Direct naar artikelinhoud
InterviewRob Jetten

Rob Jetten: ‘De communicatie kan nóg beter, desnoods in het Turks, Arabisch of Pools’

Rob Jetten in zijn werkkamer thuis, via Skype.Beeld Trouw

Een vreselijk lelijk beeld, zo noemde Rob Jetten het vorige Kamerdebat over de coronabestrijding, dat tien uur duurde. Donderdag debatteert de Tweede Kamer opnieuw met de regering. Wat is volgens de D66-fractievoorzitter de rol van een parlement in crisistijd?

Rob Jetten zit vandaag thuis achter de Skype, in een gemakkelijke blauwe hoodie. De hele dag is hij online, in hangouts met zijn fractiegenoten in de app ‘Pexip’ die de Tweede Kamer gebruikt, in gesprekken met zorgpersoneel of om de aangezwollen stroom emails te beantwoorden. Donderdag reist hij naar Den Haag, voor een tweede debat tussen fractievoorzitters en regering over de coronabestrijding, in het bijna lege Kamergebouw.

Het debat van vorige week duurde tien uur. U noemde het op tv bij Op1 een ‘vreselijk lelijk beeld’. Hoe zou een parlement zich in crisistijd dan moeten gedragen?

“Wat we niet moeten doen, weet ik in ieder geval: niet de wetenschap ter discussie stellen, niet  onnodig politiseren, niet eindeloos discussiëren maar ook niet het parlement dichtgooien. Die aanvallen op de wetenschap zagen we ook tijdens de stikstofcrisis. En ik hoorde Baudet net zeggen bij de technische briefing van het RIVM, dat hij ‘het standpunt’ van het RIVM kende – terwijl het geen standpunt is, maar expertise. Voor de helderheid: het RIVM is niet de baas in Nederland. Het adviseert, en het kabinet neemt de politieke besluiten en is verantwoordelijk. Maar voor het draagvlak is het belangrijk dat politici deze instituties met respect behandelen.”

Kunt u dat elkaar opleggen, als Kamerleden? Vrijheid van meningsuiting is er toch ook voor onwelgevallige en scherpe meningen, en voor kritiek.

“Wilders zei in het vorige debat tegen de premier: ‘U experimenteert met mensenlevens’. Natuurlijk mogen wij kritisch bevragen, maar het kabinet staat voor noodzakelijke keuzes, die moeten worden opgepakt door de samenleving. Wij moeten daar geen partijpolitiek spel van maken. Nog nooit keken zo veel mensen naar livestreams van Kamerdebatten. Het helpt als we ons dan niet verliezen in politieke spelletjes, maar ons richten op de controle van het handelen van de regering.”

Hoe gaat het debat van morgen er dan uitzien?

“Met alle fractievoorzitters en Kamervoorzitter Khadija Arib hebben we afspraken gemaakt. Inperken van de spreektijd, minder interrupties, daar is grote eensgezindheid over. Iedereen vindt het superbelangrijk dát we debatteren, maar dan moeten we onze meerwaarde laten zien. Ook aan mensen thuis. Je ziet in sommige andere landen zoals Hongarije dat parlementen gemuilkorfd worden. Dit zijn tijden met uitzonderlijke maatregelen, die vrijheden raken, die streng gehandhaafd moeten worden en heel ingrijpend zijn. Het kabinet moet dit transparant doen en wij kunnen daarop toezien. 

Op welke punten wil D66 het kabinet aan de tand voelen?

“Volksgezondheid is het belangrijkste thema. Wie heeft de regie, hoe verloopt de verdeling van patiënten, hoe zorgt het kabinet dat werkers in de eerstelijnszorg goed beschermd worden? Ik krijg als Kamerlid meer mails, whatsappjes en hartenkreten dan ooit. Veel minder ‘platte lobby’, om het zo even te noemen, maar hele concrete vragen, problemen en suggesties voor verbetering. Dat is ook onze taak, om die op te halen uit de samenleving. Het ministerie ziet ook niet alles.

“Een ander punt is de crisiscommunicatie. Die is te langzaam op gang gekomen en gelukkig sterk verbeterd. Maar we zijn er nog niet. Wij pleiten met andere partijen voor een coronajournaal, een soort Postbus 51. Niet iedereen snapt of ziet online de infografieken van de Rijksoverheid. Mensen houden nu al veel beter afstand, maar er zijn ook geluiden van lokale bestuurders dat het lastig is, voor expats of anderen die het Nederlands niet goed beheersen. Ik zie wijkagenten op sociale media die de boodschap vertalen in Arabisch of Turks. Dat ligt in Nederland soms heel gevoelig, maar het lijkt mij dat het hier om een groter belang, de volksgezondheid gaat.

U bedoelt: normaal zou de pleuris uitbreken als de premier bijvoorbeeld in het Marokkaans wordt ondertiteld? Nu is er alleen de doventolk.

“Natuurlijk is de doventolk heel belangrijk. En inderdaad, voor een grootschalige publiekscampagne moeten we misschien niet alleen de gebaande paden gebruiken. Als dat dan in andere talen moet? Ik hoor dat van lokale bestuurders en wijkagenten dat het wel nodig is.

“Wat ik ook graag zou zien is dat het kabinet zich zou inzetten voor meer internationale solidariteit. Ik woon in de grensstreek vlakbij Duitsland, mijn schoonouders vlak bij België. In de buurlanden snappen ze onze aanpak niet altijd, die moeten we beter uitleggen. Met solidariteit bedoel ik ook solidariteit op Europees niveau. De eerste noodkreet van Italië voor meer hulpmiddelen is alleen door China beantwoord! We hebben een Europees crisiscentrum nodig met de daarbij passende bevoegdheden.

Zijn we te veel met onszelf bezig?

“Dat is een heel natuurlijke reactie, nu de crisis zo groot is. Maar het parlement is er ook om andere problemen onder de aandacht te brengen. Van de Nederlanders in het buitenland tot de toestand in vluchtelingenkampen in Griekenland en hulp aan Afrikaanse regeringen bij de bestrijding.

Is er voortaan iedere week een debat over de bestrijding?

“Als het nodig is doen we dat, in overleg met Arib. Het vorige debat bracht helderheid over de rol van groepsimmuniteit. Morgen willen we ook eerst meer uitleg over de handhaving, over het verschil tussen 6 april en 1 juni, over de horeca. En wellicht komen we de komende weken toe aan enkele belangrijke andere debatten over problemen die tot voor kort bovenaan ons lijstje stonden, zoals de affaire rond de kinderopvangtoeslag.”