Direct naar artikelinhoud
‘Als wij niets veranderen aan onze relatie met dier en natuur, is corona pas het begin’
Opinie

‘Als wij niets veranderen aan onze relatie met dier en natuur, is corona pas het begin’

Beeld Barcroft Media via Getty Images

Het coronavirus is geen onverwachte ramp, schrijft student geneeskunde Philip Elders. We hebben het voor zoönotische infecties veel te eenvoudig gemaakt om van dier op mens over te springen en dat kan opnieuw gebeuren.

Mers, Sars, ebola en zelfs hiv zijn allemaal infectieziekten die van dier op mens overgesprongen zijn, zogenaamde zoönotische infecties. Tot driekwart van de nieuwe infectieziekten zijn terug te leiden naar dit soort overdrachten van dier op mens. Het coronavirus dat de huidige pandemie veroorzaakt is ook een zoönotische infectie en het zal zeker niet het laatste virus zijn dat van dier op mens overspringt.

Onderzoek van milieuorganisatie EcoHealth Alliance schat dat er bijna 1,7 miljoen zo goed als onbekende virussen in wilde dieren circuleren, waarvan honderdduizenden de potentie hebben om op de mens over te springen.

Uitbraken van zulke nieuwe infectieziekten ontstaan daarom vaak op locaties waar veel dieren en mensen in contact met elkaar komen. De meest voor de hand liggende plekken waar een infectieziekte over kan springen van soort op soort zijn de markten waar wilde dieren verhandeld worden.

Stel je voor: een groep gestreste wilde dieren die in kooien bovenop elkaar gestapeld staan en hun lichaamssappen in het rond sproeien, met daarin een diversiteit aan potentiële pathogenen. Bedenk daarbij een grote groep mensen die deze dieren op locatie slachten en je creëert een ideale broedplaats voor nieuwe zoönotische infecties.

Zeer waarschijnlijk is het huidige coronavirus op deze manier naar de mens overgebracht op een markt in Wuhan. Genetische analyses wijzen vleermuizen en schubdieren (pangolins) aan als hoofdverdachten, al is officieel nog niet bekend welk wild dier precies de infectiebron is geweest voor de mens.

Bosrand

Een andere en minder vanzelfsprekende locatie waar infectieziekten overspringen, zijn gebieden waar tropische bossen met een grote biodiversiteit worden omgehakt om landbouwgrond vrij te maken. Dit gebeurt op massale schaal vanwege de groeiende vraag naar voedsel, voornamelijk voor veeteelt. In de tropische natuurgebieden leeft een enorme diversiteit aan wilde dieren. Als zij uit hun natuurlijke habitat worden verdreven, gaan ze in aangrenzende dorpen en steden op zoek naar een nieuwe woonplek en voedsel. Daardoor komen wilde dieren en mensen elkaar vaker tegen en dat verhoogt de kans op een zoönotische infectie.

Er zijn bijvoorbeeld al vele keren uitbraken van ebola geweest doordat jagers en dorpsbewoners langs de bosrand in Afrikaanse landen in contact kwamen met wilde dieren die besmet waren met het ebolavirus. Bij de grootste uitbraak in West-Afrika, enkele jaren geleden, heeft dit aan meer dan 11.000 mensen het leven gekost.

Een andere locatie waar overdracht van infectieziekten van dier op mens plaats kan vinden is de intensieve veeteelt. Op een plek waar veel dieren bij elkaar gehouden worden terwijl er ook interactie kan zijn met wilde dieren, bestaat de kans op een zoönotische overdracht.

Dat deze infecties mensen kunnen besmetten, werd pijnlijk duidelijk in Nederland tijdens de Q-koortsepidemie. Deze ontstond in 2007 vanuit geiten- en schapenbedrijven in Noord-­Brabant en groeide uit tot de grootste wereldwijd. De Nederlandse Q-koortsbesmetting had gelukkig niet de potentie van een pandemie, aangezien overdracht tussen mensen zeer onwaarschijnlijk is. Dit voorbehoud geldt niet voor influenzavirussen die vanuit vogels en varkens kunnen overspringen naar mensen en daarna verder tussen mensen, zoals de Spaanse griep die een eeuw geleden aan tientallen miljoenen mensen het leven kostte.

Vliegverkeer

Onze wereld is in een ongekend tempo geglobaliseerd met een sterke verstedelijking, enorme bevolkingsgroei, internationale handel en vliegverkeer. Alle factoren om zoönotische infecties uit te laten groeien tot een pandemie zijn steeds sterker aanwezig.

Hierdoor was de afgelopen jaren niet de vraag of een pandemie zoals de huidige plaats zou vinden, maar was het meer wachten wanneer dit zou gebeuren. Op dit moment is van enorm belang om allereerst deze pandemie onder controle te krijgen en zoveel mogelijk levens te redden. Maar als wij daarna op de lange termijn niets veranderen aan onze leefstijl en onze relatie met natuur en dier, wordt het risico op nieuwe uitbraken alleen maar groter.

Philip Elders, student geneeskunde aan de Vrije Universiteit en jongerenvertegenwoordiger bij de Wereldgezondheids­organisatie (WHO).Beeld -