Het kabinet wil een miljard euro beschikbaar stellen voor een noodfonds dat bedoeld is voor de Europese landen die door het coronavirus het zwaarst zijn getroffen. De mogelijkheid van zo'n fonds was vanmiddag in de Tweede Kamer door premier Rutte naar voren gebracht.
Het zou een tijdelijk fonds moeten zijn dat steun biedt aan onder meer Italië en Spanje, verduidelijkte minister Hoekstra van Financiën vanavond in het AD.
Substantiële bijdrage
Het aantal andere landen dat ook bereid is geld beschikbaar te stellen, bepaalt uiteindelijk de omvang van het fonds. Hoekstra zegt dat Nederland het voorstel voor het fonds heeft neergelegd 'op ambtelijk niveau' bij zijn Europese collega's. Volgens hem bestaat er enthousiasme voor. "Nederland wil daar substantieel aan bijdragen", vertelde premier Mark Rutte eerder vandaag al in de Tweede Kamer.
"We hebben het initiatief genomen richting de Europese Commissie en de lidstaten, voor een coronafonds met bijdragen uit lidstaten", zei de premier. Landen die er economisch slechter aan toe zijn, zouden met dat geld hun medische zorg overeind kunnen houden.
Felle kritiek op Nederland
Nederland kreeg de afgelopen dagen felle kritiek te verduren in Europa. Diverse landen vinden dat het kabinet zich te star opstelt waar het financiële steun aan hard getroffen landen zoals Italië en Spanje betreft.
Minister van Financiën Wopke Hoekstra erkende gisteren dat Nederland zich weinig meelevend had getoond. "Wat hij zei, was ook 100 procent namens mij", zei Rutte in de Kamer. De toon was volgens hem niet effectief.
'Snel aan de slag'
Ook coalitiepartners D66 en ChristenUnie waren kritisch over de opstelling van Rutte en Hoekstra in Europa. Rob Jetten (D66) zei nu blij te zijn met het voorstel voor een coronafonds. Hij wil dat het kabinet er snel mee aan de slag gaat.
Rutte wil dat ook, maar zegt afhankelijk te zijn van landen als Italië en Spanje, die iets anders voor ogen hebben.