.”
De huisartsen willen gezegd hebben dat ze niemand in de steek laten. Thuis kunnen ze patiënten goed helpen, met bezoek, pijnbestrijding en andere zorg.