Direct naar artikelinhoud
Theodor Holman

Ik wil je best helpen, Italië, maar je leeft op de pof

Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

‘Ik ben verliefd op je,” zei ik tegen mijn Italiaanse vriendin.

“Natuurlijk ben je dat! Ik ben mooi en lief, leuk en ik kan ­lekker koken… Maar nu vraag ik jou om mij te helpen, en dat doe je niet!”

“Ik wil je best helpen, maar…”

“Ik vind je niet solidair en onethisch, corona cazzo!”

“Maar jij wil zomaar geld van mij, en aan de afspraken die we hebben gemaakt, hou jij je niet.”

“Stijve Hollander!”

“Ik wil je best helpen, maar je leeft op de pof, je leent van mij, van anderen, je geeft te veel geld uit. Al jaren. En je geeft nooit iets terug.”

“Wat ben jij kil, egocentrisch, kleingeestig, hardvochtig, bah! Jouw nuchterheid is spaghet­ti met ijsklontjes. Bleh! Een zeike­rino ben je!”

“Schatje… Heb ik ongelijk?”

“Ongelijk, ongelijk! Ik heb hulp nodig, wat heb ik dan aan gelijk of geen gelijk, lullo classico?”

“Dus je houdt niet meer van me?”

“Hoe kan ik van je houden, palle di koeio? Al onze buren vinden hetzelfde van jou. Een naar boekhoudertje ben je, centjes, centjes, centjes! Al mijn buren hebben een brief geschreven waarin ze je vertellen wat voor een ongelooflijke eikelino je bent.”

“Maar als ik je geld leen, weet ik dat je het nooit kunt terugbetalen.”

“Wie heeft het over lenen?”

“Dus je wilt dat ik je geld geef?”

“Kijk, dat bedoel ik nou. Niet solidair, en niet ethisch. Een grote mond over de armoede in de wereld, maar als je vriendin arm is, behandel je haar als een bedelaar!”

“Maar jouw Spaanse vriendin, je Franse vriendin, je Portugese vriendin, willen misschien ook allemaal geld van me… hebben.”

“Natuurlijk, hypocriet, zeikisnorro. Met je slome tulpen! Wij hebben het nu moeilijk.”

“Misschien heb je gelijk en moeten we definitief uit elkaar gaan. Ik zal je nu geld geven, en dat was het dan. Ik zal aan je buren en aan al je vriendinnen zeggen dat we afscheid van elkaar nemen, net als onze Engelse vriend, en dan heb je geen last meer van mij.”

“O, en hoe kom ik dan straks aan mijn geld?”

“Ach, schatje… Als je je zo druk maakt, dan is het duidelijk dat ik me te weinig ­empathisch heb gedragen. Empathie ­betekent geld geven, begrijp ik. Laten we het goedmaken. We zitten de hele dag op elkaars lip, en dat is niet goed. ­Alsjeblieft...”

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.